Ga verder naar de inhoud

Rechtspraak-advocatuur GwH vernietigt ad­vo­ca­ten­ak­te­wet en bepalingen WER niet

Het Grondwettelijk Hof acht de advocatenaktewet en de bepalingen in het WER betreffende de onderzoeksbevoegdheden van de mededingingsautoriteit conform de Grondwet.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Rolnummer: 5733-5740 en 5772

Op 10 december 2014 velde het Grondwettelijk Hof twee arresten die van belang zijn voor het beroep van advocaat:

Arrest 181/2014 (Advocatenaktewet)

De vzw Belgische Vereniging van Incasso-ondernemingen vorderde de vernietiging van de wet van 23 mei 2013 « tot wijziging van artikel 2244 van het Burgerlijk Wetboek teneinde aan de ingebrekestellingsbrief van de advocaat, van de gerechtsdeurwaarder of van de persoon die krachtens artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek in rechte mag verschijnen, een verjaringsstuitende werking te verlenen » (BS 1 juli 2013).

De Incasso-ondernemingen menen dat zij gediscrimineerd worden ten aanzien van advocaten, gerechtsdeurwaarders en personen die namens de schuldeiser in rechte kunnen optreden krachtens artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek. Een ingebrekestelling verstuurd door die laatste categorieën stuit immers de verjaring, terwijl die werking niet wordt toegekend aan de ingebrekestelling verstuurd door de incassobureaus onder de wettelijk bepaalde voorwaarden. 

De OVB had de exceptie opgeworpen dat relevante categorieën functies niet vergelijkbaar waren. Het GwH volgt die stelling niet op basis van deze overweging: “Hoewel zij zich bevinden in objectief verschillende situaties en onderworpen zijn aan verschillende bij de voormelde wet van 20 december 2002 voorgeschreven regels, zijn de bij de bestreden bepaling beoogde personen en de incassobureaus niet dermate verschillend dat zij niet met elkaar zouden kunnen worden vergeleken. Het betreft immers in beide gevallen personen die gemeen hebben dat zij schulden minnelijk mogen invorderen". (B.3.2)

Het GwH kon geen schending vaststellen, nu de aard van het beroep van bijv. advocaat met zich brengt dat zij wel, met uitsluiting van andere beroepsgroepen, onder het toepassingsgebied van de wet kunnen vallen (omdat advocaten aan een bijzondere deontologie onderworpen zijn): “Gelet op het belang van de verjaringsstuitende werking verbonden aan het versturen van een ingebrekestelling, vermocht de wetgever rechtmatig ervan uit te gaan dat, om redenen van rechtszekerheid, die mogelijkheid diende te worden voorbehouden aan beroepscategorieën die, zoals dat het geval is voor de advocaten, de deurwaarders of de 17 personen beoogd in artikel 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, beantwoorden aan deontologische regels eigen aan het statuut van elk van die beroepen of die, als rechtsbeoefenaars, geschikt zijn om, op basis van een grondig onderzoek van het aan hen voorgelegde dossier, de risico’s te evalueren van de verjaring van de schuldvordering waarvan zij de betaling nastreven, alsook het gedrag dat dient te worden aangenomen om een dergelijke verjaring te voorkomen.” (B.9)

Arrest 179/2014 (WER onderzoeksbevoegdheden mededingingsautoriteit)

AVOCATS.BE en het Instituut voor Bedrijfsjuristen hadden een beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 12 van de wet van 3 april 2013 houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek IV « Bescherming van de mededinging » en boek V « De mededinging en de prijsevoluties » van het Wetboek van Economisch Recht (BS 26 april 2013).

De middelen komen neer op een schending van procedurele rechten (artikel 6 EVRM), van het recht op privéleven zoals beschermd door artikel 8 EVRM (beroepsgeheim) en van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wegens discriminatie ten aanzien van betere proceswaarborgen bij huiszoekingen en inbeslagname van gegevens in het strafprocesrecht.

De verzoekende partijen klagen aan dat de bestreden wet niet voorziet in een onmiddellijk beroep tegen de beslissingen van het auditoraat in verband met het beslag en het gebruik van documenten en informaticagegevens. Pas na afloop van de onderzoeksprocedure en op voorwaarde dat die gegevens zijn gebruikt ter staving van de grieven die zullen worden geformuleerd in het met redenen omklede ontwerp van beslissing dat het auditoraat voorlegt aan het mededingingscollege, kan een beroep worden ingesteld voor het hof van beroep te Brussel.

Artikel IV.79 WER, ingevoegd door artikel 12 van de bestreden wet, zou in strijd zijn met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de artikelen 15, 16, 22 en 29 van de Grondwet. In hoofdzaak wordt dat bestreden artikel verweten het recht op het privéleven in alle mogelijke facetten ervan niet in acht te nemen: onschendbaarheid van de woning, recht op de privé-eigendom, briefgeheim.

Bovendien zou het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie nog worden geschonden door de ongelijke behandeling die de bestreden bepaling zou invoeren ten aanzien van de personen die onderworpen zijn aan een huiszoeking of een beslag door de organen van de Belgische mededingingsautoriteit, ten opzichte van de personen die, in dezelfde situatie in strafzaken, een toezicht op de regelmatigheid van het onderzoek door de kamer van inbeschuldigingstelling genieten (artikelen 136, 136bis en 235bis van het Wetboek van strafvordering), door de onderzoeksrechter (artikel 61quater, §§ 1 tot 6, van hetzelfde Wetboek), alsook na de saisine door de feitenrechter (artikel 61quater, § 7, van hetzelfde Wetboek).

Het GwH besluit dat de relevante bepalingen uit het WER de grondrechten niet schenden: uiteindelijk moet er geen volledig parallellisme zijn tussen enerzijds administratieve procedures zoals in het kader van het toezicht op de naleving van de mededingingsregels en anderzijds de strafprocedure. Bovendien zijn er voldoende waarborgen dat de uitoefening van de controlebevoegdheid van het hof van beroep te Brussel een schending van artikel 8 EVRM voorkomt: “Het staat aan het hof van beroep erover te waken dat geen enkel gegeven dat onwettig is verkregen, noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks, kan worden gebruikt ter ondersteuning van de grieven…. De betwiste gegevens die niet zullen hebben gediend om de grieven te staven, zullen geen deel uitmaken van het proceduredossier en zullen, aangezien zij bijgevolg niet toegankelijk zijn voor het Mededingingscollege, de beslissing ten gronde niet kunnen beïnvloeden. Zij kunnen dus geen nadeel berokkenen aan de natuurlijke personen en rechtspersonen, noch aan de ondernemingen die het voorwerp van de door het auditoraat genomen maatregelen uitmaken.” (B.8.2)

Lees het volledige arrest

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen