Ga verder naar de inhoud

Rechtspraak-advocatuur Recht op afschrift

De advocaat van de geïnterneerde heeft volgens het Grondwettelijk Hof recht op een afschrift van het advies van de directeur en van het openbaar ministerie in het kader van de procedure voor de strafuitvoeringsrechtbank, evenals van het dossier.
De specifieke wijze van gevangenhouding (die de internering is) vereist precies dat de rechter zich persoonlijk kan vergewissen van de toestand van de geïnterneerde, zodat die laatste persoonlijk moet verschijnen voor de strafuitvoeringsrechtbank.
Het Grondwettelijk Hof acht de vaststelling dat de termijnen voor het instellen van een cassatieberoep en het neerleggen van een memorie dermate kort zijn, niet redelijk verantwoord in het kader van de internering van personen met een geestesstoornis.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Rolnummer: 4405

Het Grondwettelijk Hof sprak zich in zijn arrest van 6 november 2008 uit over het verzoek tot vernietiging van enkele bepalingen van de wet van 21 april 2007 betreffende de internering van personen met een geestesstoornis.

In de eerste plaats stellen de verzoekers dat de artikelen 39 § 3 en 40 van de wet betreffende de internering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, juncto artikel 5.4. EVRM, schenden. Volgens de bestreden bepalingen wordt het afschrift van het advies van de directeur en van het openbaar ministerie meegedeeld aan de geïnterneerde zelf en niet aan zijn raadsman. Hiermee wordt voorbijgegaan aan de bijzondere aard van de vrijheidsberoving van de geesteszieke die vaak niet voor zichzelf kan optreden.

Het Grondwettelijk Hof oordeelt dat, doordat het advies van de directeur of van het openbaar ministerie niet aan de raadsman van de geïnterneerde wordt meegedeeld, die advocaat onmogelijk zijn cliënt goed kan verdedigen. Gelet op de situatie van de geïnterneerde kan immers niet worden verwacht dat hij in alle gevallen in staat zal zijn de draagwijdte en het belang van de documenten die hem worden overgezonden te beoordelen en die onverwijld aan zijn raadsman mee te delen.

Bovendien vertonen de bestreden bepalingen een incoherentie met de bepalingen die voorschrijven dat, indien de directeur niet binnen de genoemde termijn zijn advies meedeelt, de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, op schriftelijk verzoek van de raadsman van de geïnterneerde, de minister of de rechtspersoon kan veroordelen tot het uitbrengen van het advies en een afschrift ervan mee te delen aan de geïnterneerde en aan zijn advocaat.

Het Grondwettelijk Hof besluit dat de artikelen 39 § 3 en 40 van de wet betreffende de internering moeten worden vernietigd in zoverre zij niet bepalen dat het advies van de directeur en het openbaar ministerie wordt meegedeeld aan de raadsman van de geïnterneerde.

In de tweede plaats klagen de verzoekers de bepalingen van de wet van 21 april 2007 aan volgens dewelke alleen de geïnterneerde afschrift van het dossier kan verkrijgen en niet zijn raadsman.

Het Grondwettelijk Hof verwijst naar zijn argumenten m.b.t. het advies van de directeur en het openbaar ministerie en oordeelt dat ook in dit geval de advocaat zijn opdracht niet doeltreffend kan vervullen wanneer hij geen recht heeft op een kopie van het dossier. De bestreden bepalingen dienen dan ook te worden vernietigd.

In de derde plaats werpen de verzoekers de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, juncto artikel 5.4 EVRM op, in zoverre dat enkele bepalingen van de wet van 21 april 2007 vereisen dat de geïnterneerde persoonlijk verschijnt. Ook hier stellen de verzoekers dat hiermee wordt voorbijgegaan aan de bijzondere aard van de vrijheidsberoving van de geesteszieke die vaak niet voor zichzelf kan optreden.

Volgens het Grondwettelijk Hof vereist de specifieke wijze van gevangenhouding (die de internering is) precies dat de rechter zich persoonlijk kan vergewissen van de toestand van de geïnterneerde. Bovendien houden de bestreden bepalingen rekening met de specifieke problemen waartoe een persoonlijke verschijning van de geïnterneerde aanleiding kan geven.

Het Grondwettelijk Hof oordeelt dat het gelijkheidsbeginsel niet wordt geschonden.

Tot slot stellen de verzoekers dat artikel 116 § 1, tweede en derde lid van de wet van 21 april 2007 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, juncto artikel 6 EVRM schendt. Het recht op een eerlijk proces zou geschonden zijn door de beperking van de termijnen waarin cassatieberoep tegen de beslissing van de strafuitvoeringsrechtbank moet worden ingesteld (vierentwintig uur), respectievelijk een memorie voor het Hof van Cassatie kan worden ingediend (vijf dagen).

Het Grondwettelijk Hof acht de vaststelling dat de termijnen dermate kort zijn, niet redelijk verantwoord in het kader van de internering van personen met een geestesstoornis.

De wetgever heeft het mogelijk gemaakt om een cassatieberoep in te stellen (het enige beroep bepaald in de wet), niet voor de geïnterneerde, maar voor zijn raadsman. Dat veronderstelt dat die laatste beslist om beroep in te stellen in het belang van een persoon met wie de communicatie, wegens zijn geestesstoornis, vaak moeilijk zal verlopen.

Het Grondwettelijk Hof oordeelt dat de vaststelling van dergelijke termijnen geen rekening houdt met “de bijzondere procedurewaarborgen" die mogelijk vereist zijn om diegenen te beschermen die, wegens hun geestesstoornis, niet volledig in staat zijn voor eigen rekening te handelen.

Artikel 116 § 1, tweede lid dient dan ook te worden vernietigd.

Lees het volledige arrest

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen