Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Geen rechtsplegingsvergoedingen in procedures voor de Raad van State
In zijn arrest nr. 96/2012 van 19 juli 2012 heeft het Grondwettelijk Hof ontkennend geantwoord op een prejudiciële vraag van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel over de toepasbaarheid van artikel 1022 Gerechtelijk Wetboek (huidig recht) voor de Raad van State. Het Hof is bijgevolg van oordeel dat de verliezende partij geen rechtplegingsvergoeding moet betalen aan de in het gelijk gestelde partij.
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Rolnummer: 5190
In zijn arrest nr. 96/2012 van 19 juli 2012 heeft het Grondwettelijk Hof ontkennend geantwoord op een prejudiciële vraag van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel over de toepasbaarheid van artikel 1022 Gerechtelijk Wetboek (huidig recht) voor de Raad van State. Het Hof is bijgevolg van oordeel dat de verliezende partij geen rechtplegingsvergoeding moet betalen aan de in het gelijk gestelde partij.
Laatstgenoemde kan dus niet worden vergoed voor de in het raam van een rechtspleging voor de Raad van State gemaakte kosten.
Het Hof spreekt zich evenwel niet uit over de opportuniteitsvraag en werpt enkel op dat de wetgever altijd de mogelijkheid heeft om een specifiek stelsel in te voeren voor de verhaalbaarheid van de kosten en erelonen van de advocaat dat van toepassing is op de rechtsplegingen voor de Raad van State.