Ga verder naar de inhoud

Rechtspraak-advocatuur Geen dis­cri­mi­na­tie van feitelijk sa­men­wo­nen­de partners

In een arrest van 7 juni 2018 oordeelde het Grondwettelijk Hof op prejudiciële vraag dat het art. 1253ter/5, derde lid Ger.W. de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Rolnummer: 6636

Prejudiciële vraag

Het Grondwettelijk Hof werd gevraagd of art. 1253ter/5, derde lid Ger.W. bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 Gw aangezien het daarin opgenomen voorkeursmechanisme bij de vaststelling van een afzonderlijke verblijfplaats in geval van partnergeweld uitsluitend echtgenoten en wettelijk samenwonende partners beoogt, en niet feitelijk samenwonende partners die sinds meer dan twaalf jaar een levensgemeenschap vormen. Bijgevolg kan een feitelijk samenwonende partner, die slachtoffer is van een van de feiten van geweld zoals bedoeld in die bepaling waaraan de andere partner zich schuldig heeft gemaakt, niet op grond van die bepaling de familierechtbank verzoeken om bij wijze van voorlopige maatregel het gebouw te betrekken, dat hij samen met zijn partner in onverdeeldheid heeft verworven, in afwachting van de verrichtingen van vereffening en verdeling.

Argumentatie Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof beperkt het onderzoek van de prejudiciële vraag tot de vergelijking die door de verwijzende rechter werd voorgelegd tussen enerzijds echtgenoten en wettelijk samenwonenden, en anderzijds feitelijk samenwonenden die zoals in dit geval meer dan twaalf jaar een levensgemeenschap vormen (ov. B 2.2).

Volgens het Hof schendt art. 1253ter/5, derde lid Ger.W. de artikelen 10 en 11 Gw niet, aangezien de wetgever ervoor kon kiezen geschillen tussen feitelijk samenwonende partners die geen gemeenschappelijke kinderen hebben van de bevoegdheid van de familierechtbank uit te sluiten. De wetgever kon er immers van uitgaan dat feitelijk samenwonende partners bewust gekozen hebben voor die samenlevingsvorm. Bovendien staat de levensgemeenschap die de feitelijk samenwonende partners gevormd hebben niet met dezelfde zekerheid vast als de levensgemeenschap die ontstaat uit een huwelijk of wettelijke samenwoning, en vloeien evenmin dezelfde rechten en plichten daaruit voort. In tegenstelling tot het huwelijk en de wettelijke samenwoning, maakt de feitelijke samenwoning geen geïnstitutionaliseerde samenlevingsvorm uit, zelfs niet wanneer deze zoals hier meer dan twaalf jaar heeft geduurd (ov. B.4.2).

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen