vrijdag 21 juni 2024
Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Het Grondwettelijk Hof en het afstammingsrecht
Het Grondwettelijk Hof acht de onmogelijkheid om het vermoeden van vaderschap en de vaderlijke erkenning te betwisten indien het kind bezit van staat heeft ten aanzien van zijn juridische vader, ongrondwettelijk.
Merve Köse
Jurist deontologie
Dominique Dombret
Jurist deontologie
Rolnummer: 5433 en 5608
Het Grondwettelijk Hof acht de onmogelijkheid om het vermoeden van vaderschap en de vaderlijke erkenning te betwisten indien het kind bezit van staat heeft ten aanzien van zijn juridische vader, ongrondwettelijk. U vindt de twee nieuwe arresten onder documenten.
Die uitspraken liggen in de lijn van de eerdere rechtspraak van het Grondwettelijk Hof over het nieuwe afstammingsrecht. Zie over de eerdere arresten:
- SENAEVE, P. en QUIRYNEN, A., "Het afstammingsrecht na de arresten van het Grondwettelijk Hof van 2010-2011" in X., Recht in beweging, Antwerpen, Maklu, 2012, 279-307.
- SWENNEN, F., "Afstamming en Grondwettelijk Hof", RW 2011-12, 1102-1110.
- VERSCHELDEN, G., "De hervorming van het afstammingsrecht door het Grondwettelijk Hof" in SENAEVE, P., SWENNEN, F. en VERSCHELDEN, G. (eds)., Ouders en kinderen, Antwerpen, Intersentia, 2013, 1-70.