vrijdag 21 juni 2024
Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Optreden zonder mandaat
- Ongepast ronselen van cliënten
- Onregelmatig ingeven van punten (misbruik BJB systeem)
- Onrechtmatig aanvragen subsidies voor niet uitgevoerde opdrachten
- Herhaling strafklacht tegen advocaten en magistraten zonder voorafgaande melding aan stafhouder
- Respect en hoffelijkheid ten aanzien van rechterlijke macht
- Pleiten in toga voor eigen moeder
- Paleisverbod
- Schrapping
De tuchtraad spreekt voor volgende bewezen tenlasteleggingen de tuchtstraf van schrapping uit:
- Het herhaaldelijk met de voeten treden van de algemene deontologische beginselen van kiesheid, waardigheid en rechtschapenheid en de behoorlijke uitoefening van het beroep zoals bepaald in art. 455 Ger. W. – dit zowel in de omgang met confraters, cliënten, magistraten als derden, meer bepaald wegens het neerleggen van een strafklacht tegen een 70-tal advocaten en magistraten zonder voorafgaande melding aan de stafhouder met mededeling van het ontwerp van klacht; een mogelijk gebrek aan respect en hoffelijkheid verschuldigd door een advocaat aan de rechterlijke macht; het registreren van gesprekken van een zitting van de raadkamer, van het verhoor van de advocaat door de advocaat-onderzoeker in het kader van een tuchtzaak, van een telefoongesprek met een cliënt, een telefoongesprek met een griffier, een gesprek met een dame van de vestiaire van de advocaten.
Ook al kan het voor privé personen in bepaalde omstandigheden toegelaten zijn een gesprek waar hij zelf aan deelneemt te registreren, is dit voor een advocaat in alle gevallen deontologisch verboden; opgetreden te zijn en gepleit te hebben in toga voor de moeder van de advocaat, alhoewel de Codex voor Deontologie van Advocaten niet toestaat om zaken voor of tegen naaste familieleden te behandelen. - Het aanspraak maken op punten voor prestaties die niet gesteld zijn of die geen aanleiding kunnen geven tot punten in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand voor mindervermogenden, hetgeen niet compatibel is met de behoorlijke gedragsregels van een advocaat en in strijd met de beginselen van art. 455 van het Ger. W. waaronder de rechtschapenheid.
- Subsidiefraude wordt zeer specifiek strafrechtelijk beteugeld in het KB van 31 mei 1933 dat in artikel 1 vermeldt: “Elke verklaring afgelegd in verband met een aanvraag tot het bekomen of behouden van een subsidie, vergoeding of toelage, die geheel of gedeeltelijk ten laste van de Staat, een andere publiekrechtelijke rechtspersoon, van de Europese Gemeenschap of een andere internationale instelling is, of geheel of gedeeltelijk bestaat uit openbare gelden, moet oprecht en volledig zijn.”
Het afleggen van onjuiste of onvolledige verklaringen is voldoende, er is zelfs geen bedrieglijk inzicht vereist.
Daarnaast vestigt de tuchtraad de aandacht op het feit dat het paleisverbod opgelegd door de stafhouder en de beslissing van de raad van de orde geen tuchtmaatregel is, maar een bewarende maatregel die wordt genomen om preventief verder onheil en schade te voorkomen.
Lees ook deze beslissing
Tuchtdatabank
TB-0184-2017: Beslissing 8 mei 2018
Misbruik BJB systeem
Optreden zonder mandaat
Kiesheid, waardigheid en rechtschapenheid
Onwaardig gedrag
Schrapping
Meer lezen