Ga verder naar de inhoud

Wat zijn de gevolgen van boek XIX WER “Schulden van de consument” voor advocaten die optreden als schuld­in­vor­de­raar?

vrijdag 09 juni 2023

Boek XIX in het Wetboek van economisch recht (hierna WER) geeft enerzijds omkadering aan bepaalde gevolgen van de betalingsachterstand van de schulden van een consument ten aanzien van ondernemingen. Anderzijds behandelt en actualiseert het de minnelijke invordering van schulden van de consument door de schuldeiser of door een derde.

De wet van 4 mei 2023 houdende invoeging van boek XIX “Schulden van de consument” in het Wetboek van economisch recht verscheen op 23 mei 2023 in het Belgisch Staatsblad. De wet van 4 mei 2023 voegt het boek XIX "Schulden van de consument" in het WER in.

Sofie Verherstraeten

Jurist studiedienst
Avatar

Deel dit artikel

Betaling van schulden door consumenten aan on­der­ne­min­gen

In Titel 1 van boek XIX WER worden een aantal algemene regels inzake betaling van schulden door consumenten aan ondernemingen vastgelegd.

Er wordt een verplichting ingevoerd voor de onderneming om een eerste kosteloze herinnering aan de consument te sturen voordat de onderneming schadebedingen kan toepassen. Deze eerste herinnering dient verplicht een aantal gegevens te bevatten.

De schadebedingen kunnen pas worden toegepast na het verstrijken van een termijn van ten minste veertien kalenderdagen die ingaat op de derde werkdag na verzending van de herinnering aan de consument. Wanneer de herinnering langs elektronische weg wordt verzonden, vangt de termijn van veertien kalenderdagen aan op de kalenderdag die volgt op de dag waarop de herinnering werd verzonden aan de consument.

Omdat de schadebedingen volgens de wetgever vaak buitensporig zijn en niet in verhouding staan tot de geleden schade worden de verwijlsinteresten geplafonneerd en de forfaitaire schadebedingen gelimiteerd.

Minnelijke invordering van schulden van de consument

Titel 2 van boek XIX WER handelt vervolgens over de minnelijke invordering van schulden. De wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument is hier in een aangepaste versie opgenomen.

Een belangrijk nieuw element is dat advocaten, ministeriële ambtenaren en gerechtelijke mandatarissen in de uitoefening van hun beroep of functie aan de controle van de Economische Inspectie zullen worden onderworpen.

Er kan geen activiteit van minnelijke invordering van schulden worden uitgeoefend zonder voorafgaandelijk bij de FOD Economie te zijn ingeschreven. De verplichte voorafgaande inschrijving is echter niet van toepassing op advocaten, ministeriële ambtenaren of gerechtelijke mandatarissen in de uitoefening van hun beroep of hun ambt. Bijgevolg zal de sanctie van schrapping van de inschrijving als schuldinvorderaar ook niet op hen van toepassing zijn.

Titel 2 van boek XIX WER omvat tal van verplichtingen waaraan iedere actor die een activiteit van minnelijke invordering uitoefent moet voldoen:

  • Er wordt een nieuwe verificatieverplichting voor de schuldinvorderaar ingevoerd. Elke activiteit van minnelijke invordering begint bij die nieuwe verplichting om na te gaan of aan de voorwaarden van Titel 1 van boek XIX WER is voldaan met betrekking tot de bedragen die van de consument kunnen worden gevorderd. De consument kan niet in gebreke worden gesteld als de schuldinvorderaar vaststelt dat deze voorwaarden niet werden nageleefd. De invorderaar moet te allen tijde kunnen bewijzen dat hij zijn controleplicht is nagekomen.
  • Daarnaast begint elke activiteit van minnelijke invordering met het versturen van een ingebrekestelling aan de consument. De consument moet eerst in gebreke worden gesteld voor enige andere maatregel of handeling van minnelijke invordering mag worden verricht. Er mogen met name geen verdere minnelijke invorderingsmaatregelen of -acties worden ondernomen voor het verstrijken van een termijn van veertien kalenderdagen die ingaat op de derde werkdag na de verzending van de ingebrekestelling. Voor het versturen van de verplichte ingebrekestelling door de schuldinvorderaar zijn allerlei wettelijke vereisten opgelegd.
  • Wanneer de consument verzoekt om een uitstel van betaling of om een afbetalingsplan mogen geen verdere stappen in de minnelijke invordering worden ondernomen zolang er geen beslissing is genomen over zijn verzoek. Een soortgelijke regel is vastgesteld voor het geval de consument een beroep zou doen op een schuldbemiddelaar of via een aanvraag een procedure inzake collectieve schuldenregeling heeft ingediend. Er is ook voorzien in dergelijk moratorium wanneer de consument zijn schuld op gemotiveerde wijze betwist.
  • Indien de schuldeiser geen eerste herinnering aan zijn schuldenaar heeft gezonden alvorens de inning van zijn schuldvordering aan een derde toe te vertrouwen, moet de derde op zijn beurt de termijn van veertien kalenderdagen in acht nemen voordat aanspraak kan gemaakt worden op het eventuele voorziene schadebeding. Deze verplichting voorkomt dat een schuldeiser de inning van zijn vordering aan een derde overdraagt om te ontsnappen aan het zenden van de eerste herinnering om de termijn van veertien kalenderdagen te doen ingaan voordat schadebedingen kunnen worden ingeroepen.
  • Daarnaast gelden er minimale regels die gerespecteerd moeten worden bij een huisbezoek.
  • Er wordt voortaan uitdrukkelijk bepaald dat de schuldinvorderaar elke afspraak moet bevestigen die hij met een consument maakt over de betaling van een schuld.
  • De schuldinvorderaar is verplicht om de consument actief te informeren omtrent alle schulden waarvoor een aanzuiveringsplan geldt. Ook is voorzien in een verplichting om de schuldenaar te informeren wanneer hij zijn schuld volledig heeft afgelost.
  • Een centraal principe is dat de schuldinvorderaar geen aparte vergoeding, los van de schadebedingen, van de consument mag eisen voor zijn tussenkomst.

Rechts­hand­ha­ving

Het boek XV WER “Rechtshandhaving” wordt gewijzigd om de toepasselijke sancties in boek XIX WER op te nemen en er de bevoegdheden van de Economische Inspectie in te definiëren.

Het bestaande artikel XV.10/1 WER, dat specifiek voor boek VI WER voorziet in een regeling om in bepaalde gevallen de tuchtrechtelijke overheid te betrekken wanneer een onderzoek wordt gevoerd ten aanzien van een beoefenaar van een vrij beroep om te oordelen of de vraag om inlichtingen of het overleggen van documenten in strijd kan zijn met zijn beroepsgeheim, wordt vervangen door een algemene bepaling die van toepassing is op alle onderzoeken die gevoerd worden naar inbreuken op de bepalingen van het WER.

Hoewel de advocaten, de ministeriële ambtenaren en de gerechtelijke mandatarissen niet verplicht zijn zich bij de FOD Economie in te schrijven en dus niet door de sanctie van schrapping worden getroffen, moeten zij toch de bepalingen van de wet van 4 mei 2023 naleven, anders riskeren zij burgerrechtelijke, strafrechtelijke en/of administratieve sancties. Overeenkomstig artikel XV.60/1 WER kunnen in geval van inbreuken een transactieprocedure, een administratieve vervolging of een strafrechtelijke vervolging worden opgelegd. Er wordt bepaald dat de bijzondere verbeurdverklaring van de vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf zijn verkregen -die in beginsel facultatief is- in geval van veroordeling wegens inbreuk op boek XIX WER altijd moet worden uitgesproken.

In­wer­king­tre­ding

De wet van 4 mei 2023 treedt in werking op de eerste dag van de vierde maand die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met name op 1 september 2023, wat de toekomstige overeenkomsten betreft.

Vanaf de eerste dag van de zevende maand die volgt op de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad, met name op 1 december 2023, is de wet van toepassing op elke vervallen en onbetaalde schuld van een consument aan een onderneming die voortkomt uit een overeenkomst die werd afgesloten vóór haar inwerkingtreding wanneer de betalingsachterstand ontstaat na de inwerkingtreding ervan.

Acties van de OVB tegen de wet van 4 mei 2023

Op 6 oktober 2022 ontving de OVB vanwege het kabinet van minister Dermagne een adviesaanvraag met betrekking tot het voorontwerp van wet houdende invoeging van boek XIX “Schulden van de consument” in het Wetboek van economisch recht. Op 12 oktober 2022 hebben we ons advies overgemaakt aan het kabinet. 

We hebben ons in ons advies uitdrukkelijk verzet tegen het gegeven dat advocaten onder het toezicht van de Economische Inspectie zouden worden geplaatst met betrekking tot het inhoudelijke werk dat zij verrichten in het kader van de minnelijke invordering van schulden. We hebben er in ons advies ook voor gewaarschuwd dat het voorontwerp onvoldoende waarborgen bevat met betrekking tot het beroepsgeheim van de advocaat.

Er werd helaas geen rekening gehouden met onze opmerkingen.

We onderzoeken momenteel de mogelijkheid en ook de opportuniteit om een vordering tot schorsing en/of een beroep tot vernietiging bij het Grondwettelijk Hof in te stellen tegen de wet van 4 mei 2023.

Download onze duiding

Naast de wet van 4 mei 2023 vindt u hier ook een duiding bij die wet op basis van de parlementaire stukken.

Lees ook ons advies over het voorontwerp van deze wet

Ook interessant

Ondernemingsrecht ccbe
woensdag 06 maart 2024

Verdiep uw kennis: gratis webinar voor EU-advocaten over intellectueel eigendom

Op 18 maart 2024 kan u deelnemen aan een gratis webinar over de handhaving van intellectueel eigendom.

Meer lezen
Ondernemingsrecht
vrijdag 15 september 2023

Boek XIX WER: modellen en checklist op maat van de advocaat

We hebben een model van eerste herinnering, een model van ingebrekestelling en een checklist voor de advocaat uitgewerkt om u wegwijs te maken in de verplichtingen die op u rusten in het kader van Boek XIX WER. Het is van groot belang om de verplichtingen die op u rusten na te leven, anders riskeert u zware sancties.

Meer lezen