Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Afwerving cliënteel
- Vrijspraak
Aan de advocaat wordt verweten:
- een gedetineerde te hebben bezocht zonder hiertoe aangesteld noch geraadpleegd te zijn en dit terwijl de gedetineerde reeds een ander raadsman koos;
- een cliënt van een ander raadsman af te werven of te pogen deze af te werven
De tuchtraad is van oordeel dat de aan de advocaat ten laste gelegde tuchtfeiten niet ten genoege van recht bewezen zijn.
Het is naar het oordeel van de tuchtraad niet ongeloofwaardig dat de advocaat telefonisch zou gecontacteerd geweest zijn door een man die zich als partner van B voorstelde en hem verzocht om B te bezoeken in de gevangenis, waar hij in voorlopige hechtenis verbleef.
Het is naar het oordeel van de tuchtraad evenmin ongeloofwaardig dat ter gelegenheid van dit bezoek gebleken is dat het eigenlijk de bedoeling was dat de advocaat zou optreden voor E, de broer van B. In dit verband merkt de tuchtraad op dat de advocaat in het betrokken dossier nadien ook effectief als raadsman van E is opgetreden.
Na het bezoek van de advocaat aan B, waarbij gebleken is dat deze al een raadsman had (Mr. R), heeft de advocaat zich op geen enkele wijze aan de rechtbank of aan zijn confraters gemanifesteerd als raadsman van B.
Aan de hand van de tegenstrijdige verklaringen van de protagonisten in het tuchtdossier is het onmogelijk voor de tuchtraad om zich met voldoende zekerheid een beeld te vormen van de omstandigheden voorafgaand aan en tijdens het bezoek van de advocaat aan B in de gevangenis van Lantin op 28 augustus 2018.
De stafhouder was om dezelfde reden al van oordeel dat het dossier lastens de advocaat zonder gevolg diende geklasseerd te worden (stukken 9 en 10 tuchtdossier).
Het onderzoek van de door de stafhouder aangestelde verslaggever heeft nadien geen nieuwe elementen aan het licht gebracht waaruit met voldoende zekerheid een tuchtinbreuk lastens de advocaat kan weerhouden worden; minstens blijft er twijfel bestaan.
De tuchtraad is van oordeel dat deze twijfel in het voordeel van de advocaat dient door te werken, zodat de advocaat dient te worden vrijgesproken.