Ga verder naar de inhoud

Ver­zet­s­ter­mijn tegen beslissing tot ver­val­len­ver­kla­ring van na­ti­o­na­li­teit schendt de Grondwet

donderdag 26 januari 2023

De termijn om verzet aan te tekenen tegen een bij verstek gewezen beslissing waarbij iemand zijn Belgische nationaliteit verliest in combinatie met de daarbij horende bekendmakingsvereisten, is ongrondwettig. Dat oordeelde het Grondwettelijk Hof in een arrest van 26 januari 2023.

Laurence Lambert

Jurist studiedienst
Laurence Lambert

Deel dit artikel

Feiten

G.A. werd in 2015 bij verstek tot vijf jaar cel veroordeeld wegens deelname aan activiteiten van een terroristische groepering. Het Brusselse hof van beroep oordeelde vervolgens dat hij ernstig was tekortgeschoten in zijn verplichtingen als Belgische burger en heeft hem van de Belgische nationaliteit vervallen verklaard.

G.A. tekende echter verzet aan tegen die beslissing. Voor het Hof van Beroep te Brussel voert de procureur-generaal aan dat het verzet onontvankelijk is, aangezien het niet werd aangetekend binnen de termijn vermeld in artikel 23 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, die acht dagen bedraagt vanaf de bekendmaking van het vonnis bij uittreksel in twee bladen uitgegeven in de provincie en in het Belgisch Staatsblad.

Het Hof van Beroep stelt vervolgens een aantal prejudiciële vragen daaromtrent aan het Grondwettelijk Hof.

Schending van de Grondwet

Artikel 23, § 5, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit schendt volgens het Grondwettelijk Hof de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet in zoverre het

  1. voorziet in een termijn van acht dagen om verzet aan te tekenen tegen het arrest van het hof van beroep dat bij verstek is gewezen en waarbij de vervallenverklaring van de nationaliteit wordt uitgesproken,
  2. te rekenen vanaf de bekendmaking van het arrest in twee provinciebladen en in het Belgisch Staatsblad.

De verzetstermijn van acht dagen is volgens het Grondwettelijk Hof zeer kort. Daarnaast betwijfelt het Hof of een dergelijke bekendmaking een adequate wijze van kennisgeving van het bij verstek uitgesproken arrest uitmaakt wanneer dat niet aan de persoon kon worden betekend. Van een individu kan volgens het Hof immers niet redelijkerwijs worden verwacht dat hij dagelijks het Belgisch Staatsblad leest om te vernemen of hij van zijn Belgische nationaliteit vervallen werd verklaard. De vereiste van een uitsluitend provinciale bekendmaking biedt nauwelijks meer waarborgen dat de informatie de betrokkene tijdig zal bereiken.

De combinatie van de korte duur van de beroepstermijn en het aanvangspunt ervan maakt het verzet tegen het arrest waarbij de vervallenverklaring van de nationaliteit wordt uitgesproken, dan ook nagenoeg onwerkzaam.

Ook interessant

Vreemdelingenrecht
woensdag 08 mei 2024

Nieuw aanklampend terugkeerbeleid goedgekeurd door Kamer

Op donderdag 2 mei 2024 keurde de Kamer het wetsontwerp van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor goed, dat een aanklampend terugkeerbeleid moet invoeren.

Meer lezen
Vreemdelingenrecht
donderdag 02 mei 2024

Voortaan D-visum met oog op huwelijk of wettelijke samenwoonst

Sinds 15 januari 2024 moet de feitelijke partner van een Belg of derdelander met verblijfsrecht in België een D-visum aanvragen met het oog op het afsluiten van een huwelijk of wettelijke samenwoning in België als het oogmerk daarna gezinshereniging in België is. Men kan daarvoor dus geen C-visum meer vragen.

Meer lezen