Ga verder naar de inhoud

Rechtspraak-advocatuur Naamrecht bij adoptie doorstaat toets aan het ge­lijk­heids­be­gin­sel

Voor het Grondwettelijk Hof stond de grondwettigheid van art. 356-2, § 1 BW ter discussie.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Rolnummer: 5134

Op grond van deze bepaling mag een samenwonend paar van verschillend geslacht bij partneradoptie niet kiezen wie van beiden zijn familienaam aan de geadopteerde zal geven.  Een samenwonend paar van gelijk geslacht heeft deze keuzemogelijkheid wel (art. 356-2, § 2 BW).

Het Grondwettelijk Hof besluit dat deze verschillende behandeling geen schending uitmaakt van het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod op grond van volgende redenering.

De wetgever wil de familienaam op een eenvoudige en eenvormige wijze vaststellen, zodat die een zekere onveranderlijkheid heeft. 

Het recht om zijn familienaam door te geven aan zijn kind is geen grondrecht, zodat de wetgever over een ruimere beoordelingsbevoegdheid beschikt.

Vervolgens verwijst het Hof naar het eerdere arrest nummer 161/2002 van 6 november 2002, waarbij de voorkeur voor de familienaam van de vader bij oorspronkelijke afstamming getoetst werd aan het gelijkheidsbeginsel (art. 335, § 1 BW).  Naar mening van het Hof volstaat de opvatting dat in de huidige samenleving andere systemen voor de toekenning van de familienaam aan de doelstellingen van de naamgeving kunnen beantwoorden, niet om de huidige regeling als discriminatoir te beschouwen.

Met de volle adoptie wordt enerzijds de gelijkstelling met de oorspronkelijke afstammingsband nagestreefd en anderzijds de stabiliteit van de verwantschapsbanden en het gezin van de geadopteerde. 

Voor adoptie door paren van gelijk geslacht, kon de wetgever de regels van de oorspronkelijke afstamming niet naar analogie toepassen, nu die afstammingsvorm niet openstaat voor gelijkslachtige paren.  De wetgever moest dus een andere regeling voorzien.  Gelet op de ruime keuzevrijheid van de wetgever in deze materie, is het gemaakte onderscheid tussen paren van verschillend dan wel gelijk geslacht niet discriminatoir.

De problematiek werd reeds eerder aangekaart door S. Eggermont, “De houdbaarheid van het Belgische naamrecht”, TPR 2009, 1804-1806, nrs. 54-56. Ook hij besluit tot het niet discriminatoire karakter van deze verschillende behandeling.

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen