Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Beperking vergoeding advocaat in het kader van rechtsbijstandsverzekering
Op 26 mei 2011 beantwoordde het Hof van Justitie de prejudiciële vraag of artikel 4, eerste lid van richtlijn 87/344 zich verzet tegen een nationale regeling (§ 158k, lid 2, VersVG, dat artikel 4 van richtlijn 87/344 omzet in nationaal recht) volgens dewelke in een verzekeringsovereenkomst kan worden bepaald dat de verzekeringnemer voor zijn vertegenwoordiging in een gerechtelijke of administratieve procedure enkel een tot de beroepshalve vertegenwoordiging van partijen bevoegde persoon mag kiezen die kantoor houdt in de plaats van de gerechtelijke of administratieve instantie die in eerste aanleg bevoegd is.
Rolnummer: C-293 10
De heer Stark heeft zijn vroegere werkgever gedagvaard voor het Arbeits- und Sozialgericht te Wenen. Hij werd vertegenwoordigd door een advocaat met kantoor te Landeck, een stad op ongeveer 600 kilometer van Wenen. Volgens het Oostenrijkse recht moet het standaardtarief van de advocaat worden verdubbeld indien hij prestaties verricht buiten de plaats waar hij kantoor houdt. De rechtsbijstandsverzekeraar bevestigt de kosten voor deze procedure te dekken, doch beperkt tot de kosten die normaal worden aangerekend door een in de plaats van de rechtbank gevestigde (in casu Weens) advocaat. De advocaat rekende toch het dubbele standaardtarief aan. De verzekeraar betaalde hem een bedrag dat overeenkomt met de kosten en erelonen van een Weens advocaat.
De rechtsbijstandsverzekeraar heeft later de heer Stark gedagvaard in betaling van de verzekeringspremie. Tegen deze vordering heeft de heer Stark een exceptie van schuldvergelijking opgeworpen uit hoofde van een schuldvordering die overeenstemt met het saldo van de kosten van zijn raadsman die hem heeft verdedigd in de procedure te Wenen. De heer Stark stelt dat de betreffende nationale bepalingen (§ 158k, lid 2, versVG) strijdig zijn met artikel 4 van richtlijn 87/344. Het Bezirksgericht Landeck heeft de exceptie van schuldvergelijking verworpen en oordeelt dat het Unierecht niet in de weg staat aan de toepassing van § 158k, lid 2, versVG, dat niet de keuzevrijheid beperkt, maar enkel aan de niet in de plaats van het gerecht gevestigde advocaat een financiële beperking oplegt. Tegen dit vonnis heeft de heer Stark hoger beroep aangetekend bij het Landsgericht Innsbruck, dat aan het Hof van Justitie een prejudiciële vraag stelt.
Het Hof wijst er vooreerst op dat artikel 4, lid 1 van richtlijn 87/344 de vrije keuze van advocaat erkent. Deze bepaling heeft een algemene strekking en een bindend karakter. Hieruit volgt dat een nationale regeling (zoals § 158k, lid 2, versVG) deze keuzevrijheidniet kan beperken tot enkel advocaten die kantoor houden in de plaats van de gerechtelijke of administratieve instantie die in eerste aanleg bevoegd is, of tot enkel advocaten die zich ertoe verbinden hun kosten en erelonen aan te rekenen zoals deze eerste advocaten zouden doen.
De keuzevrijheid in de zin van artikel 4, lid 1 van richtlijn 87/344 betekent evenwel niet dat de lidstaten in elk geval aan de verzekeraars de volledige dekking van de kosten van de verdediging van de verzekerde moeten opleggen, onafhankelijk van de plaats waar de advocaat gevestigd is ten opzichte van de bevoegde gerechtelijke of administratieve instantie, voor zover de keuzevrijheid daardoor niet van haar inhoud wordt beroofd.
Een nationale regeling zoals § 158k, lid 2, versVG sluit niet de vrijheid van de overeenkomstsluitende partijen uit om overeen te komen dat de rechtsbijstandsverzekering ook de kosten dekt van de bijstand door vertegenwoordigers die niet in de plaats van de bevoegde rechter zijn gevestigd, eventueel tegen betaling van een hogere premie.
Het Hof besluit dat artikel 4, lid 1 van richtlijn 87/344 zich niet verzet tegen een nationale regeling volgens dewelke in een verzekeringsovereenkomst kan worden overeengekomen dat de voor rechtsbijstand verzekerde voor zijn vertegenwoordiging in een gerechtelijke of administratieve procedure enkel een tot de beroepshalve vertegenwoordiging van partijen bevoegde persoon mag kiezen die kantoor houdt in de plaats van de gerechtelijke of administratieve instantie die in eerste aanleg bevoegd is, voor zover, teneinde de vrijheid van de verzekerde om de met zijn vertegenwoordiging belaste persoon te kiezen niet van haar inhoud te beroven, deze beperking slechts betrekking heeft op de reikwijdte van de dekking door de rechtsbijstandsverzekeraar van de kosten van de bijstand door een vertegenwoordiger, en de door deze verzekeraar werkelijk betaalde vergoeding toereikend is, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan.