Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Beroepsgeheim
Het hof van beroep te Gent heeft zich in een arrest van 25 oktober 2007 uitgesproken over de problematiek van het beslag van een enorme hoeveelheid elektronische bestanden tijdens een huiszoeking. Gelet op de omvang was op het ogenblik van de inbeslagname geen onmiddellijk onderzoek naar de aanwezigheid van bestanden die misschien onder het beroepsgeheim van de advocaat en de bedrijfsrevisor vallen, mogelijk.
In beginsel komen gegevens die gedekt zijn door het beroepsgeheim niet voor inbeslagneming in aanmerking.
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Volgens het hof van beroep werd aan die regel in casu geen afbreuk gedaan door de beslissing van de onderzoeksrechter om alle geïnformatiseerde bestanden in beslag te nemen om later een selectie te maken van de bestanden die gedekt zijn door het beroepsgeheim. In afwachting van die selectie moet de inbeslagneming gezien worden als een voorlopige beslagmaatregel.
Hoewel het hof de rechtsgeldigheid van het strafrechtelijk beslag niet in twijfel trok, wees het hof er op dat “de maatschappelijke finaliteit van het wettelijk beroepsgeheim (namelijk 1. de eerbiediging van de fundamentele rechten van het individu op o.m. verdediging, 2. de goede orde en werking van de samenleving en 3. de beoefenaren van bepaalde beroepen in de gelegenheid te stellen om in vrijheid en in gemoedsrust de dienstverlening te verzekeren die men van hen verwacht) niet verzoenbaar is met de handhaving van het beslag op de “ongezuiverde” gegevensdragers nadat de verrichtingen van “positieve” en “negatieve” selectie nuttig werden uitgevoerd.”
Daarom oordeelt het hof dat het beslag onvoorwaardelijk moet worden opgeheven.
Die opheffing schendt niet het recht van de andere partijen in het geding op toegang tot het strafdossier. Dat recht is immers niet absoluut: de uitoefening van dat recht kan er niet toe leiden dat die partijen inzage zouden hebben in de documenten en stukken die gedekt zijn door het beroepsgeheim.
Precies om zoveel als mogelijk te vermijden dat in het gerechtelijk onderzoek gebruik werd gemaakt van de gegevens die beschermd zijn door het beroepsgeheim, stelde de onderzoeksrechter deskundigen aan voor een grondige selectie op basis van zoektermen. Dat procédé is echter niet sluitend.
Volgens het hof kan enkel absolute zekerheid bekomen worden door het uitprinten van alle bestanden en het handmatig selecteren van bestanden die eventueel onderhevig zijn aan het beroepsgeheim. Gelet op het enorme aantal te onderzoeken bestanden is dat onbegonnen werk. Bovendien zou het zo lang duren dat het recht op de behandeling van de zaak binnen een redelijke termijn zou geschonden worden.
Het hof van beroep besluit dat het beslag moet worden opgeheven.