Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Grondwettelijk Hof vernietigt databewaringswet
Op 11 juni 2015 vernietigde het Grondwettelijk Hof de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie. Die wet gaf omzetting aan de Europese dataretentierichtlijn van 2006/24/EG, die eerder in 2014 reeds door het Hof van Justitie van de EU werd vernietigd.
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Rolnummer: 5856 en 5859
Op 11 juni 2015 vernietigde het Grondwettelijk Hof de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie. Die wet gaf omzetting aan de Europese dataretentierichtlijn van 2006/24/EG, die eerder in 2014 reeds door het Hof van Justitie van de EU werd vernietigd.
Om georganiseerde criminaliteit en terrorisme tegen te gaan, op te sporen of te voorkomen verplichtte de wet telecomoperatoren en internetproviders om gegevens van hun gebruikers op te slaan en gedurende een jaar te bewaren. Daarbij maakte de wet geen onderscheid tussen het soort gegevens, noch tussen de categorieën gebruikers wier gegevens werden bewaard.
De vordering voor het Grondwettelijk Hof, ingediend door AVOCATS.BE, de Liga voor mensenrechten en de Ligue des droits de l'homme, vocht juist dat gebrek aan precisie en onderscheid aan. Zij klaagden aan dat de gebruikers die onderworpen zijn aan een beroepsgeheim - waaronder met name advocaten - en de andere gebruikers van die diensten identiek werden behandeld, zonder rekening te houden met het bijzondere statuut van de advocaat, het fundamentele karakter van het beroepsgeheim waaraan hij onderworpen is en de noodzakelijke vertrouwensrelatie tussen hem en zijn cliënten. Andersom werden ook de gegevens van de rechtzoekenden net als de gegevens van andere gebruikers bewaard.
Met andere woorden werd het algemeen toepasselijk maken van de wet op alle personen en alle elektronische communicatiemiddelen, zonder onderscheid op basis van het doel, namelijk zware criminaliteit bestrijden, als disproportioneel en dus onwettig beschouwd.
Evenmin vereiste de wet een verband tussen de gegevens die moesten worden bewaard en de bedreiging van de openbare veiligheid, noch maakte de wet een onderscheid tussen de categorieën van gegevens op basis van hun eventuele nut voor de nagestreefde doelstelling, of naargelang van de betrokken personen, wat betreft de bewaarperiode van de gegevens.
Ten slotte bepaalde de wet onvoldoende waarborgen wat betreft de toegang tot de bewaarde gegevens door de bevoegde autoriteiten.