Ga verder naar de inhoud

Rechtspraak-advocatuur Hof van Justitie velt arrest over visum Syrisch gezin

Op 7 maart 2017 velde het Hof van Justitie van de Europese Unie een arrest in een ophefmakende visumzaak rond een Syrisch gezin. De Unierechter besliste dat het recht van de Unie in deze niet van toepassing is.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Rolnummer: ECLI EU C 2017-173 en ECLI EU C 2017-93

Op 7 maart 2017 velde het Hof van Justitie van de Europese Unie een arrest in een ophefmakende visumzaak rond een Syrisch gezin. De Unierechter besliste dat het recht van de Unie in deze niet van toepassing is.

Feiten en prejudiciële vragen

Een Syrisch gezin uit Aleppo diende op 12 oktober 2016 bij de Belgische ambassate in Beiroet een aanvraag voor een humanitair visum in op basis van artikel 25 van de gemeenschappelijke Visumcode. De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) wees de aanvragen af op 18 oktober 2016. Het gezin vocht die weigering aan voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV). Die legde vervolgens het Hof van Justitie twee prejudiciële vragen voor:

  1. Zien de 'internationale verplichtingen' als bedoeld in artikel 25, lid 1, onder a), van de visumcode op alle rechten die worden gewaarborgd door het Handvest, waaronder met name de door de artikelen 4 en 18 gewaarborgde rechten, en hebben zij eveneens betrekking op de verplichtingen die de lidstaten moeten nakomen in het licht van het EVRM en van artikel 33 van het Verdrag van Genève?
     
  2. a) Moet artikel 25, lid 1, onder a), van de visumcode, naargelang van het antwoord op de eerste vraag, aldus worden uitgelegd dat een lidstaat waarbij een aanvraag voor een visum met territoriaal beperkte geldigheid is ingediend, onder voorbehoud van de beoordelingsmarge waarover hij ten aanzien van de omstandigheden van de zaak beschikt, het aangevraagde visum dient af te geven wanneer gebleken is dat er een risico bestaat op schending van de artikelen 4 en/of 18 van het Handvest of van een andere internationale verplichting die op hem rust?
    b) Is het bestaan van bindingen tussen de aanvrager en de lidstaat waarbij de visumaanvraag is ingediend (bijvoorbeeld familiebanden, gastgezinnen, garantstellingen en borgen) van invloed op het antwoord op deze vraag?

Eindarrest van onafhankelijke Unierechter

Er werd met spanning gewacht op het arrest van het Hof van Justitie: zouden de buitengrenzen van de Unie wagenwijd worden opengezet voor oorlogsvluchtelingen uit alle windstreken als zij visumaanvragen kunnen indienen bij de diplomatieke vertegenwoordigingen van de lidstaten? Maar de Unierechter beantwoordt de prejudiciële vragen louter vanuit de toepasselijkheid van het Unierecht. 

De OVB heeft in dit zeer gemediatiseerde dossier steeds het belang van de onafhankelijkheid van de (supra)nationale magistratuur benadrukt. Ze is tevreden dat de ultieme Unierechter in deze zaak een eindarrest heeft geveld. 

Visumcode kan niet worden aangewend met het oog op het aanvragen van asiel

In de eerste plaats wijst het Hof van Justitie op de omstandigheid dat de verzoekende visumaanvragers een aanvraag voor een visum hebben ingediend op basis van artikel 25 van de Visumcode met het oog op het aanvragen van asiel bij aankomst in België. Een visum in de zin van de Visumcode heeft een maximale geldigheidsduur van 90 dagen. Het formeel indienen van een visumaanvraag op basis van de Visumcode impliceert ook dat de voorwaarden van een dergelijk visum van kracht zijn (nl. beperkt in de tijd). De Visumcode kan met andere woorden niet worden aangewend in de situatie van het Syrische gezin, dat de visa wilde aanwenden met het oog op het aanvragen van asiel. (rnrs. 42-43). De Belgische autoriteiten hebben de aanvragen dan ook ten onrechte aangemerkt als aanvragen van een visum voor een kort verblijf.

Hof van Justitie bevestigt bevoegdheid van de lidstaten

In de tweede plaats brengt het Hof van Justitie in herinnering dat de Uniewetgever ook los daarvan geen maatregelen heeft vastgesteld op basis van artikel 79, tweede lid VWEU die zouden vastleggen onder welke voorwaarden de lidstaten om humanitaire redenen verplicht zijn langlopende visa af te leveren. Daardoor vallen de visumaanvragen uit het hoofdgeding louter onder het nationale recht. (rnr. 44)

Bovendien, zo stelt het Hof van Justitie, kan een verplichting voor de lidstaten om onderdanen van derde staten, zoals het Syrische gezin, de mogelijkheid te bieden een verzoek om internationale bescherming in te dienen bij hun vertegenwoordigingen op het grondgebied van derde staten, ook niet worden afgeleid uit de Uniehandelingen aangenomen op grond van de verdragsrechtelijke grondslag van het gemeenschappelijk asielbeleid (artikel 78 VWEU). De Uniehandelingen die in dit kader de procedures voor verzoeken om internationale bescherming regelen, sluiten verzoeken die worden ingediend bij de diplomatieke vertegenwoordigingen van de lidstaten immers uit van hun werkingssfeer (bijv. de Dublin III-Verordening 604/2013, rnr. 49).


Het Hof van Justitie velde zijn rechtspraak op erg korte tijd in een spoedprocedure (art. 107 van het Reglement van Procesvoering): het arrest kwam er slechts een maand na de, overigens andersluidende, conclusie van de advocaat-generaal. 

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen