Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Beroepsgeheim van de advocaat en de antiwitwaswet
Het Grondwettelijk Hof oordeelde in haar arrest van 10 juli 2008 dat de meldingsplicht van advocaten bij een vermoeden van witwassen in het kader van bepaalde financiële verrichtingen of verrichtingen in onroerend goed, geen afbreuk doet aan zijn beroepsgeheim.
De Orde van Vlaamse Balies, de Ordre des barreaux francophones et germanophone en twee lokale balies vorderden de vernietiging van artikel 14quinquies van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (hierna: antiwitwaswet). Deze bepaling verwijst naar artikel 2ter van dezelfde wet, die de meldingsplicht heeft uitgebreid tot advocaten.
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Rolnummer: 4279, 4327 en 4336
In haar arrest nr. 10/2008 van 23 januari 2008 interpreteerde het Grondwettelijk Hof artikel 2ter in die zin dat de gegevens die de advocaat verneemt bij het verdedigen of vertegenwoordigen in rechte van zijn cliënt of bij het verlenen van advies, met inbegrip van de materies opgesomd in artikel 2ter, gedekt zijn door zijn beroepsgeheim. Wanneer de advocaat echter een activiteit uitoefent, in één van materies opgesomd in artikel 2ter, die verder gaat dan de verdediging of vertegenwoordiging in rechte of het verlenen van advies, hij kan onderworpen worden aan de meldingsplicht.
Het Hof oordeelt nu dat artikel 14quinquies geen nieuwe hypothese invoert waarin de meldingsplicht o.m. voor advocaten zou kunnen gelden en evenmin een aanvullende strafbaarstelling van advocaten in het leven roept. De wetgever beoogt met die bepaling dat alle betrokkenen zich beter zouden kunnen realiseren wanneer de meldingsplicht inzake ernstige en georganiseerde fiscale fraude bestaat.
Overigens volgt uit artikel 20 van de antiwitwaswet dat advocaten niet burgerrechtelijk, strafrechtelijk of tuchtrechtelijk kunnen worden vervolgd wanneer zij te goeder trouw een feit of verrichting melden zonder daartoe verplicht te zijn. Bovendien herhaalt het Grondwettelijk Hof dat iedere mededeling van informatie aan de Cel voor financiële informatieverwerking via de stafhouder dient te verlopen.
Het Grondwettelijk Hof besluit tot de afwijzing van het beroep tot vernietiging van artikel 14quinquies, onder voorbehoud van haar interpretatie van artikel 2ter in het arrest nr. 10/2008.