Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Verbreking van het arrest Habran
Op 30 september 2009 vernietigde het Hof van Cassatie het arrest Habran van het hof van assisen van Luik. Het niet motiveren van een beslissing van een volksjury schendt het recht op een eerlijk proces, aldus het Hof.
Op 3 maart 2009 werden Marcel Habran en acht andere beschuldigden veroordeeld door het hof van assisen van Luik. Twee beschuldigden hadden de noodzaak van een motivering aan het hof van assisen voorgelegd, doch het hof oordeelde bij een tussentijds arrest van 2 maart 2009 dat motivering niet nodig was. Volgens het hof van assisen kon er geen schending van het recht op een eerlijk proces zijn nu de vragen aan de jury steunden op een gedetailleerde akte van beschuldiging. Ook het uitgebreid tegensprekelijk debat voor een onafhankelijke jury waarborgde volgens het hof het recht op een eerlijk proces. Bovendien verwees het hof naar het feit dat het arrest Taxquet (EHRM, nr. 926/05, 13 januari 2009, www.echr.coe.int) nog niet definitief was.
Na het spraakmakend arrest Taxquet trokken vele advocaten naar het Hof van Cassatie om niet-gemotiveerde arresten van de hoven van assisen te laten verbreken. Op 13 januari 2009 oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) dat de Belgische assisenprocedure het recht op een eerlijk proces schendt doordat de volksjury haar beslissing over de schuldvraag niet motiveert.
In dezelfde zin stelden de advocaten van Marcel Habran en drie andere veroordeelden ook een voorziening in bij het Hof van Cassatie om nietigverklaring van het arrest van 3 maart 2009 te bekomen. In het arrest van 30 september 2009 (Cass. AR P.09.0461.F, 30 september 2009) volgde het Hof hun stelling.
Het Hof van Cassatie verwijst in het arrest van 30 september 2009 allereerst naar het principe van het interpretatief gezag van gewijsde. Dit laatste houdt in dat de Belgische nationale rechtscolleges hun rechtspraak dienen in overeenstemming te brengen met de rechtspraak van het EHRM. Ook verwees het Hof naar de directe werking dat uitgaat van bepalingen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het Hof oordeelde vervolgens, verwijzende naar de leer van het arrest-Taxquet: ‘(…) la Cour est contrainte de rejeter l’application des articles 342 et 348 du Code d’instruction criminelle en tant qu’ils consacrent la règle, aujourd’hui condamnée par la Cour européenne, suivant laquelle la déclaration du jury n’est pas motivée.’.
Verder overweegt het Hof van Cassatie dat de beslissing op de schuldvraag van de jury, de bepaling van de misdrijven en de bepaling van de strafmaat opgenomen in het arrest, niet toelaten aan de veroordeelden om na te gaan waarom hun verklaring van onschuld werd verworpen. Het niet weergeven van de motieven die hebben geleid tot de beslissing schendt art. 6, lid 1 EVRM, aldus het Hof.
Wat betreft de draagwijdte van de motiveringsverplichting stipuleert het Hof van Cassatie in het arrest van 30 september 2009 het volgende: ‘(…) le refus de la cour d’assises de donner ne fût-ce qu’un résumé des principales raisons qui les ont conduits à retenir une partie des accusations libellées dans l’arrêt de renvoi, viole l’article 6.1 de la Convention dans l’interpretation, que la Cour ne saurait tenir pour inexistante, suivant laquelle le droit au procès équitable implique une motivation du verdict.’.
Op basis van voorgaande overwegingen verbrak het Hof van Cassatie het arrest van 3 maart 2009 van het hof van assisen van Luik.
De Orde van Vlaamse Balies heeft sinds het arrest Taxquet werd gewezen aangedrongen op een verdragsconforme aanpassing van de assisenprocedure en zal dit onderwerp nauwlettend volgen.