Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Omslaan van kosten tussen (gewezen) ongehuwd samenwonenden
In een beslagzaak betreffende een familiaalrechtelijk executiegeschil (onderhoudsgelden) tussen gewezen ongehuwd samenwonenden, werd aan het Grondwettelijk Hof gevraagd of artikel 1017, vierde lid Ger.W., de gelijkheid bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt.
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Rolnummer: 4652
Volgens artikel 1017, vierde lid Ger.W. kan de rechter, onder meer in geschillen tussen echtgenoten, bloedverwanten in de opgaande lijn, broers en zussen of aanverwanten in dezelfde graad, de kosten omslaan. Deze bepaling betreft een uitzondering op het principe dat de in het ongelijk gestelde partij de rechtspleging moet betalen. Aldus beoogde de wetgever dat de verhouding tussen de voormelde bloed- of aanverwanten of gehuwden niet al te zeer zou worden verstoord ingevolge het geschil dat tussen hen is ontstaan door te vermijden dat de verliezer tot (integrale) betaling van de kosten zou moeten worden veroordeeld.
In de zaak voor de beslagrechter van Gent die de prejudiciële vraag stelde, kruisten gewezen ongehuwd samenwonenden de degens. De rechter vroeg zich af of de regel die voor het omslaan van kosten tussen echtgenoten geldt, ook moet gelden voor ongehuwd samenwonenden of gewezen ongehuwd samenwonenden tussen wie rechten en verplichtingen van familierechtelijke aard bestaan.
Het Grondwettelijk Hof onderscheidt twee situaties: enerzijds de ongehuwd samenwonenden en anderzijds de gewezen ongehuwd samenwonenden.
Het Grondwettelijk Hof oordeelt dat wat het omslaan van kosten betreft, ongehuwd samenwonenden niet anders dan gehuwden mogen worden behandeld. Vanuit die invalshoek bekeken schendt artikel 1017, vierde lid Ger.W. dan ook de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, meent het Hof.
Wat de toestand van gewezen ongehuwd samenwonenden betreft, oordeelt het Hof dat de Grondwet niet werd geschonden omdat hun toestand, ongeacht of zij wettelijk of feitelijk samenwoonden, niet verschilt van die van ex-echtgenoten. Zowel in het geval van gewezen ongehuwd samenwonenden als in dat van ex-echtgenoten, kan de rechter artikel 1017, vierde lid Ger.W. immers niet toepassen. Tussen hen kan in beginsel geen (verdere) verstoorde verstandhouding meer voorkomen, zodat het doel van de in het geding zijnde maatregel, met name de verhouding tussen de voormelde bloed- of aanverwanten of gehuwden niet al te zeer te verstoren ingevolge een geschil dat tussen hen is ontstaan, in geen van beide gevallen nog kan worden bereikt.