SBT-36: Beslissing 6 oktober 2009
SBT-36: Beslissing 1 december 2009
SBT-36: Beslissing 26 januari 2010
TB-024-2009: Beslissing 27 mei 2010
- Niet betalen baliebijdragen
- Niet beantwoorden briefwisseling
- Niet ingaan op uitnodigingen stafhouder
- Onduidelijke informatie verstrekken
- Cliënt in ongewisse laten
- Klacht bij Hoge Raad voor de Justitie
- Schrapping van tableau
- Uitvoerbaarheid
- Art. 468 Ger. W.
- Cassatieberoep schorst tenuitvoerlegging niet
Een advocaat zou de cliënt jarenlang in het ongewisse hebben gelaten over de stand van het dossier en de indruk hebben gewekt dat hij hoger beroep had ingesteld. Ook antwoordde hij afwijkend en onduidelijk aan de cliënt en de stafhouder; bracht hij de eer van de Orde in het gedrang door aanleiding te hebben gegeven tot een klacht van zijn cliënt bij de Hoge Raad voor Justitie. Hij betaalde zijn baliebijdragen niet, was niet in orde met de puntenkaarten inzake permanente vorming; maakte aan zijn opvolger onvolledige dossiers over en gaf geen gevolg aan brieven en oproepingen van de stafhouder. Bovendien werd hij bij verstek veroordeeld inzake een huurovereenkomst en gedwongen uitvoering van het tussengekomen vonnis.
De advocaat werd bij beslissing van 6 oktober 2009 geschrapt bij verstek. De advocaat heeft verzet aangetekend doch bij beslissing van 26 januari 2010 van de tuchtraad voor Advocaten van Brussel werd de beslissing tot schrapping bevestigd, opnieuw bij verstek. De advocaat heeft dan beroep aangetekend tegen deze sententie. Het beroep werd tijdig en regelmatig ingesteld en is dus ontvankelijk. Evenwel laat de advocaat opnieuw verstek. De advocaat heeft wederom verzet aangetekend tegen de beslissing van 27 mei 2010 van de tuchtraad van beroep en laat wederom verstek gaan.
De tuchtraad van beroep acht de feiten bewezen en verklaart het verzet en het hoger beroep ongegrond. De schrapping wordt dus bevestigd. Bovendien verklaart de tuchtraad van beroep de huidige beslissing uitvoerbaar bij toepassing van artikel 468 §3, 2e lid Ger. W. zodat een voorziening in cassatie de uitvoering niet schorst.