Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Statuut van de advocaat
In een arrest van 6 oktober 2006 heeft het Hof van Cassatie zich uitgesproken over het reglement van de Orde van Vlaamse Balies betreffende het statuut van advocaat (reglement dd. 30 september 2005) . Een advocaat verzocht het Hof van Cassatie om dat reglement te vernietigen. Het aangevochten reglement bepaalt dat “de advocaat zijn beroep als zelfstandige uitoefent, met uitsluiting van iedere band van ondergeschiktheid”. In de preambule van dat reglement wordt gepreciseerd dat een advocaat zijn beroep niet mag uitoefenen als bediende omdat een bediendecontract inhoudt dat een persoon zijn gezag mag uitoefenen over een andere advocaat.
Rolnummer: C.05.0394.N/1
Het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat de artikelen 437, eerste lid, 4° Ger. W. (onverenigbaarheden - onafhankelijkheid) en 477ter , § 3 Ger. W. (onverenigbaarheden - onafhankelijkheid voor onderdanen van een Lid-Staat van de Europese Unie) niet beletten dat een Orde beslist dat de advocaten niet in dienstverband mogen werken en dat zij zonder band van ondergeschiktheid hun beroep moeten uitoefenen.
Gelet op het doel de onafhankelijkheid van de advocaat en het vertrouwen van de rechter in de advocaat te vrijwaren, mocht de Orde van Vlaamse Balies bepalen dat advocaten alleen als zelfstandigen het beroep van advocaat mogen uitoefenen.
Verder heeft het Hof geoordeeld dat er geen discriminatie bestaat tussen Europese advocaten in loondienst en die die niet in loondienst werken.
Tot slot oordeelde het Hof dat het bestreden reglement niet inging tegen de grondregels van het Belgische sociale zekerheidsstelsel. Het reglement bepaalt immers niet dat een advocaat, indien hij in ondergeschikt verband zou werken, geen werknemer zou zijn in het licht van de regels van de sociale zekerheid. Een advocaat mag alleen niet in ondergeschikt verband werken.