vrijdag 21 juni 2024
Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Onrechtmatige overeenkomsten
- Art. 429, 2 Ger.W.
- Het (onrechtmatig) gebruik van de derdenrekening
- Rechtschapenheid
- Misbruik van vertrouwen
- Verjaringstermijn
- Art. 474 Ger.W.
- Taalwet in gerechtszaken
- Schorsing van drie maanden met uitstel
De Tuchtraad spreekt ten laste van de advocaat een tuchtstraf uit van een schorsing van drie maanden, met uitstel gedurende een periode van drie jaren, wegens:
- "Inbreuken op de regels inzake het gebruik van de derdenrekening
Oneigenlijk gebruik van zijn derdenrekening (1) door zijn derdenrekening te laten gebruiken voor en door partijen die niet zijn cliënten zijn, (2) door de gelden niet onmiddellijk over te maken aan de bestemmeling en (3) door bij de betalingen geen vermelding te doen van de gegevens die de identificatie van het dossier mogelijk te maken;
Door handelingen te stellen en betalingen te verrichten die het, in geval van contractuele wanprestatie van de uiteindelijke bestemmeling, onmogelijk maken om aan de ontvangen bedragen de contractuele bestemming te teven die tussen partijen was overeengekomen, met name de teruggave aan de oorspronkelijke storters. - Inbreuken op de regels van de kiesheid, waardigheid en rechtschapenheid
Door een gebrek aan diligentie aan de dag te leggen door deel te nemen aan verrichtingen waarvan hij de realiteit en legitimiteit niet heeft gecontroleerd,
Door, zonder de raadsman te zijn van één van de betrokken partijen, zijn derdenrekening te laten gebruiken en aldus een schijn van legitimiteit te verlenen aan verrichtingen waarvan hij de realiteit en de regelmatigheid niet heeft gecontroleerd,
Door op te treden voor partijen waarvan hij de legitimiteit niet of onvoldoende heeft gecontroleerd,
Door handelingen te stellen en betalingen te verrichten die het, in geval van contractuele wanprestatie van de uiteindelijke bestemmeling, onmogelijk maken om aan de ontvangen bedragen de contractuele bestemming te geven die tussen partijen was overeengekomen, met name de teruggave aan de oorspronkelijke storters."
De tuchtraad motiveerde het volgende:
- De ratio legis van de ambtseed zoals omschreven in art. 429, 2 van het Ger. W. houdt in dat de advocaat zich dient te onthouden om een cliënt bij te staan in de redactie van contracten of de realisering van operaties indien hij niet kan geloven, in eer en geweten, dat de betrokken contacten of financiële operaties een legitiem doel nastreven.
- Art. 474 Ger. W. voert geen verjaringstermijn in voor het voeren van het tuchtgeding tegen de advocaat maar enkel voor het instellen van het tuchtonderzoek.
Het is slechts zodra de stafhouder op welke wijze dan ook kennis krijgt van de feiten die aanleiding kunnen geven tot een tuchtrechtelijke vervolging, dat de verjaringstermijn van 12 maanden begint te lopen waarbinnen het tuchtonderzoek moet worden gestart. - De materie van de tuchtprocedure is niet geregeld door de wet van 15 juni 1935 op het gebruik van talen in gerechtszaken.
- Het is niet noodzakelijk dat het proces-verbaal van verhoor door de advocaat wordt ondertekend om de tuchtraad toe te laten hiervan kennis te nemen.
- Er bestaat geen verplichting voor de verslaggever om derden te ondervragen wanneer volgens hem dit niet nodig is voor een goed begrip van de zaak.
Beslissing
Lees ook deze beslissing
Tuchtdatabank
TB-0185-2017: Beslissing 13 februari 2018
Derdengelden / derdenrekening
Nalatigheid bij behandeling dossier / verwaarlozing belangen cliënt
Opschorting
Meer lezen