Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Rechtsplegingsvergoeding advocaat-voorlopig bewindvoerder
Wordt een advocaat-voorlopig bewindvoerder in het gelijk gesteld in een gerechtelijke procedure, dan geeft artikel 1022, eerste lid Ger.W. geen recht op een rechtsplegingsvergoeding. Volgens het Grondwettelijk Hof is dat niet discriminerend.
Merve Köse
Dominique Dombret
Rolnummer: 5606
Artikel 1022, eerste lid Ger.W. kent een rechtsplegingsvergoeding toe als forfaitaire tegemoetkoming in de kosten en erelonen van de advocaat van de partij die in het gelijk wordt gesteld. Wanneer een advocaat-voorlopig bewindvoerder zelf de belangen van de beschermde persoon verdedigt, wordt geen rechtsplegingsvergoeding toegekend. Is dat discriminerend?
Het Grondwettelijk Hof vindt van niet. Dat onderscheid is redelijk verantwoord. De advocaat die in een gerechtelijke procedure als voorlopig bewindvoerder optreedt en niet als raadsman van een cliënt die hem heeft verzocht om zijn belangen in een gerechtelijke procedure te behartingen, bevindt zich immers in een bijzondere positie. Hij heeft een specifiek mandaat gekregen van de vrederechter om de goederen van de beschermde persoon te beheren. Bovendien bepaalt de wet uitdrukkelijk dat de voorlopig bewindvoerder met betrekking tot de uitoefening van zijn mandaat geen bezoldiging of voordeel van welke aard ook of van wie ook mag ontvangen buiten de in artikel 488bis, h), eerste lid BW vermelde bezoldigingen.