Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Onbehoorlijk gedrag
- Zittingsincident
- Beledigende uitlatingen
- Rechtsbijstand
- Ambtshalve geopend tuchtonderzoek
- ‘Informele’ kennisgeving
- Formele tuchtklacht
- Rechten van verdediging
- Recht op tegenspraak
- Paleisverbod
- Bewarende maatregel
- Non bis in idem
- Deels vrijspraak
- Schorsing 3 maanden met uitstel van twee maanden gedurende één jaar
- Kosten
Procedure
Het betreft hier geen klachten, maar kennisgeving van incidenten aan de stafhouder die als gevolg hiervan ambtshalve het tuchtonderzoek geopend heeft. Een klacht moet eerst aan de stafhouder, plaatselijk bevoegd, worden voorgelegd en de stafhouder oordeelt over de ontvankelijkheid ervan. Het is de stafhouder, die in eerste instantie de klacht ontvangt en onderzoekt. Zelfs als het verslag van het onderzoek onvolledig zou zijn opgesteld, wat niet bewezen is, betekent zulks niet dat het onderzoek nietig is en dat de rechten van verdediging miskend zijn. De rechten van verdediging worden gevrijwaard wanneer tijdens het debat voor de tuchtraad de beklaagde het recht op tegenspraak kan voeren en haar verdediging uitvoerig naar voor kan brengen.
Ten gronde
Een paleisverbod is geen sanctie, maar een louter bewarende maatregel, waarbij geen uitspraak gedaan wordt over het al dan niet bewezen zijn van tuchtrechtelijke inbreuken. Elke verwijzing naar de rechtsregel ‘non bis in idem’ mist dan ook zijn doel.
Het behoort een advocaat niet toe in een zitting de les te spellen aan de magistraat. Het gebruik van de bewoordingen en het gedrag ten aanzien van een magistraat stroken niet met het professioneel gedrag van een advocaat. Zelfs indien een voorzitter zijn bevoegdheid te buiten zou gaan, gedraagt men zich op waardige wijze en slingert men deze voorzitter dergelijke woorden niet publiekelijk naar het hoofd. Ook ten aanzien van de parketmagistraat is de toon allesbehalve rustig: hij is geen ernstige magistraat, laag niveau, niet al te verstandig.
Ook de wijze waarop de advocaat tijdens het onderhoor haar confrater bejegent, tart alle verbeelding. Dergelijke houding en uitspraken zijn allesbehalve als een correct confraterneel gedrag te bestempelen.
Een klacht van een (voormalige) cliënt omdat zij van advocaat wil veranderen wegens de brutale houding van de advocaat en omdat zij haar vertrouwen in de advocaat als haar raadsman verloren heeft, is hoogst uitzonderlijk. Nu de klacht onvoldoende verder werd onderzocht om tot een objectieve beoordeling te kunnen komen, acht de tuchtraad deze klacht niet bewezen.
Uitspraken ten aanzien van cliënten als “haar kinderen zijn wellicht gefantaseerd, aan haar ranke lijn te zien..” zijn zeer kwetsend voor de cliënt.
Kiesheid, waardigheid en niet-aanstootgevend taalgebruik zijn basisprincipes voor een advocaat. De betichtingen, die als bewezen weerhouden worden, zijn zeer ernstig. De waardigheid in het beroepsleven van een advocaat strookt niet met dergelijke beledigende gedragingen en uitlatingen ten aanzien van confraters, magistraten en cliënten. Omwille van een totaal gebrek aan professioneel gedrag is in het verleden reeds een tuchtsanctie uitgesproken. De tuchtraad oordeelt dat een schorsing van drie maanden, met uitstel voor twee maanden gedurende een termijn van één jaar, de gepaste sanctie is voor het ontoelaatbaar gedrag. Deze sanctie kan een reflectietermijn zijn voor de advocaat om te onderzoeken hoe zij haar beroep uitoefent en hoe zij met de verschillende actoren van justitie omgaat.