Ga verder naar de inhoud

Rechtspraak-advocatuur Het straf­rech­te­lijk uit­voe­rings­on­der­zoek: analyse van het arrest Grond­wet­te­lijk Hof

Het Grondwettelijk Hof vernietigde op 17 december 2015 de door de OVB aangevochten SUO-wetgeving op een aantal vlakken. Hier leest u een uitgebreidere samenvatting van dat arrest.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Rolnummer: 6056

Door de wetten van 11 februari 2014 kan het Openbaar Ministerie (OM) na de veroordeling het vermogen opsporen van de veroordeelde die bewust zijn geldboete en gerechtskosten niet betaalt en/of zich onttrekt aan de verbeurdverklaring. Een strafuitvoeringsonderzoek (SUO) is wel enkel mogelijk wanneer de veroordeling betrekking heeft op een misdrijf dat strafbaar is met minstens een jaar gevangenisstraf én wanneer het niet betaalde saldo meer dan 10.000 EUR bedraagt. 

Vernietingsberoep door de OVB wegens aantasting rechten van verdediging

Tijdens dat strafuitvoeringsonderzoek (SUO) krijgt het OM verregaande onderzoeksbevoegdheden. Het OM kan die ook stellen ten aanzien van malafide derden die met de veroordeelden samenspannen. De uitvoeringshandelingen die het OM ook in een opsporingsonderzoek kan stellen, kunnen door de SUO-magistraat zelfstandig worden bevolen. Voor andere, limitatief bepaalde uitvoeringshandelingen is daarentegen een voorafgaandelijke machtiging van de strafuitvoeringsrechter nodig. 

De Orde van Vlaamse Balies protesteerde hevig tegen die verregaande bevoegdheden, die de rechten van verdediging kunnen aantasten. Zeker aangezien die bevoegdheden verder gaan dan de bevoegdheden van het OM tijdens een 'normaal' strafrechtelijk opsporings- of gerechtelijk onderzoek. De OVB is immers van oordeel dat de positie van veroordeelden (en zeker die van de malafide derden) in een SUO niet veel verschilt van de positie van verdachten van witwasmisdrijven (505 Sw.) of het misdrijf van onbedrieglijk onvermogen (490bis Sw.). Ze vocht de wet ook aan bij het Grondwettelijk Hof.

De beslissing van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof erkent dat er zowel tijdens het strafrechtelijk vooronderzoek als tijdens het SUO gegevens worden verzameld over rechtsonderhorigen en er in beide onderzoeken onderzoekshandelingen kunnen worden gesteld die de grondrechten van personen kunnen aantasten. Toch volgt het Hof de regering wanneer het zegt dat veroordeelden in een SUO zich in een andere positie bevinden dan verdachten in het vooronderzoek. Het SUO heeft betrekking op veroordeelden die hun vermogen onttrekken aan het gerecht en zo de uitvoering van de door de strafrechter opgelegde straffen belemmeren. 

Het Grondwettelijk Hof acht het bewerkstelligen van een efficiënte strafuitvoering een legitieme doelstelling die andere voorwaarden voor onderzoekshandelingen tijdens het SUO kunnen rechtvaardigen. Omdat de uitvoering van rechterlijke beslissingen en van straffen de bevoegdheid van het OM is, ziet het Hof ook geen graten in de centrale rol die het OM in de SUO-wet krijgt toebedeeld. Het zal er wel steeds over waken dat de onderzoekshandelingen in het SUO de grondrechten van betrokkenen niet op onevenredige wijze aantasten en dat er voldoende wettelijke waarborgen worden bepaald. Dat acht het Hof eens te meer van belang met betrekking tot de malafide derden, die door het OM zelf worden bepaald.

De "gewone" uitvoeringshandelingen: voldoende wettelijke waarborgen

Voor de gewone SUO-handelingen, die zonder rechterlijke machtiging kunnen worden gesteld, vindt het Grondwettelijk Hof de wettelijke voorwaarden in orde, bijvoorbeeld voor de observatie (die in tegenstelling tot in het vooronderzoek 3 maanden mag duren) en voor het inwinnen van bankgegevens. De toepassingsvoorwaarden zijn volgens het Hof voldoende precies omschreven en bevatten voldoende waarborgen om de proportionaliteit en de subsidiariteit te garanderen.

De "specifieke" uitvoeringshandelingen: grondige controle strafuitvoeringsrechter

Meer ingrijpende uitvoeringshandelingen kunnen enkel worden gesteld op voorwaarde dat er machtiging is van de strafuitvoeringsrechter. De rechterlijke controle heeft betrekking op de de wettigheid, de proportionaliteit en de subsidiariteit. Anders dan wat de wetgever voorhoudt, is dat volgens het Grondwettelijk Hof geen marginale controle. De strafuitvoeringsrechter moet niet alleen de naleving van de toepassingsvoorwaarden nagaan, maar moet effectief oordelen of andere maatregelen niet kunnen volstaan en of de toepassing geen onevenredige beperking van de grondrechten inhoudt.

Wat de wettelijke regeling van die specifieke uitvoeringshandelingen betreft, ziet het Grondwettelijk Hof evenwel enkele schendingen en hecht het aan andere bepalingen een grondwetsconforme interpretatie:

  1. Het Hof zag een grondwettelijke schending in de mogelijkheid van de SUO-magistraat om de "observatie ten aanzien van de woning" te bevelen (art 464/27 Sv.). Niet voldoende precies geformuleerd, volgens het Hof. Bovendien acht het de inbreuk in de privacy even groot als bij de telefoontap die in het SUO-onderzoek enkel ten aanzien van bepaalde misdrijven kan. Omdat de machtiging tot observatie ten aanzien van de woning die beperking niet kent, is het middel gegrond.
     
  2. Het Hof zag ook een schending in de verplichting van de veroordeelde en van "derden te kwader trouw" om mee te werken aan een zoeking in een informatiesysteem (art 464/24, §§2-3 Sv.). Het acht dat in strijd met het fundamenteel recht zichzelf niet te moeten beschuldigen. Dat is wel enkel het geval wanneer de in het SUO verzamelde gegevens informatie over een ander misdrijf opleveren en doorsijpelen in een nieuw strafrechtelijk opsporings- of gerechtelijk onderzoek. Is dat niet het geval, is het recht zichzelf niet te moeten beschuldigen niet in het gedrang omdat de betrokkene geen "verdachte" is.     
     
  3. Het Grondwettelijk Hof verduidelijkt voorts dat de uitbreiding van de zoeking naar andere informaticasystemen enkel mogelijk is wanneer de gebruiker effectief toegang heeft tot die andere systemen, net als in het gerechtelijk onderzoek. Het Hof benadrukt trouwens dat het OM in haar machtigingsverzoek duidelijk de reikwijdte van de uitbreiding van de zoeking moet aangeven, zodat de strafuitvoeringsrechter met voldoende kennis van zaken kan beslissen. 

Wat met de inzage in het dossier?

Het Grondwettelijk Hof erkent dat de effectiviteit van het SUO vaak afhangt van het geheim karakter ervan. Het acht het dan ook gerechtvaardigd dat het OM de inzage soms kan weigeren. Maar het ziet wel een schending in het feit dat er niet wordt voorzien in een beoordeling door een onafhankelijke en onpartijdige rechter van de weigering van het verzoek tot inzage van het dossier wanneer het SUO niet leidt of nog niet heeft geleid tot een inbeslagneming of tot de ontdekking van nieuwe strafbare feiten (art 464/1 §5 Sv.). 

Wanneer er wel goederen in beslag worden genomen (wat het OM kan zonder rechterlijke machtiging), kan de betrokkene een verzoek tot opheffing van het beslag tot het OM richten. Wanneer het OM dat weigert, kan de betrokkene de zaak aanhangig maken bij de strafuitvoeringsrechter. Dat houdt niet alleen een voldoende rechterlijke controle op die inbreuk op het eigendomsrecht in, maar leidt er tevens toe dat de betrokkene inzage krijgt in het dossier.

Ook wanneer er nieuwe feiten worden ontdekt die ter kennis worden gegeven aan het OM met het oog op de opstart van een nieuw onderzoek en vervolging, zal de betrokkene inzage kunnen krijgen in het strafdossier en de relevante gegevens van het SUO. Het Hof beslist immers dat indien inlichtingen, verzameld in een SUO worden aangewend in een andere strafrechtelijke of burgerrechtelijke procedure, de relevante stukken uit het SUO-dossier moeten worden opgenomen in het strafdossier, zodat het recht op tegenspraak wordt geërbiedigd.

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen