Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Hoedanigheid advocaat
- Goede trouw
- Frauduleuze vereffening
- Hoedanigheid vereffenaar
- Niet beantwoorden briefwisseling stafhouder
- Schulden
- Ingebrekestellingen
- Geen medewerking
- Veroordeling bij verstek
- Niet betalen ereloon confrater
- Verzachtende omstandigheid
- Blanco tuchtverleden
- Deels vrijspraak
- Schorsing 6 maanden
Er kan onmogelijk worden aanvaard dat een advocaat, ook in haar hoedanigheid van vereffenaar, meewerkt aan een frauduleuze vereffening, waarbij de schuldeisers ernstig werden benadeeld. De tuchtraad tilt zeer zwaar aan deze feiten aangezien een vereffenaar, net zoals een curator, in de eerste plaats er moet voor zorgen dat de belangen van de schuldeiseres gewaarborgd worden. De naam en de faam van de advocatuur in het algemeen komt in het gedrang door dergelijke feiten. Evenmin is de houding aanvaardbaar, waarbij men als advocaat schulden niet afbetaalt, geen enkele poging doet om een minnelijke regeling te treffen, maar men in tegendeel zich laat veroordelen, al dan niet bij verstek, en nadien de afgesproken afbetalingen niet nakomt, of helemaal niets doet en zelfs onroerend beslag laat leggen. De houding niet te reageren op ingebrekestellingen van schuldeisers zet zich voort in de houding niet te reageren op brieven van de stafhouder.
Belangrijke financiële moeilijkheden kunnen tot gevolg hebben dat de stabiliteit van het kantoor en de integriteit van de juridische dienstverlening in gevaar komt, maar ook dat de onafhankelijkheid van de advocaat niet meer gewaarborgd is. De tuchtraad kan alleen maar vaststellen dat wanneer de advocaat de gelegenheid heeft gekregen, binnen het kader van de behandeling van de zaak voor de tuchtraad, om enige uitleg te geven over haar financiële toestand, maar zij weigert deze toe te lichten. Er werd zeer uitdrukkelijk naar enige verduidelijking gevraagd, maar zij weigert meer uitleg over de omvang van haar schulden te geven. Bijgevolg kan alleen maar worden besloten dat deze bezorgdheid van de stafhouder zeer terecht was, en dat deze bezorgdheid nog steeds bestaat. Door dergelijke houding schaadt zij de eer van de advocatuur in het algemeen en bijgevolg moet er streng worden opgetreden, temeer daar zij van oordeel is dat de vervolging voor de tuchtraad eigenlijk een vergissing is en zij zich dus van geen kwaad bewust is.
Verzachtende omstandigheid is dat er op deontologisch vlak geen voorafgaandelijke veroordelingen zijn. Rekening houdend met alle elementen van het dossier en met de gevoerde verdediging acht de tuchtraad een schorsing van 6 maanden een gepaste bestraffing. Bij gebrek aan concrete elementen kan de tuchtraad de kosten, geraamd op 4.000 euro, niet begroten, zodat de advocaat niet wordt veroordeeld tot betaling van deze kosten.
Beslissing
Lees ook deze beslissing
TB-0139-2015: Beslissing 9 februari 2016
Nalatigheid als gerechtelijk mandataris
Schorsing