Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Vermenging van persoonlijke en zakelijke belangen
- Gebrek aan diligentie
- Geen heropening van debatten
- Berisping
De advocaat dient zich te verantwoorden wegens:
1. Vermenging van persoonlijke en zakelijke belangen
De heer Q werd - een tiental jaar geleden - bij zijn echtscheiding bijgestaan door de advocaat. Hij kwam via de advocaat in contact met Mr. R.
Mr. R en de advocaat zijn levenspartners en maken samen deel uit van het advocatenkantoor A.
Er is gebleken dat het kantoor A advocatendiensten leverde voor de heer Q en/of diens vennootschappen.
Volgens de verslaggever bestond er ook een vriendschapsband tussen, enerzijds, Mr. R en de advocaat en, anderzijds, de heer Q en diens huidige echtgenote, mevrouw B. Beide koppels gingen soms zelfs samen op vakantie.
In deze context werd mevrouw B, echtgenote van de heer Q, ook beroepshalve betrokken bij de activiteit als syndicus die de advocaat wenste uit te oefenen via de bvba D, waarvan zij de aandelen had overgenomen en sinds 24.10.2017 zaakvoerder is.
Ook de activiteiten van de bvba D als syndicus werden verweven met deze van het advocatenkantoor A, vermits minstens één advocaat van dit kantoor, Mr. T, prestaties heeft geleverd in het kader van deze activiteit.
Tenslotte werd de overname van de aandelen van de bvba D onderhandeld en afgesloten namens de advocaat door Mr. R, die op deze manier optrad voor zijn samenwonende levenspartner (art. 3 Codex Deontologie).
Ook een commissieovereenkomst tussen de bvba D en de heer H werd namens de advocaat, optredend als zaakvoerder ad hoc van de bvba, onderhandeld en ondertekend door Mr. R.
De vermenging van persoonlijke en professionele belangen komt dan ook bewezen voor.
Om deze redenen wordt de advocaat doorverwezen naar de tuchtraad wegens vermenging van persoonlijke en professionele belangen (inbreuken op art. 1, 2, 3, 4 en 5 § 1, Codex Deontologie).
2. Gebrek aan diligentie wegens een gebrek aan informatie van en communicatie met de cliënt, het niet correct weergeven van feiten op een vennootschapsdocument en een gebrek aan informatie aangaande de berekening van erelonen.
Met uitzondering van een verstek in een zaak voor de politierechtbank, dat werd toegegeven door de advocaat, dominus litis voor dat dossier, werden door de verslaggever geen aanwijzingen van een gebrek aan diligentie vastgesteld.
De advocaat stelde wel een document op, als orgaan van de bvba D, waardoor van haar, als advocaat, ook in een andere hoedanigheid de nodige rechtschapenheid worden verwacht om geen onjuiste vermeldingen op te nemen in notulen met dergelijk groot juridisch belang.
Verzoek tot heropening der debatten
Art. 771 Ger. W. verbiedt om na de sluiting der debatten nog stukken of conclusies neer te leggen. De heropening is mogelijk (art. 772 Ger. W.) wanneer een nieuw stuk of feit de heropening van de debatten verantwoordt.
Het nieuw stuk of feit moet tijdens het beraad zijn ontdekt en van overwegend belang zijn (Cass. 12 juni 1980, Arr. Cass. 1979-1980, 1267; Cass. 20 november 1975, Arr. Cass. 1976, 368).
Het mag de verzoeker niet gekend zijn of kunnen gekend zijn vóór de sluiting van de debatten. Deze voorwaarden zijn niet aanwezig, zodat dit verzoek wordt afgewezen.
Beoordeling
- De vermenging van de persoonlijke en zakelijke belangen blijkt o.m. uit de onderlinge verrekening van de facturen van het kantoor A en de activiteiten van de syndicus enerzijds en deze van de vennootschappen van de heer Q anderzijds.
De voorgestelde dading van 12 januari 2019 betrof zowel de persoonlijke belangen van de partijen als de professionele belangen van het kantoor A.
De dading voorzag om de openstaande erelonen te doen honoreren als “schadevergoeding” om aldus aan de BTW-heffing te ontsnappen, wat op zichzelf strijdig is met art. 455 Ger. W.
Ook het optreden van het kantoor A voor de behartiging van een mede-eigendom waarvan de advocaat de syndicus was, wordt aanzien als een vermenging van persoonlijke en zakelijke belangen.
Het kan de advocaat niet zijn ontgaan dat de globale werking van het kantoor A, in samenhang met de activiteiten van de heer Q en zijn vennootschappen en met het belang van de financiële investeringen, strijdig was met de artt. 1, 2, 3, 4 en 5 §1, Codex Deontologie en met art. 455 Ger. W. Het blijft immers een essentiële plicht om de onafhankelijkheid van de beroepsuitoefening, en dus de geloofwaardigheid van de dienstverlening als advocaat te verzekeren.
Tenslotte, wat de onjuiste vermelding betreft van de aanwezigheid van mevrouw B in de notulen van een algemene vergadering van de bvba van 11 mei 2018 roept de advocaat in dat het gaat om een vergissing.
Deze notulen zijn juridisch belangrijk omdat ze melding maken van fouten van een vorige zaakvoerder, fouten waarvoor hem décharge wordt geweigerd en die verwoord worden in een dagvaarding, waarbij deze notulen worden ingeroepen.
Deze onjuiste vermelding leest de Tuchtraad als een element van onachtzaamheid in de vermenging tussen de persoonlijke en professionele belangen, waarvoor de advocaat instaat.
- Het éénmalig verstek in een politiezaak, waarvan de gevolgen volgens de verklaring van de advocaat met de cliënt werden geregeld, is onvoldoende om een gebrek aan diligentie aan te tonen. Het gebrek aan informatie aangaande de berekening van erelonen werd niet afdoende aangetoond.
De strafmaat
De Tuchtraad oordeelt, gegeven de bijzondere omstandigheden van dit dossier die als verzachtende omstandigheden door de advocaat kunnen ingeroepen worden en de afwezigheid van enige tuchtsanctie in het verleden, dat de sanctie van berisping als tuchtmaatregel volstaat.