Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Hof van Cassatie bevestigt argumentatie OVB inzake keuzemogelijkheid tussen gerechtelijke weg en IOS-procedure
Het Hof van Cassatie bevestigt de argumentatie van de OVB inzake de keuzemogelijkheid tussen de gerechtelijke weg en de IOS-procedure.
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Rolnummer: C.17.0120.N
Penaliserend vonnis rechtbank van koophandel vernietigd door Hof van Cassatie
Op 12 oktober 2017 velde het Hof van Cassatie een arrest inzake het lot van de kosten bij gebruik van de dagvaarding in plaats van de IOS-procedure uit de artikelen 1394 e.v. Ger.W. (B2B invordering van onbetwiste geldschulden). Zoals welbekend is er rechtspraak die het gebruik van de dagvaarding bij de invordering van onbetwiste ondernemingsschulden penaliseerde door de in het gelijk gestelde partij te verwijzen in de kosten van het geding. Die rechtspraak doorstond eerder de toets niet voor het hof van beroep te Gent. Het cassatiearrest van 12 oktober betreft een voorziening ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank van koophandel van 27 oktober 2016. In dat vonnis wordt de in het gelijk gestelde eisende partij verwezen in de kosten, net omdat zij gebruik maakte van de gerechtelijke weg in plaats van de IOS-procedure. Het Hof van Cassatie vernietigde dit bestreden vonnis op de volgende gronden:
"Uit de parlementaire voorbereiding en uit de tekst van artikel 1394/20 Gerechtelijk Wetboek blijkt dat de procedure van invordering van onbetwiste geldschulden facultatief is en dat een schuldeiser de mogelijkheid behoudt om de geldschulden in te vorderen via een gewone gerechtelijke procedure. Bovendien kunnen interesten en schadebedingen via deze procedure maximaal ten belope van 10 pct. van de hoofdsom worden ingevorderd en verloopt minstens een maand en acht dagen vooraleer een uitvoerbaar verklaard proces-verbaal van niet-betwisting kan worden afgeleverd. Uit het voorgaande volgt dat de keuze voor een gewone gerechtelijke procedure in plaats van voor de procedure van invordering van onbetwiste geldschulden op zich geen fout uitmaakt, noch blijk geeft van procesmisbruik."
Bepaling "nutteloze kosten" - beroep tot vernietiging ingesteld bij het GwH door OVB
De rechtspraak waartegen voormelde cassatievoorziening werd ingesteld, dateert voor alle duidelijkheid van voor de wijziging die de vierde potpourriwet (PP IV) aanbracht aan artikel 1017, eerste lid Ger.W. Die potpourriwet wijzigde artikel 1017 in die zin dat een partij, zelfs ambtshalve, kan verwezen worden in de kosten wanneer ze foutief "nutteloze kosten" veroorzaakt.
Tegen die bepaling heeft de OVB een beroep tot vernietiging ingesteld bij het Grondwettelijk Hof (GwH) bij wijze van principekwestie. Reeds bij het opduiken van rechtspraak van de rechtbanken van koophandel houdende het “penaliseren” van het gebruik van de dagvaarding in plaats van de IOS-procedure, heeft de OVB een nota aan de advocatuur gecommuniceerd. In die nota haalt zij mogelijke verweermiddelen aan tegen deze praktijk, gesteund op bv. artikel 866 Ger.W. (de ministeriële ambtenaar draagt de door hem veroorzaakte nodeloze kosten, wat kan tellen als doorgeschoten analogie). U vindt de nota van 7 oktober 2016 nogmaals als bijlage.
Hof van Cassatie treedt argumentatie OVB bij via gunstig arrest
Een en ander heeft minstens onrechtstreeks geleid tot het gunstige arrest van het Hof van Cassatie van 12 oktober 2017, dat ons onder meer werd bezorgd door stafhouder Brigitte Vander Meulen. Dit arrest volgt onze argumentatie principieel. Toen vervolgens bleek dat de wetgever een en ander wenste te codificeren via PP IV (artikel 81), hebben we de keuze gemaakt ook deze laatste stap naar het GwH te zetten om die norm uit de rechtsorde te laten verwijderen.