Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Het begrip ‘echtgenoot’ is geslachtsneutraal volgens het Hof van Justitie
In een arrest van 5 juni 2018 oordeelde het Europees Hof van Justitie dat het begrip ‘echtgenoot’ in de zin van de richtlijn 2004/38/EG ook een echtgenoot van hetzelfde geslacht omvat.
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Rolnummer: C 2018-385
Feiten
In casu was een Roemeens en Amerikaans staatsburger, Coman, in 2010 te Brussel gehuwd met een Amerikaans staatsburger, Hamilton. Beide mannen hadden de Roemeense autoriteiten verzocht of Hamilton, die geen burger van de Unie is, een recht kon verkrijgen om langer dan drie maanden legaal in Roemenië te verblijven als ‘familielid’ van Coman in de zin van art. 2, punt 2 van richtlijn 2004/38/EG betreffende het vrij verkeer van personen. Dat verzoek werd afgewezen aangezien een huwelijk tussen twee personen van hetzelfde geslacht niet erkend wordt in Roemenië. Bijgevolg kon slechts een verblijfsrecht van drie maanden worden toegekend.
Verzoek om prejudiciële beslissing
Beide mannen wendden zich vervolgens tot de Roemeense rechter in eerste aanleg voor wie ze een exceptie van ongrondwettigheid opwierpen, waarover het Grondwettelijk Hof zich moest uitspreken. In dat kader verzocht het Roemeense Grondwettelijk Hof het Europees Hof van Justitie of een ‘echtgenoot’ in de zin van art. 2, punt 2, a) richtlijn 2004/38/EG ook een echtgenoot van hetzelfde geslacht omvat die geen burger van de Unie is (in casu Amerikaans burger), maar die wel wettig gehuwd is met een burger van de Unie (in casu Roemeens burger) overeenkomstig de wet van een lidstaat die niet het gastland is (in casu België), en zo ja of dan vereist is dat het gastland (in casu Roemenië) een verblijfsrecht van meer dan drie maanden toekent aan de echtgenoot.
Indien het antwoord op die eerste vraag ontkennend was vroeg het Grondwettelijk zich af of de echtgenoot van hetzelfde geslacht, i.e. Hamilton, dan als een ‘ander familielid’ in de zin van art. 3, tweede lid, a) van de richtlijn 2004/38/EG kan worden beschouwd of als een ‘partner met wie de burger van de Unie een deugdelijk bewezen duurzame relatie’ heeft in de zin van art. 3, tweede lid, b) van richtlijn 2004/38/EG, en of dan op die grondslag een verblijfsrecht van meer dan drie maanden moet worden toegekend.
Echtgenoot is geslachtsneutraal
In het arrest Relu Adrian Coman e.a./Inspectoratul General pentru Imigrari e.a. van 5 juni 2018 antwoordde het Europees Hof van Justitie dat het begrip ‘echtgenoot’ in de zin van richtlijn 2004/38/EG geslachtsneutraal is en dus ook een echtgenoot van hetzelfde geslacht van de betrokken burger van de Unie kan omvatten (ov. 35).
Instituut huwelijk behoort tot nationaal recht van de EU-lidstaat
Het Hof oordeelde daarnaast dat de weigering van de Roemeense autoriteiten om het gelijkslachtige huwelijk tussen een burger van de Unie en een derdelander gesloten in een andere lidstaat te erkennen, met het oog op toekenning van een afgeleid verblijfsrecht aan die derdelander, een belemmering kan vormen voor de uitoefening van het recht van vrij verkeer en verblijf van de burger van de Unie krachtens art. 21, eerste lid VWEU (ov. 40). Die beperking kan niet worden gerechtvaardigd om redenen van openbare orde die in dit geval strikt moeten worden opgevat (ov. 42-44). De verplichting voor een lidstaat om een huwelijk tussen personen van hetzelfde geslacht dat geldig werd gesloten in een andere lidstaat overeenkomstig het recht daarvan, te erkennen enkel met het oog op toekenning van een afgeleid verblijfsrecht aan een derdelander, doet geen afbreuk aan het in het nationale recht van die eerste lidstaat omschreven instituut van het huwelijk dat nog steeds tot de bevoegdheid van de lidstaten behoort. De lidstaat is met andere woorden niet verplicht om op grond van die verplichting een huwelijk tussen twee personen van hetzelfde geslacht in zijn nationale wetgeving in te voeren (ov. 45).