Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur EHRM heeft België veroordeeld voor het opsluiten van kinderen in het gesloten centrum 127bis
Een Tsjetsjeense moeder en haar vier kinderen kwamen in België aan op 11 oktober 2006 en vroegen asiel aan. Hoewel de vrouw verklaarde dat ze uit Rusland kwam en in het verleden geen enkele asielaanvraag indiende, werd in het kader van het Dublin-onderzoek(*) vastgesteld dat ze voorheen in Polen verbleef. De Poolse autoriteit verklaarde het gezin te willen opvangen. Op 21 december 2006 werd beslist dat de asielaanvraag wordt afgewezen en werd het bevel betekend om het grondgebied te verlaten. Daarop werd het gezin overgebracht naar het gesloten centrum 127bis, waar het verbleef tot 24 januari 2007, de dag waarop de vrouw en de vier kinderen naar Polen werden gerepatrieerd. Tijdens de opsluiting in het gesloten centrum stelden Artsen Zonder Grenzen vast dat de kinderen ernstige psychische en psychosomatische symptomen vertoonden.
Rolnummer: 41442/01
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde dat de infrastructuur van het gesloten centrum 127bis onaangepast was voor de opvang van minderjarige kinderen. Het Hof komt tot het besluit dat artikel 3 EVRM (verbod van foltering en onmenselijke behandeling) en artikel 5, § 1 en § 4 EVRM (recht op vrijheid en veiligheid, en op een effectief beroep) geschonden zijn ten aanzien van de vier minderjarige kinderen, maar niet voor de moeder. De verzoekende partijen krijgen 17 000 euro toegekend voor de geleden morele schade.
Het arrest betekent het einde van de opsluiting van gezinnen in gesloten centra, waardoor gezinnen wellicht zullen worden doorverwezen naar meer aangepaste centra.
(*)Elke asielaanvraag moet individueel worden onderzocht of België verantwoordelijk is voor de asielaanvraag, dan wel of het asieldossier moet worden doorgestuurd naar een ander Europees land.