Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Schrijfwijze van namen en de burgerlijke stand: persoonlijke integriteit en vrij verkeer van personen versus staatssoevereiniteit en inperking van het vrij verkeer van personen
Mevrouw Malgožata Runevic-Vardyn is een Litouwse staatsburger die tot de Poolse minderheid van Litouwen behoort. De door haar ouders toegekende Poolse namen, Malgorzata Runiewicz, werden in de geboorteakte en in het Litouwse paspoort onder hun Litouwse vorm weergegeven als Malgožata Runevic. Ter gelegenheid van het huwelijk van mevrouw Malgožata Runevic met mijnheer Lukasz Pawel Wardyn wordt de naam van laatstgenoemde in de huwelijksakte ingeschreven als Lukasz Pawel Wardyn (dus in Latijnse karakters en zonder diakritische tekens) en wordt de naam Wardyn bij de namen Malgožata Runevic gevoegd onder de vorm Vardyn (het Litouwse alfabet kent de letter “W” niet), wat dan uiteindelijk Malgožata Runevic-Vardyn geeft.
Rolnummer: C 391 / 09
Mevrouw Malgožata Runevic-Vardyn verzoekt de namen Malgožata Runevic van haar geboorteakte te wijzigen naar Malgorzata Runiewicz, en de namen Malgožata Runevic-Vardyn naar Malgorzata Runiewicz-Wardyn.
De Litouwse overheden voeren die wijzigingen niet door omdat de Litouwse regeling hen niet toelaat de namen volgens de Poolse schrijfwijze vorm te geven. Mevrouw Malgožata Runevic-Vardyn en mijnheer Lukasz Pawel Wardyn werpen een schending van het beginsel van non-discriminatie op.
De mogelijke kapstok van de Europese richtlijn nr. 2000/43 van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming
Artikel 2 van die Europese richtlijn stelt onder meer dat, voor de toepassing van die richtlijn, onder het beginsel van gelijke behandeling wordt verstaan de afwezigheid van elke vorm van directe of indirecte discriminatie op grond van ras of etnische afstamming. Verder verwoordt die bepaling dat er “indirecte discriminatie” is wanneer een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze, personen van een bepaald ras of een bepaalde etnische afstamming in vergelijking met andere personen bijzonder benadeelt, tenzij die bepaling, maatstaf of handelwijze objectief wordt gerechtvaardigd door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.
Met betrekking tot het materieel toepassingsdomein verwijst artikel 3, eerste lid, h) van de richtlijn naar de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten die publiekelijk beschikbaar zijn, maar er kan volgens het Hof van Justitie echter niet worden gesteld dat een nationale regeling, die bepaalt dat namen van een persoon in akten van de burgerlijke stand slechts kunnen worden geschreven in een vorm die voldoet aan de regels inzake de schrijfwijze van de officiële landstaal, onder het begrip “dienst” in de zin van die bepaling valt.
Zodoende verklaart het Hof van Justitie dat die nationale regeling betrekking heeft op een situatie die niet binnen het toepassingsgebied van die richtlijn valt.
De artikelen 18 en 21 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
Die artikelen drukken uit dat, binnen de werkingssfeer van de Verdragen, elke discriminatie op grond van nationaliteit verboden is en dat iedere burger van de Unie het recht heeft vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven.
Het Hof van Justitie merkt vooraf op dat de namen van een persoon een bestanddeel zijn van zijn identiteit en zijn privéleven (artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 8 EVRM).
Het Hof beslist echter dat het feit dat de voorhuwelijkse namen slechts kunnen worden ingeschreven in karakters van de officiële taal van de lidstaat waar de burgerlijke stand zich bevindt, niet kan worden aangemerkt als een minder gunstige behandeling dan die van vóór het ogenblik waarop het recht op vrij verkeer werd benut.
Met betrekking tot de huwelijkse namen merkt het Hof op dat de uitoefening van het recht van vrij verkeer van personen slechts beperkt wordt door de niet naleving van de Poolse schrijfwijze indien dit ernstige ongemakken van administratieve, professionele en persoonlijke aard zou veroorzaken. Die laatste factor moet door de nationale rechter getoetst worden. Diakritische tekens worden in tal van dagelijkse handelingen achterwege gelaten om technische redenen, meer bepaald omwille van de beperkingen van bepaalde informaticasystemen. Bovendien kent iemand die een vreemde taal niet machtig is vaak niet de betekenis van diakritische tekens. De weigering van de bevoegde autoriteiten op grond van een nationale regeling om de namen volgens de Poolse schrijfwijze in te schrijven vormt derhalve geen beperking op de Europese vrijheden. Een belemmering van vrij verkeer van personen kan gerechtvaardigd worden indien dit steunt op objectieve overwegingen en evenredig is aan het door het nationale recht beoogde doel. De Litouwse regering benadrukt dat de Litouwse taal een grondwettelijke waarde is die de identiteit van de natie beschermt, bijdraagt tot de integratie van de burgers, uitdrukking geeft aan de nationale soevereiniteit en aan de goede werking van de overheidsdiensten en de lokale en regionale overheden. De Europese Unie verenigt respect voor de rijke verscheidenheid van cultuur en taal met eerbied voor de nationale identiteit van de lidstaten waaronder de bescherming van de officiële landstaal van de staat. Het Hof stelt dat het doel van een nationale regeling, met name de bestaande officiële landstaal te beschermen door de regels inzake schrijfwijze van die taal op te leggen, in principe een legitiem doel is dat beperkingen van het vrij verkeer van personen kan rechtvaardigen.