Ga verder naar de inhoud

Rechtspraak-advocatuur Grond­wet­te­lijk Hof werpt nieuw licht op taxatie pro-Deover­goe­din­gen

In antwoord op een prejudiciële vraag stelt het Grondwettelijk Hof dat ook vergoedingen, waarin de laattijdige uitbetaling het gevolg is van door de overheid opgelegde formaliteiten en procedures, moeten kunnen worden beschouwd als afzonderlijke belastbare achterstallen en bijgevolg belast worden aan het gemiddeld tarief.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Rolnummer: 6154

Na het Hof van Cassatie in zijn arrest van 23 april 2010 heeft nu ook het Grondwettelijk Hof zich uitgesproken over de fiscale behandeling van pro-Deovergoedingen. In zijn arrest nr. 30/2016 van 25 februari 2016 volgt het Grondwettelijk Hof de eerdere stelling van het Hof van Cassatie niet.  

Prejudiciële vraag

Aanleiding voor het arrest is een prejucidiële vraag van de rechtbank van eerste aanleg Waals-Brabant. De rechtbank wilde weten of de stelling van het Hof van Cassatie dat er sprake moet zijn van een laattijdige betaling door de fout of nalatigheid van de overheid om de pro-Deovergoedingen aan een gemiddeld tarief te belasten (en dus niet aan een progressief tarief) in strijd is met de Grondwet: 

"Schendt artikel 171, 60 [lees: 6°], tweede streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10, 11, 23, derde lid, 2°, en 172 van de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en/of artikel 7 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, in zoverre het, om een afzonderlijke belasting te genieten van de baten van vrije beroepen die door toedoen van een overheid niet tijdig zijn betaald, vereist dat de laattijdigheid van de betaling of van de toekenning van een vergoeding toe te schrijven is aan een fout of een nalatigheid van de overheid ? "

Uitspraak Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof acht het criterium van de fout of nalatigheid van een overheid die de vertraging van de betaling heeft veroorzaakt niet relevant om een verschil in behandeling onder belastingplichtigen in te voeren (overweging B7). Het besluit bijgevolg dat er effectief sprake is van een schending van de Grondwet als het begrip "door toedoen van de overheid" van art. 171, 6°WIB/92 wordt geïnterpreteerd als "door een fout of nalatigheid van de overheid" (overweging B8). Indien het begrip "door toedoen van de overheid" evenwel anders wordt geïnterpreteerd, is er geen schending (overweging B9).

Bijgevolg zegt het Hof voor recht:

  • "In die zin geïnterpreteerd dat het vereist dat de niet-tijdige betaling toe te schrijven is aan een fout of een nalatigheid vanwege de overheid opdat de belastingplichtige een afzonderlijke belasting kan genieten van de baten van vrije beroepen die niet tijdig zijn betaald door toedoen van een overheid, schendt artikel 171, 6°, tweede streepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet.
  • In die zin geïnterpreteerd dat zij niet vereist dat de niet-tijdige betaling toe te schrijven is aan een fout of een nalatigheid vanwege de overheid opdat de belastingplichtige een afzonderlijke belasting kan genieten van de baten van vrije beroepen die niet tijdig zijn betaald door toedoen van een overheid, schendt dezelfde bepaling de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet niet."

Gevolgen arrest

Op basis van dat arrest kan art. 171, 6° WIB/92 dus wel degelijk worden toegepast op pro-Deovergoedingen. De interpretatie dat er sprake moet zijn van een laattijdige betaling door een fout of nalatigheid van de overheid is ongrondwettelijk bevonden en mag dus niet meer worden ingeroepen. Het is nu duidelijk dat pro-Deovergoedingen voor een belasting aan een gemiddeld tarief in aanmerking komen.

Daarbij moet wel opgemerkt worden dat de belasting aan dat gemiddeld tarief uitsluitend is voorbehouden voor betalingen die betrekking hebben op prestaties van meer dan 12 maanden en enkel voor het gedeelte dat hoger is dan 12 maanden prestaties. In de praktijk zal een deel van de BJB-vergoedingen dus worden belast aan het gewone progressieve tarief (namelijk prestaties van 12 maanden) en een ander deel aan het gemiddelde tarief (namelijk wat hoger is dan 12 maanden).

Door het laattijdig gedeelte van de pro-Deovergoeding in de juiste code van het aangifteformulier in te vullen, berekent de computer van de fiscale administratie automatisch het toepasselijke gemiddelde tarief. Voor het aanslagjaar 2015, waren de toepasselijke codes 1652-94 resp. 2652-64. Het is thans nog niet bekend of die codes voor het aanslagjaar 2016 dezelfde zullen blijven.

Vanzelfsprekend kan dat arrest nuttig worden aangewend door advocaten die verwikkeld zijn in een fiscale betwisting over de taxatie van hun pro-Deovergoedingen. Ook advocaten van wie de pro-Deovergoedingen vroeger werden belast aan de gewone tarieven kunnen alsnog een bezwaarschrift of een verzoek tot ambtshalve ontheffing indienen tegen de aanslagen die werden gevestigd sinds 1 januari 2012 (art. 376 §1 WIB/92 - cfr. eveneens arrest Grondwettelijk Hof 54/2005). 

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen