Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Verklaring van cassatieberoep tegen vonnis strafuitvoeringsrechtbank
Bij voorliggend arrest van 15 juni 2010 stipuleert het Hof van Cassatie dat “enkel een advocaat rechtsgeldig cassatieberoep kan aantekenen en dat dit uitsluitend kan op de griffie van de strafuitvoeringsrechtbank.” Het Hof baseerde zich hiervoor op artikel 1, lid 2 van de wet van 25 juli 1893 betreffende de aantekening van beroep of van voorziening in cassatie van gevangenzittende of geïnterneerde personen. “Dit artikel is uitsluitend van toepassing op de gedetineerde zelf, niet op zijn advocaat”, aldus het Hof.
Rolnummer: P.10.0878.N/1
Artikel 97, § 1, lid 2 van de wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (ingevoegd bij artikel 2 van de wet van 9 februari 2009, BS 26 februari 2009) stipuleert in het kader van een cassatievoorziening tegen een beslissing van de strafuitvoeringsrechtbank: “De veroordeelde stelt het cassatieberoep in binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen van de uitspraak van het vonnis. De verklaring van cassatieberoep moet door een advocaat worden ondertekend. (…) “. In de praktijk werd de verklaring van cassatieberoep door de gedetineerde én de raadsman ondertekend in de gevangenis en ter griffie van de gevangenis neergelegd.