Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Raad van State kent voor het eerst schadevergoeding toe
In arrest nr. 232.416 van 2 oktober 2015 kende de Raad van State voor het eerst schadevergoeding tot herstel toe. In die zaak weigerde de FOD Binnenlandse Zaken een identificatiekaart af te leveren. De mogelijkheid van schadevergoeding werd ingevoerd door het nieuwe artikel 11bis van de gecoördineerde wetten op de Raad van State.
Merve Köse
Dominique Dombret
Rolnummer: 232.416
In een arrest nr. 232.416 van 2 oktober 2015 kende de Raad van State voor het eerst schadevergoeding tot herstel toe.
De mogelijkheid om dat te doen werd ingevoerd door het nieuwe artikel 11bis van de gecoördineerde wetten op de Raad van State:
"Elke verzoekende of tussenkomende partij die de nietigverklaring van een akte, een reglement, of een stilzwijgend afwijzende beslissing vordert met toepassing van artikel 14, § 1 of § 3, kan aan de afdeling bestuursrechtspraak vragen om haar bij wijze van arrest een schadevergoeding tot herstel toe te kennen ten laste van de steller van de handeling indien zij een nadeel heeft geleden omwille van de onwettigheid van de akte, het reglement of de stilzwijgend afwijzende beslissing, met inachtneming van alle omstandigheden van openbaar en particulier belang."
Schadevergoeding voor lager loon wegens weigering identificatiekaart
De zaak waarin voor het eerst toepassing van artikel 11bis werd gemaakt, betreft de weigering om een identificatiekaart af te leveren aan een beveiligingsfirma die een bewakingsagent in dienst wilde nemen. De FOD Binnenlandse Zaken weigerde de betrokken kaart, omdat de betrokkene voordien strafrechtelijk veroordeeld was. Die veroordeling was echter uitgewist (cfr. toepassing van artikel 619 Sv.) waardoor ze door de FOD niet meer kon worden aangevoerd als weigeringsgrond. De FOD trok haar weigeringsbeslissing in en leverde de identificatiekaart toch af. De Raad van State had de weigeringsbeslissing eerder op 31 oktober 2013 geschorst en vervolgens op 24 juli 2014 geoordeeld dat er geen nood meer was aan een beslissing ten gronde. De betrokkene had intussen wel een lager loon ontvangen dan wat hij als bewakingsagent zou hebben verdiend. Via een schadevergoeding tot herstel poogde hij het gederfde loon te recupereren.
Vergoeding van 8 739,29 euro
De Raad van State geeft hem uiteindelijk gelijk en kent in het arrest van 2 oktober 2015 op zijn vordering tot schadevergoeding tot herstel een vergoeding toe van 8 739,29 euro. Dat bedrag betreft de schade (gederfd inkomen rekening houdend met de relevante collectieve arbeidsovereenkomst en de indexatie), die voortvloeit uit (causaal verband: enkel uit de weigering tot afgifte van de kaart volgt het gederfd inkomen, bovendien had de beveiligingsfirma ook na de weigering tot afgifte van de identificatiekaart nog de intentie de man in dienst te nemen voor de baan als bewakingsagent) de onwettige handeling (fout die in de weigering bestaat de kaart af te geven, ongeacht de uitwissing).