Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Hof van beroep erkent beroepsgeheim van advocaat bij fiscale controle bij cliënt
Het hof van beroep van Antwerpen sprak zich op 7 september 2021 uit over het vertrouwelijk karakter van briefwisseling tussen een advocaat en zijn cliënt naar aanleiding van een fiscale controle bij de cliënt. Het hof erkent in het arrest het beroepsgeheim van de advocaat als dusdanig en de rol van de stafhouder in dit verband.
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Feiten
Bij een fiscale controle bij een onderneming kopieerde de Belgische Staat stukken, digitale bestanden en informatie, waaronder briefwisseling tussen de advocaat en de betrokken onderneming.
De onderneming vorderde in kortgeding onder meer de aanstelling van een sekwester voor de bewaring van de door de fiscus in beslag genomen digitale bestanden, informatie en stukken en de voorlegging ervan aan de stafhouder voor de handhaving van het beroepsgeheim en de zuivering van het dossier.
Rol stafhouder
De kortgedingrechter verklaarde de eis gegrond en verzocht de aangestelde sekwester om de bestanden ter beschikking te stellen van de stafhouder. Die moest onderzoeken welke bestanden als vertrouwelijke briefwisseling tussen de onderneming en de advocaat kunnen worden bestempeld.
De bestanden die de stafhouder niet als vertrouwelijk kwalificeert, moeten terug ter beschikking worden gesteld van de Belgische Staat. De bestanden die de stafhouder wel als vertrouwelijk beoordeelt, moeten in bewaring worden gehouden tot een uitspraak ten gronde of tot een schriftelijk akkoord tussen de onderneming en de fiscus tot stand komt.
De Belgische Staat tekende hoger beroep aan tegen die beschikking.
Uitspraak in beroep
Zonder uitspraak te (mogen) doen over enerzijds de al dan niet daadwerkelijke schending van het beroepsgeheim, het recht van verdediging en het recht op de eerbiediging van het privéleven en over anderzijds de rechtsgeldigheid van de kopiename van de bestanden, bevestigt het hof van beroep de bestreden beschikking.
Volgens het hof volstaat de vaststelling dat briefwisseling tussen een advocaat en zijn cliënt vertrouwelijk kan zijn en er aldus een schending kan zijn van het beroepsgeheim en van het recht op eerbiediging van het privéleven. Ook volstaat de vaststelling dat bestanden en briefwisseling tussen advocaat en cliënt werden gekopieerd, die potentieel vertrouwelijk zijn.
Verder oordeelt het hof dat de stafhouder, gelet op zijn disciplinaire functie als hoofd van de Orde van advocaten, de uitgelezen persoon is om te onderzoeken hoeveel vertrouwelijke briefwisseling en bestanden werden gekopieerd.
Erkenning vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaat en cliënt
Hoewel het hof zich (bij gebrek aan bevoegdheid) niet uitspreekt over een al dan niet effectieve schending van het beroepsgeheim, erkent het hof wel de vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaat en cliënt en het beroepsgeheim van de advocaat als dusdanig.
Dit principe kan bij uitbreiding worden toegepast bij onder meer visitaties in het kader van het Wetboek van Economisch Recht, beslag inzake namaak, …