Ga verder naar de inhoud

Voorzitter op vrijdag: "Het respect voor ons beroep is aan een stevige remonte bezig"

vrijdag 30 augustus 2024

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Peter Callens

Voorzitter Orde van Vlaamse Balies
Portret voorzitter Peter Callens

Deel dit artikel

Niet dat ik u, geachte lezer, ervan zou verdenken te lamenteren over uw beroep, over hoe het vroeger was en wat het nu geworden is. Maar misschien hoorde u, zoals mij soms te beurt valt, zo’n klaagzang aanheffen door een confrater: ‘Vroeger was er respect voor advocaten. Nu is er alleen nog wantrouwen.’ In sommige kringen is het zelfs bon ton om er zo over te denken.

Wanneer ik die jeremiades over ‘vroeger was het beter’ hoor, dan bekruipt mij weerbarstigheid: klopt dat? Bij het begin van dit nieuwe gerechtelijk jaar start ik liever met een positieve instelling. Het respect voor ons beroep is aan een stevige remonte bezig. En daar zijn signalen voor.

Om te beginnen, die vervlogen tijden vol respect. O wat is het teder toeven in de zoete tuinen van de nostalgie. Of zou het zelfbegoocheling zijn? Laten wij even de proef op de som nemen. Dat respect voor de advocatuur in een gulden verleden, overgoten met een dubbele portie heimweesaus… blijkt behoorlijk tegen te vallen.

Omstreeks de 12de-13de eeuw duikt het beroep van advocaat in onze contreien op, vanuit de nacht van de tijd. Ze waren nog maar pas beroepsmatig herboren en meteen kregen de advocaten in spotgedichten en wagenspelen een reputatie van chicaneurs, valsaards en roofdieren.

En dat beterde niet. In een toespraak onder de titel ‘Des causes de la décadence de l’éloquence’ (1699) richtte de beroemde magistraat d’Aguesseau zich tot de balie. Na een verheerlijking van het verleden zegt hij: “Zulke zuivere en verheven motieven raken ons nog amper; vandaag brengen wij alleen nog zoenoffers aan het eigenbelang. Het is dat laatste dat steeds weer de weg doet vinden naar uw orde, zoals in de andere beroepen al het geval is: het meest vrije, nobele beroep is verworden tot het meest slaafse, mercantiele vak. Wat mag men verwachten van zulke door geldgewin gedreven zielen, die hun hand en hun stem prostitueren (…) of omwille van laaghartige belangen taken verrichten die de eer van de orde te gronde richten en zo publiekelijk hun reputatie te grabbel gooien en op schandelijke wijze hun roem verkwanselen?’

Het ging van kwaad naar erger. Tegen de Franse Revolutie bereikte de reputatie van de advocatuur de bodem. Advocaten hadden zich ‘geprostitueerd’ – daar gaan wij weer – aan de machthebbers. Bij decreet van 2-11 september 1790 werd de balie afgeschaft, samen met de titel van advocaat. Niemand gaf een kik, de orde was haar slagkracht al kwijt.

Zou het dan misschien beter gaan in de 19de eeuw, na de wederopstanding van de balie in 1810? Mwah. In zijn novelle ‘Het meisje met de gouden ogen’ (1835) beschreef Honoré de Balzac de advocaten zo: “Welke ziel kan groot, zuiver, moreel, grootmoedig blijven, en welk gezicht kan bevallig blijven bij de verdorven uitoefening van een beroep dat je het gewicht van ‘s mensen ellende doet dragen, die doet analyseren, afwegen, inschatten, uitbuiten? Omdat zij voortdurend verplicht zijn te praten, vervangen zij de gedachte door het woord, het gevoel door de volzin, en hun ziel verandert in een strottenhoofd. De realiteit van hun afgestomptheid blijft verborgen omdat zij een bijzondere kennis hebben. Zij kennen hun vak, maar weten niets af van wat er geen deel van uitmaakt. Om vervolgens hun eigenwaarde te redden, stellen zij alles in vraag, bekritiseren zij alles en nog wat; zij verdrinken hun geest in eindeloze discussies.” Alstublieft – en ik durfde slechts een ingekorte versie meegeven...

Staan wij er vandaag beter voor? Ja. Laten wij ernstig blijven, een allemansvriend zullen wij als groep nooit worden, daarvoor doen wij beroepshalve te veel zaken die geen sympathie losweken bij de grote massa – maar dat is onze maatschappelijke taak en wij doen ons werk niet om in brede kring populair te zijn.

In de Global Trustworthiness Index 2023 scoren Belgische advocaten niet hoog: 22% van de ondervraagden heeft vertrouwen in advocaten. 37% heeft er geen vertrouwen in. Dat is laag, maar houd ermee rekening dat mensen hoe dan ook weinig of geen vertrouwen hebben in de advocaat van hun wederpartij, en die zit ook in de cijfers. En omdat alles relatief is, moeten wij ons niet blindstaren op absolute cijfers, maar ook kijken hoe wij ons verhouden tot andere beroepen. Het meeste vertrouwen is er in artsen (62%), wetenschappers (54%) en leerkrachten (47%). Rechters halen 33%, journalisten 24%. Bedrijfsleiders stranden op 21%, bedienaren van de eredienst op 18%, maar de hekkensluiters zijn de ministers met 11% en politici in het algemeen 9%. Dat geeft het – onvoldoende, toegegeven – cijfer van de advocatuur toch een andere kleur.

Er is dus beslist ruimte voor beterschap, maar die dient zich aan. Een zeer belangrijk teken ontwaar ik in het arrest van het Hof van Justitie van 29 juli 2024 (C-623/22), dat in het directe verlengde ligt van het mijlpaalarrest Orde van Vlaamse Balies van 8 december 2022. Zonder in te gaan op de technicalia van die rechtspraak, is hier komen vast te staan dat het beroepsgeheim van de advocaat van een andere orde is dan dat van andere beroepen die ook een beroepsgeheim of vertrouwelijkheidsplicht claimen, zoals belastingadviseurs, notarissen, bedrijfsrevisoren, accountants of bankiers.

Dat komt omdat dat de advocaat een fundamentele taak heeft binnen de rechterlijke organisatie van de lidstaten. Die taak, zegt het Hof, ‘omvat, ten eerste, het in alle lidstaten als belangrijk erkende vereiste dat elke justitiabele de mogelijkheid moet hebben in alle vrijheid een advocaat te raadplegen, wiens beroep het in wezen is, onafhankelijk juridisch advies te geven aan eenieder die het behoeft en, ten tweede, het daarmee verband houdende vereiste van loyaliteit van de advocaat jegens zijn cliënt.’

Onze bijzondere positie is hier erkend, niet vanuit het buikgevoel van Pol Met-de-Pet of Doris Doorsnee, maar door het Europees Hof van Justitie, in een antwoord op een prejudiciële vraag van ons Grondwettelijk Hof. Als dat geen teken van respect en vertrouwen is. Daar valt op te bouwen.

Met genegen groeten,

Peter Callens
Voorzitter Orde van Vlaamse Balies

Ook interessant

Voorzitter op vrijdag
vrijdag 13 september 2024

Voorzitter op vrijdag: "Met onze Belgische zin voor relativering en zelfhumor kunnen wij veel aan. Te veel, soms."

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Meer lezen
Voorzitter op vrijdag
vrijdag 21 juni 2024

Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Meer lezen