Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Cassatieberoep tegen niet-motivering van vrijspraak van hof van assisen
Bij arrest van het hof van assisen van Antwerpen van 4 mei 2009 (Assisen Antwerpen, 4 mei 2009, onuitg ) werd de beschuldigde veroordeeld wegens een uitgelokte poging tot doodslag (feit I). Voor de tenlastelegging van een poging tot doodslag op een andere persoon werd de beschuldigde vrijgesproken (feit II).
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Rolnummer: P.09.0903.N/1
Op 13 januari 2009 oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in de zaak Taxquet dat de Belgische assisenjury het recht op een eerlijk proces schendt doordat de volksjury haar beslissing over de schuldvraag niet motiveert. Het Europees Hof stipuleerde in haar arrest: "il est donc important, dans un souci d’expliquer le verdict à l’accusé mais aussi à l’opinion publique, au “peuple”, au nom duquel la décision est rendue, de mettre en avant les considérations qui ont convaincu le jury de la culpabilité ou de l’innocence de l’accusé et d’indiquer les raisons concrètes pour lesquelles il a été répondu positivement ou négativement à chacune des questions." (§ 48 arrest-Taxquet) (EHRM, nr. 926/05, 13 januari 2009, www.echr.coe.int).
Bij arrest van 4 mei 2009 van het hof van assisen werd de beslissing over de schuldvraag niet door de jury gemotiveerd en werd aldus de rechtspraak van het Europees Hof niet nageleefd. De jury poneerde hierbij "dat een eventuele verplichting tot motivering van de schuld bijna automatisch zou leiden tot een schending van het geheim van de individuele stemming". Zij besluiten dan ook om geen motivering op te nemen in hun beslissing over de schuldvraag.
Tegen het arrest van 4 mei 2009 werden door alle burgerlijke partijen en het openbaar ministerie cassatieberoep aangetekend. Op 17 november 2009 velde het Hof van Cassatie haar arrest.
Wat betreft het cassatieberoep van een burgerlijke partij wegens gebrek aan motivering van de beslissing van vrijspraak van de beschuldigde, verwijst het Hof naar de artikelen 373 en 412 Sv. om te besluiten tot niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep. Overeenkomstig art. 373 Sv. kan de burgerlijke partij slechts een eis tot cassatie instellen ten opzichte van de beschikking betreffende haar burgerlijke belangen. Verder stipuleert art. 412 Sv. dat voor de burgerlijke partij geen voorziening in cassatie openstaat tegen een vrijspraak.
Wat betreft het cassatieberoep van het openbaar ministerie moet melding gemaakt worden van art. 409 Sv. Krachtens dit artikel kan het openbaar ministerie, wanneer de beschuldigde is vrijgesproken, de vernietiging van de beschikking van vrijspraak slechts vorderen " in het belang van de wet en zonder nadeel voor de vrijgesproken partij". Ook het cassatieberoep aangetekend door de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie overeenkomstig art. 442 Sv. wordt ingesteld in het belang van de wet (Cass. 22 maart 1994, Arr. Cass. 1994, 297).
Indien een cassatieberoep ingesteld door het openbaar ministerie wegens niet-motivering van een vrijspraak, gegrond wordt verklaard, zal de aangevochten beslissing door het Hof van Cassatie worden vernietigd in het belang van de wet en zonder verwijzing naar een ander rechtscollege (J. MATTHIJS, Openbaar ministerie, Deurne, E. Story-Scientia, 1992, 124). Aldus zal een eigenlijke motivering van de gerechtelijke beslissing tot vrijspraak van de beschuldigde uitblijven indien de voorziening in cassatie, die gesteund is op een ontstentenis van motivering van een vrijspraak, door het Hof van Cassatie gegrond wordt verklaard.
Uit het arrest van 17 november 2009 van het Hof van Cassatie kan geconcludeerd worden dat het Hof oordeelt dat een cassatieberoep ingesteld door een burgerlijke partij ter afdwinging van de motiveringsverplichting van de beslissing over de schuldvraag voorgeschreven door het arrest-Taxquet op basis van proceduregronden niet ontvankelijk is. Ook kan vastgesteld worden dat het openbaar ministerie niet beschikt over een middel om namens de maatschappij wegens een schending van de motiveringsverplichting van een vrijspraak een effectief rechtsherstel voor de betrokkene te vorderen.