Ga verder naar de inhoud

Rechtspraak-advocatuur Het Grond­wet­te­lijk Hof oordeelt dat der­den­ver­zet tegen een arbitrale uitspraak mogelijk moet zijn

Het Grondwettelijk Hof heeft in zijn arrest van 16 februari 2017 geoordeeld dat derden, die door een arbitrale beslissing benadeeld worden, derdenverzet moeten kunnen aantekenen tegen die arbitrale uitspraak.

Het feit dat benadeelde derden slechts in geval van bedrog een vordering tot vernietiging van de arbitrale beslissing kunnen instellen, levert volgens het Grondwettelijk Hof geen schending op van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret
ADR

Deel dit artikel

Rolnummer: 6362

De Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel heeft bij vonnis van 29 januari 2016 twee prejudiciële vragen gesteld aan het Grondwettelijk Hof betreffende de artikelen 1122 en 1717 van het Gerechtelijk Wetboek.

Antwoord op de eerste prejudiciële vraag: derdenverzet tegen een arbitrale uitspraak moet mogelijk zijn

Krachtens artikel 1122 van het Gerechtelijk Wetboek is derdenverzet enkel mogelijk tegen een beslissing gewezen door een burgerlijk gerecht of door een strafgerecht in zoverre het strafgerecht uitspraak heeft gedaan over burgerlijke belangen. Die bepaling sluit dus de mogelijkheid van derdenverzet tegen beslissingen gewezen door een scheidsgerecht uit. Aan het Grondwettelijk Hof werd gevraagd om na te gaan of die regeling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt.

Volgens het Grondwettelijk Hof zijn de gerechtelijke geschillenbeslechting en de arbitrage verschillende manieren van geschillenbeslechting die zijn onderworpen aan verschillende procedureregels. Partijen beslissen zelf of ze hun geschil al dan niet aan arbitrage onderwerpen. Kiezen ze voor arbitrage, dan aanvaarden ze om hun geschil te onderwerpen aan specifieke procedureregels. De derden bij de arbitrageovereenkomst hebben daarentegen niet zelf gekozen voor die manier van geschillenbeslechting en kunnen dus niet worden verondersteld de gevolgen voor hun rechten te hebben aanvaard. 

Als partijen kiezen om hun geschil aan arbitrage te onderwerpen, heeft dat tot gevolg dat aan derden de mogelijkheid tot derdenverzet wordt ontzegd. Dat rechtsmiddel zou voor hen daarentegen wel beschikbaar zijn indien de partijen hadden gekozen voor de rechterlijke beslechting van hun geschil. De onmogelijkheid tot derdenverzet plaatst de derden bij een arbitrale beslissing in een minder gunstige situatie, aangezien de uitoefening van derdenverzet voor hen het voordeel inhoudt dat er geen omkering van bewijslast zal zijn.

Het Grondwettelijk Hof acht artikel 1122 van het Gerechtelijk Wetboek niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Het staat aan de verwijzende rechter om een einde te maken aan de schending van die normen.

Antwoord op de tweede prejudiciële vraag: een vordering tot vernietiging van een arbitrale uitspraak door benadeelde derden blijft enkel mogelijk in geval van bedrog

Artikel 1717 van het Gerechtelijk Wetboek somt op limitatieve wijze de mogelijkheden op voor de partijen om van de rechter de vernietiging te verkrijgen van de arbitrale uitspraak. Die bepaling bevat voor benadeelde derden evenwel geen mogelijkheid om de vernietiging van de uitspraak te verkrijgen. In het arrest van 29 januari 1993 heeft het Hof van Cassatie aanvaard dat een derde de vernietiging van een arbitrale uitspraak kan verkrijgen, maar enkel wanneer het aan arbitrage voorgelegde geschil is gefingeerd om zijn rechten te schaden. Het Hof van Cassatie oordeelde daarbij dat de derde, in die specifieke hypothese, moet worden beschouwd als een betrokken partij.  

Het verschil in behandeling dat volgt uit artikel 1717 van het Gerechtelijk Wetboek, berust op het objectieve criterium van de hoedanigheid van partij dan wel van derde bij de arbitrale uitspraak. Ten aanzien van de kenmerken en de doelstellingen van de procedure tot vernietiging van de arbitrale uitspraak bevinden de partijen enerzijds en de derden anderzijds zich in essentieel verschillende situaties, stelt het Grondwettelijk Hof. Het Grondwettelijk Hof besluit dat de naleving van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet de wetgever er niet toe verplicht om de mogelijkheid om een arbitrale uitspraak door middel van de vernietiging aan te vechten, uit te breiden tot alle derden aan wie de arbitrale uitspraak zou kunnen worden tegengesteld, behoudens het bijzondere geval van bedrog. 

Het feit dat derden bij de arbitrale uitspraak worden uitgesloten van het recht om de vernietiging ervan te vorderen, heeft voor hen geen onevenredige gevolgen. Hun rechten zijn immers voldoende beschermd door de mogelijkheid om de tegenstelbaarheid van de uitspraak ten aanzien van hen onwerkdadig te maken door derdenverzet in te stellen.

Volgens het Grondwettelijk Hof schendt artikel 1717 van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet in die interpretatie dat het de door een arbitrale uitspraak benadeelde derden enkel in geval van bedrog toelaat om een beroep tot vernietiging van die beslissing in te stellen.

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen