Ga verder naar de inhoud

Rechtspraak-advocatuur Grond­wet­te­lijk Hof stelt lacune vast in de bevoegdheid van de vre­de­rech­ter

Het Grondwettelijk Hof stelt een lacune vast in de bevoegdheid van de vrederechter om kennis te nemen van schuldvorderingen van nutsbedrijven tegen particulieren, wanneer een dergelijke schuldvordering is gecedeerd aan een derde. Die lacune kan worden ingevuld door de verwijzende rechter.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Rolnummer: 6195, 6196, 6197 en 6219

In arrest nr. 139/2016 van 10 november 2016 stelde het Grondwettelijk Hof (GwH) op prejudiciële verwijzing van de Arrondissementsrechtbank Henegouwen en de vredrechter te Edingen-Lens een lacune vast in de bevoegdheid van de vredererchter. De lacune betreft de onbevoegdheid van de vrederechter om kennis te nemen van schuldvorderingen van nutsbedrijven tegen particulieren, wanneer een dergelijke schuldvordering is gecedeerd aan een derde.

De veralgemening van de bevoegdheid van de vrederechter om kennis te nemen van vorderingen tot betaling van onbetaalde facturen voortvloeiend uit de levering van nutsvoorzieningen (energie, water, internet) aan particulieren die geen handelaars zijn, moet volgens het GwH doorgetrokken worden naar de gevallen waarin de schuldvordering door een leverancier van nutsvoorzieningen werd gecedeerd aan een derde.

Artikel 591, 25° Ger.W. bepaalt dat de vrederechter kennis neemt van dergelijke vorderingen, ongeacht het bedrag ervan. De verwijzende rechtscolleges stelden het GwH de volgende prejudiciële vraag:

"Schendt artikel 591, 25°, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals het is ingevoerd bij artikel 11 van de wet van 26 maart 2014, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door hetzij de vrederechter, hetzij de rechtbank van eerste aanleg de bevoegdheid toe te wijzen om kennis te nemen van een vordering met betrekking tot de betaling van facturen in verband met leveringen van nutsvoorzieningen in de zin van die bepaling, waarvan het bedrag hoger is dan de bevoegdheid ‘ ratione summae ’ van de vrederechter, ingesteld ‘ tegen een natuurlijke persoon die geen onderneming is als bedoeld in artikel 573, eerste lid, 1° ’ , naargelang de rechtsvordering is ingesteld door een leverancier van nutsvoorzieningen of door een derde aan wie die leverancier zijn schuldvordering zou hebben overgedragen?"

De verwijzende rechter had ambtshalve die vraag naar zijn bevoegdheid opgeworpen over het geval waarin de vordering niet wordt ingesteld door de nutsleverancier zelf, maar door de derde aan wie de schuldvordering is gecedeerd.

Vrederechter ook bevoegd indien schuldvordering is gecedeerd

Het GwH argumenteert dat de vrederechter ook in die situatie bevoegd moet zijn.

  1. In de eerste plaats is de ratio van artikel 591, 25° Ger.W. er in gelegen dergelijke invordering te laten geschieden voor de meest geschikte rechter. Dat is de vrederechter als nabijheids- en verzoeningsrechter, die in deze armoedegerelateerde geschillen de natuurlijke rechter is.
  2. In de tweede plaats wijst het Hof erop dat de situatie van de schuldenaar niet wijzigt in geval van cessie van schuldvordering. De schuldenaar blijft in een zwakkere positie, ook ten aanzien van de derde.

In de woorden van het GwH:

"B.6. Bijgevolg is het, rekening houdend met de overwegingen waarop de in B.4 vermelde doelstelling berust, niet redelijk verantwoord aan de vrederechter de bevoegdheid toe te wijzen om kennis te nemen van elke vordering ingesteld door een elektriciteits- of gasleverancier tegen een natuurlijke persoon als bedoeld in de in het geding zijnde bepaling, zonder tegelijkertijd die bevoegdheid van de vrederechter uit te breiden tot elke vordering die wordt ingesteld door de overnemer van de schuldvordering van die leverancier."

Die lacune is volgens het GwH duidelijk genoeg geformuleerd om de verwijzende rechters in staat te stellen ze zelf op te vullen door hun bevoegdheid ook in die gevallen uit te oefenen.

Intrinsieke lacunes waaraan de rechter zelf kan verhelpen

De rechtspraak kadert aldus in de rechtspraak van het GwH over de zogeheten intrinsieke lacunes. Daaraan kan de rechter zelf verhelpen door de norm toe te passen op de gediscrimineerde situaties of personen - voor zover zij niet verenigbaar zijn met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. De intrinsieke lacune is te onderscheiden van de extrinsieke lacune. Bij de extrinsieke lacune in de wetgeving, volgt de schending van de artikelen 10 en 11 niet uit de getoetste norm, doch uit het ontbreken van een vergelijkbare norm (zie A. Alen en K. Muylle, Handboek van het Belgisch Staatsrecht, Mechelen, Kluwer, 2011, rnr. 460, 512-516)

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen