Ga verder naar de inhoud

Rechtspraak-advocatuur Over­gangs­be­pa­ling aangaande duur van de uitkering tot le­vens­on­der­houd na echt­schei­ding door het Grond­wet­te­lijk Hof vernietigd

Het Grondwettelijk Hof heeft in het arrest van 3 december 2008 het artikel 42, §5, van de wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van de echtscheiding vernietigd.
Die bepaling stelde de overgangsbepalingen vast die betrekking hebben op het nieuwe artikel 301 van het Burgerlijk Wetboek, dat de vroegere regeling van de na echtscheiding verschuldigde uitkering tot levensonderhoud heeft gewijzigd.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Rolnummer: 4374

Binnen de nieuwe echtscheidingswetgeving wordt de duur van de uitkering beperkt in de tijd zodat deze niet langer kan zijn dan de duur van het huwelijk. Artikel 42, § 5 maakte die beperking onmiddellijk van toepassing, zelfs op de uitkeringen na echtscheiding die zijn vastgesteld bij een vonnis dat definitief is geworden vóór de inwerkingtreding van de wet.

Het Hof besluit nu dat de wetgever hiermee op discriminerende wijze afbreuk heeft gedaan aan de gewettigde verwachtingen van de personen van wie de situatie onder de gelding van de vroegere wet was vastgesteld en enkel onder de bij die wet vastgestelde voorwaarden kon worden gewijzigd.

Het Hof verwijst naar de vele discussies hieromtrent tijdens de voorbereidende werkzaamheden waarin reeds werd aangegeven dat het hier om een omstreden bepaling ging.

De ministerraad had die bepaling verantwoord door te stellen dat het een regel met betrekking tot een termijn betrof en men bijgevolg diende aan te nemen dat ze een procedureregel was en hierdoor, volgens de regels van het overgangsrecht, onmiddellijk van toepassing was, zelfs op de echtscheidingen uitgesproken vóór de inwerkingtreding van de nieuwe wet.

Tijdens de behandeling in de Senaat werd al beweerd dat het hier ging om een bepaling die de manier regelt waarop men het bedrag van de uitkering na echtscheiding vaststelt en dat dat dus geen procedurewet kon zijn, maar een wet ten gronde waarop het overgangsrecht niet van toepassing is.

Het Hof overweegt vervolgens dat de bestreden bepalingen er in geen geval mogen toe leiden dat rechterlijke beslissingen die in kracht van gewijsde zijn gegaan, in vraag worden gesteld. Het Hof benadrukt evenwel dat de rechterlijke uitspraak waarbij een onderhoudsuitkering werd toegekend, niet kan worden beschouwd als een beslissing die onherroepelijk vastgestelde rechten doet ontstaan. Overeenkomstig artikel 301, § 3 van het Burgerlijk Wetboek, kan die duur immers door de rechter worden gewijzigd onder de voorwaarden van het vroegere artikel indien in de beslissing tot toekenning van een uitkering tot levensonderhoud geen duur werd vastgesteld.

Het Hof besluit dat de wetgever, door onder voorbehoud van de toepassing van het vroegere artikel 301, § 3 van het Burgerlijk Wetboek, de regeling van een in de tijd onbeperkte uitkering te vervangen door een regeling die de uitkering van rechtswege beëindigt na een duur die gelijk is aan die van het huwelijk, op discriminerende wijze afbreuk doet aan de gewettigde verwachtingen van de personen van wie de situatie onder de gelding van de vroegere wet was vastgesteld en enkel onder de bij die wet vastgestelde voorwaarden kon worden gewijzigd.

De verzoekende partijen haalden tevens meer algemeen als discriminatie aan dat de wet eenzelfde behandeling invoert voor mensen die ervoor gekozen hebben om te huwen onder de oude wetgeving en deze die na de nieuwe wetgeving huwden. Zij wijzen erop dat echtgenoten onder de oude wetgeving een ander verwachtingspatroon hadden en hun levensstijl hier ook naar schikten.

Het Hof acht dat middel niet gegrond en is zeer duidelijk door te stellen dat de toetreding tot het huwelijk voor de personen die in het huwelijk treden niet de rechtmatige verwachting doet ontstaan dat de wettelijke regeling ten tijde van hun huwelijk inzage echtscheiding ongewijzigd op hen van toepassing zal blijven.

Lees het volledige arrest

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen