Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Overlevering van minderjarigen en hun strafrechtelijke (on)verantwoordelijkheid
Op 6 februari 2013 besliste het Hof van Cassatie (P.13.0172.F) dat de overlevering van een minderjarige (zelfs als die zestien jaar of ouder is) moet worden geweigerd, omdat die naar Belgisch recht strafrechtelijk onverantwoordelijk is. De Belgische uitzondering van uithandengeving (artikel 57bis van de Jeugdbeschermingswet van 8 april 1965) betreft de vervolging van minderjarigen door Belgische rechtbanken en niet de procedure van overlevering.
Amper vier maanden later, in zijn arrest van 11 juni 2013 (P.13.0780.N), gooit het Hof het roer volledig om: een zestien- of zeventienjarige die een zwaar misdrijf pleegt, kan strafrechtelijk verantwoordelijk zijn in de zin van artikel 4.3° van de wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel, zodat die persoon desgevallend toch kan worden overgeleverd.
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Rolnummer: onbekend
Op 6 februari 2013 besliste het Hof van Cassatie (P.13.0172.F) dat de overlevering van een minderjarige (zelfs als die zestien jaar of ouder is) moet worden geweigerd, omdat die naar Belgisch recht strafrechtelijk onverantwoordelijk is. De Belgische uitzondering van uithandengeving (artikel 57bis van de Jeugdbeschermingswet van 8 april 1965) betreft de vervolging van minderjarigen door Belgische rechtbanken en niet de procedure van overlevering.
Amper vier maanden later, in zijn arrest van 11 juni 2013 (P.13.0780.N), gooit het Hof het roer volledig om: een zestien- of zeventienjarige die een zwaar misdrijf pleegt, kan strafrechtelijk verantwoordelijk zijn in de zin van artikel 4.3° van de wet van 19 december 2003 betreffende het Europees aanhoudingsbevel, zodat die persoon desgevallend toch kan worden overgeleverd.
De redenering in het arrest van 6 februari 2013 luidde als volgt. Een EU-lidstaat moet de tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) weigeren indien de persoon tegen wie het EAB is uitgevaardigd, krachtens het recht van de uitvoerende lidstaat op grond van zijn leeftijd niet strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gesteld voor feiten die aan de grondslag liggen van het EAB (art. 4.3° Wet EAB). De enige uitzondering hierop zijn de verkeersmisdrijven.
Pleegt een zestienjarige een misdrijf in Roemenië en vlucht die nadien naar België, dan zal België die minderjarige niet overleveren aan Roemenië, omdat in België de leeftijd van strafrechtelijke aansprakelijkheid op achttien jaar ligt.
Op 11 juni 2013 beslist het Hof echter dat een minderjarige die, op het ogenblik dat hij één van de feiten opgesomd in artikel 57bis pleegt zestien jaar of ouder is, toch strafrechtelijk aansprakelijk kan zijn in de zin van artikel 4.3° wet EAB en dus kan worden overgeleverd. De overlevering is evenwel niet afhankelijk van een beslissing tot uithandengeving.