Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Derdengelden / derdenrekening
- Waarschuwing
De advocaat wordt vervolgd voor:
- Het niet correct opvolgen van de derdenrekening in het jaar 2016.
- Het opnemen van derdengelden voor eigen gebruik, zonder verantwoording en zonder factuur.
- Het niet correct informeren in het jaar 2016 van twee cliënten omtrent de geïnde bedragen.
De advocaat is houder van de derdenrekening die door hem integraal wordt aangewend voor alle transacties voor de incassodossiers van de VZW A en de VZW B.
Naar aanleiding van de controle door de controlecommissie derdengelden m.b.t. deze derdenrekening over het jaar 2016 werd vastgesteld dat voor een aanzienlijk bedrag onbenoemde provisies (m.n. minstens 60.500,00 EUR) werden overgeschreven naar de kantoorrekening.
De advocaat ontkent dit niet doch stelt dat deze onbenoemde provisies dienen om deurwaarderskosten te betalen in dossiers waarin de inning onmogelijk blijkt (bijv. ingevolge faillissement, collectieve schuldenregeling of overlijden) en dit in afwachting van de afsluiting en afrekening van de dossiers aan de VZW’s.
De advocaat bracht tijdens het tuchtonderzoek kostenoverzichten van gerechtsdeurwaarder Z bij voor een totaal bedrag van 52.581,47 EUR.
Het verschil met de onbenoemde provisies bedraagt zodoende 7.918,53 EUR.
Volgens de advocaat zou een bedrag van 7.500,00 EUR verkeerdelijk door de bank zijn overgeschreven van de derdenrekening naar zijn privé-rekening, bedrag dat een week voor de zitting van 26 november 2019 zou zijn teruggestort.
Er dient vastgesteld dat zelfs rekening houdende met deze beweerde verkeerdelijk uitgevoerde overschrijving er nog een verschil is van 418,53 EUR.
Alleszins maakt de werkwijze van de advocaat het bijzonder moeilijk om een overzicht op de rubriekrekening te houden in overeenstemming met de individuele dossiers.
Uit het verslag van de controlecommissie derdengelden blijkt dat er op 20 april 2016 een bedrag van 10.000,00 EUR werd overgeschreven van de derdenrekening naar de kantoorrekening, zonder mededeling.
Ter zitting stelde de advocaat dat deze overschrijving diende om de kostenstaat van de gerechtsdeurwaarder te betalen. Hij verwijst hiervoor naar de aanvullende stukken, waaruit inderdaad blijkt inderdaad dat op respectievelijk een bedrag van 4.497,48 EUR en 4.505,78 EUR werd overgeschreven naar gerechtsdeurwaarder Z.
Het is dan ook niet bewezen dat de advocaat deze derdengelden voor eigen gebruik zou hebben opgenomen.
De tuchtraad acht het niet bewezen dat de VZW’s niet correct zouden zijn geïnformeerd omtrent de geïnde bedragen.
De tuchtraad verklaart de tenlasteleggingen sub 2 en sub 3 niet bewezen en spreekt de advocaat hiervoor vrij en verklaart de tenlastelegging sub 1 bewezen en legt de advocaat hiervoor de sanctie van de waarschuwing op.