Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Europees Hof van Justitie 23 april 2009, verbod op koppelverkoop strijdig met Europees recht
Het Europees Hof van Justitie heeft vandaag, 23 april 2009, geoordeeld dat het Belgisch verbod op koppelverkoop in strijd is met het Europees recht.
Er is sprake van koppelverkoop wanneer een product slechts samen met een ander product kan worden gekocht. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een bepaald type GSM slechts samen met een abonnement bij een bepaalde provider van mobiele telefonie zou kunnen worden aangekocht.
In de uitspraak van 23 april 2009 boog het Europees Hof zich over een prejudiciële vraag gesteld door de rechtbank van koophandel van Antwerpen.
Rolnummer: C-264/07 en 299/07
De rechtbank moest zich uitspreken in twee verschillende zaken.
In de eerste zaak bekloeg de pechverhelpingsdienst VAB er zich over dat Total de houders van een Total Club-kaart gratis hulp bij pech aanbiedt in ruil voor een volle tank.
In de tweede zaak vocht een lingeriezaak een actie van het tijdschrift Flair aan. Flair bood samen met een nummer van het tijdschrift kortingsbonnen voor lingeriewinkels aan.
De aanbieders van de litigieuze goederen of diensten meenden dat hun acties geoorloofd waren omdat het Belgische verbod in de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en de bescherming van de consument (WHPC), meer bepaald artikel 54, strijdig was met het vrij verkeer van diensten binnen de Europese Unie en met Richtlijn 2005/29 inzake oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten. Het is over die twee samengevoegde zaken dat het Europees Hof zich op 23 april 2009 uitsprak.
Voor het Hof verdedigde de Belgische staat, gesteund door de Franse staat, het verbod op koppelverkoop.
In het arrest van vandaag heeft het Europees Hof de aanbieders gelijk gegeven en heeft het voor recht verklaard dat het Europees recht " zich verzet tegen een nationale regeling zoals die aan de orde in de hoofdgedingen, die, behoudens bepaalde uitzonderingen, elk gezamenlijk aanbod van verkoper aan een consument verbiedt, ongeacht de specifieke omstandigheden van het concrete geval".
Anders gesteld, het algemene verbod dat in de WHPC is ingeschreven, schendt het Europees recht.
Daardoor is er voortaan in het Belgisch recht geen absoluut verbod op koppelverkoop meer nu de rechters de nationale wet op dit punt ten voordele van het Europees recht buiten toepassing moeten laten.