Ga verder naar de inhoud

TAA/SA/0178/2013: Beslissing 27 februari 2014

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

  • Gerechtelijk verleden
  • Strafrechtelijke feiten
  • Art. 455 Ger. W.
  • Geen tuchtrechtelijke verjaring
  • Aanvang verjaringstermijn
  • Gepleegde feiten versus veroordeling wegens die feiten
  • Opschorting van uitspraak voor 3 jaar

Verjaring

De advocaat stelt dat de stafhouder geen tuchtonderzoek heeft geopend binnen het jaar waarop hij kennis had genomen van de feiten, waarop de tuchtrechtelijke tenlastelegging betrekking heeft (gepleegd op 19/01/2004 en 18/02/2004) minstens niet binnen het jaar na de inwerkingtreding van artikel 474 Ger. W. (i.e. uiterlijk op 1/11/2007). Deze argumentatie steunt evenwel op een verkeerde lezing van de tenlastelegging.

Het voorwerp van de tenlastelegging is het feit dat de advocaat bij een in kracht van gewijsde getreden vonnis dd. 21/2/2013 schuldig werd verklaard aan twee in 2004 gepleegde correctioneel strafbare handelingen. Uit het dossier van de rechtspleging blijkt dat dit feit ter kennis van de stafhouder werd gebracht door het Parket-Generaal op 12/8/2013 en de stafhouder het tuchtonderzoek geopend heeft op 16/8/2013. De problematiek met betrekking tot de inhoud van het begrip "kennisneming van de feiten" zoals omschreven in artikel 474 Ger. W. is terzake dus niet dienstig voor de beslechting van de zaak, evenmin als de verwijzing naar bestaande tuchtrechtspraak. Er bestaat immers een wezenlijk verschil tussen de tenlastelegging "zich schuldig te hebben gemaakt aan …. (beschrijving van de gepleegde feiten) zoals blijkt uit een vonnis "en het bestaan van dat vonnis zelf”. Het feit correctioneel strafbare handelingen te hebben gesteld (al dan niet gevolgd door een veroordeling en zoals al dan niet blijkt uit een vonnis) is niet hetzelfde als het feit strafrechtelijk schuldig te zijn verklaard bij een in kracht van gewijsde getreden vonnis, wat op zichzelf een deontologische inbreuk kan inhouden.

Het tegenovergestelde aannemen zou immers tot gevolg hebben dat de stafhouder telkens hij op één of andere manier kennis krijgt van een lastens een advocaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek, ongeacht of hij overtuigd is dat in de voorliggende feiten een deontologische inbreuk kan worden vastgesteld en ongeacht of een dergelijk strafrechtelijk onderzoek ook later tot een strafrechtelijke vervolging, vrijspraak of veroordeling aanleiding geeft, een tuchtonderzoek dient te openen om de verjaringstermijn te stuiten, met alle daaraan verbonden nefaste gevolgen.

Het is perfect denkbaar en in overeenstemming met het vermoeden van onschuld waarvan eenieder geniet dat de stafhouder beslist de afloop van strafrechtelijk lastens een advocaat ingesteld strafonderzoek af te wachten alvorens een tuchtonderzoek te openen. Het kan zijn dat de strafrechtelijk strafbaar gestelde handelingen, waarvan een advocaat beticht wordt, door de advocaat worden betwist, in rechte niet vaststaan, geseponeerd worden of tot een vrijspraak leiden.

Omgekeerd kunnen feiten die het voorwerp van een strafonderzoek uitmaken en voor zover de stafhouder er kennis van heeft en ze bewezen het voorwerp van een tuchtvervolging uitmaken los van het strafrechtelijk verder gevolg dat hieraan door het Openbaar Ministerie wordt voorbehouden en nog voor een strafrechtelijke uitspraak is tussengekomen. Er kan aangenomen worden dat een eventuele latere strafrechtelijke veroordeling in dat geval geen nieuwe tuchtvervolging kan opleveren omdat deze veroordeling dan enkel het strafrechtelijk-gemeenrechtelijk gevolg is van de reeds autonoom tuchtrechtelijk vervolgde feiten en dan geen nieuw tuchtrechtelijk “feit” oplevert. Het strafrechtelijk vonnis slorpt in dat geval dan als het ware de gepleegde feiten op.

Een correctionele veroordeling is dus naar gelang de omstandigheden een op zichzelf staand “feit” dat mogelijk los staat van de gepleegde handelingen die het voorwerp van deze veroordeling vormen.

Het is immers denkbaar dat de feiten die het voorwerp van de veroordeling vormen pas na deze veroordeling ter kennis van de stafhouder komen.

In casu heeft de stafhouder het tuchtonderzoek geopend op 16/8/2013 na kennisgeving van het vonnis van 21/2/2013 door het Parket-Generaal op 12/8/2013.

De beoordelingsvrijheid van de stafhouder om al dan niet een tuchtonderzoek te openen naar aanleiding van een strafrechtelijke vervolging en daar eventueel mee te wachten tot na het bestaan van een effectieve in kracht gewijsde gegane strafrechtelijke veroordeling kan dus geen oorzaak zijn van verjaring in de mate dat het precies enkel deze strafrechtelijke veroordeling is die in dat geval de basis van de tuchtvervolging oplevert en in de mate dat de gepleegde handelingen al niet het voorwerp van een tuchtvervolging hebben uitgemaakt.

Voor zover de gepleegde feiten en het bestaan van strafvonnis als vermengd moeten worden beschouwd en maar tot één tuchtvervolging aanleiding zouden kunnen geven, is het in casu hoegenaamd niet zeker en/of bewezen dat de stafhouder vóór 2013 voldoende kennis of zekerheid had van de in 2004 gepleegde feiten om een tuchtonderzoek te openen.

De discussie over de juiste inhoud van de begrippen "kennis" (of "morele kennis") of "zekerheid " is in casu niet determinerend voor de beslechting van het geschil.

Een "doorverwijzing naar correctionele rechtbank" in abstracto impliceert niet noodzakelijk enige kennis van de precieze feiten die de basis van deze doorverwijzing vormden. De verontschuldiging van de advocaat dat hij deze schriftelijke toelichting niet heeft verstrekt "gelet op de veelheid en ondoorzichtigheid van feitelijk materiaal" en/of "om zichzelf niet te incrimineren" houdt geen steek. Elke advocaat dient immers ten aanzien van zijn stafhouder de grootst mogelijke openheid aan de dag te leggen.

Ten gronde

De advocaat blijft, ondanks de uitgesproken schuldigverklaring, de feiten waarvan hij werd beticht, betwisten en stelt dat hij uitsluitend om opportuniteitsredenen in de strafprocedure geen beroep heeft aangetekend wat niet ondenkbaar is. De advocaat heeft een blanco tuchtverleden en de feiten, voorwerp van de schuldigverklaring, dateren van 10 jaar geleden. De tuchtraad oordeelt, rekening houdend met deze omstandigheden, dat een effectieve tuchtstraf niet meer verantwoord is en verklaart de tuchtvervolging toelaatbaar en de tenlastelegging bewezen, doch kent het voordeel van de opschorting van de uitspraak toe voor een termijn van drie jaar en houdt de uitspraak over de kosten aan.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen