Ga verder naar de inhoud

UBO-melding nu ook met waarborgen omringd

dinsdag 01 juni 2021

Op 27 mei 2021 heeft de Kamer een wet aangenomen die de plicht voor advocaten om discrepanties te melden in de informatie over uiteindelijke begunstigden in het UBO-register met dezelfde waarborgen omringt als hun plicht om witwasactiviteiten te melden.

Enerzijds voorziet de wet in een filterfunctie voor de stafhouder, anderzijds bepaalt ze dat advocaten geen UBO-meldingen moeten verrichten wanneer ze de rechtspositie van de cliënt bepalen.

Ben Claes

Jurist studiedienst
Ben Claes

Deel dit artikel

UBO-meldingen

Op 27 mei 2021 heeft de Kamer het wetsontwerp 'houdende diverse financiële bepalingen inzake fraudebestrijding' aangenomen.

Artikel 48 van de wet voegt een nieuw artikel 74/1 toe aan de wet van 18 september 2017 'tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten' (WPW).

Entiteiten onderworpen aan de WPW moeten aan de Thesaurie ieder verschil melden dat zij vaststellen tussen de informatie over uiteindelijke begunstigden in het UBO-register en de informatie over uiteindelijke begunstigden waarover zij beschikken.

Waarborgen be­roeps­ge­heim

Advocaten mogen echter niet tot melding overgaan wanneer ze de informatie en inlichtingen van of over één van hun cliënten verkregen tijdens de bepaling van de rechtspositie van deze cliënt, of in de uitoefening van hun opdracht die cliënt in of in verband met een rechtsgeding te verdedigen of te vertegenwoordigen, met inbegrip van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding. Het maakt niet uit ze of zulke informatie of inlichtingen vóór, gedurende of na een dergelijk geding verkregen.

Advocaten kunnen zich uiteraard niet op deze uitzondering beroepen wanneer ze zelf hebben deelgenomen aan de witwasactiviteiten of terrorismefinanciering, ze juridisch advies voor zulke doeleinden hebben verstrekt, of ze weten dat hun cliënt juridisch advies in dat verband wenst.

Wanneer advocaten kwalificeren als onderworpen entiteiten in de zin van artikel 5, §1, 28° én niet de rechtspositie van de cliënt bepalen, zijn ze wel gehouden discrepanties in het UBO-register te melden. Dat doen ze niet rechtstreeks aan de Thesaurie, maar wel via hun stafhouder. Hij controleert of die twee voorwaarden vervuld zijn. Is dat het geval, dan geeft de stafhouder de informatie en inlichtingen onmiddellijk en ongefilterd door aan de Thesaurie.

Wat na een UBO-melding?

De Thesaurie neemt na een melding passende maatregelen om de informatie over uiteindelijke begunstigden in het UBO-register aan te passen. Ze kan de betrokken informatieplichtige in kennis stellen van de gronden van de melding en hem verzoeken om binnen een maand de verstrekte informatie aan te passen.

In geen geval mag de Thesaurie de identiteit van de onderworpen entiteit of de bevoegde autoriteit die de melding heeft gemaakt, meedelen aan de betrokken informatieplichtige of aan derden.

De Thesaurie vermeldt in het UBO-register ook dat een UBO-melding werd verricht, maar opnieuw zonder te preciseren welke onderworpen entiteit of bevoegde autoriteit eraan ten grondslag ligt. Deze vermelding is alleen zichtbaar voor de bevoegde autoriteiten en wordt verwijderd zodra de informatie over uiteindelijke begunstigden in het UBO-register is aangepast.

Achtergrond

Met deze regeling beoogt de wetgever een lacune op te vullen die gecreëerd werd door arrest nr. 247.922 van de Raad van State van 26 juni 2020.

In dat arrest vernietigde de Raad - op verzoek van de Orde van Vlaamse Balies - artikel 19, §1 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 ‘betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register’. Die bepaling verplichtte onderworpen entiteiten om elke discrepantie tussen de informatie opgenomen in het register en hun eigen gegevens aan de Thesaurie te melden. Omdat advocaten kwalificeren als onderworpen entiteiten volgens artikel 5, §1, 28° WPW, waren zij ook gebonden door deze meldingsplicht.

In tegenstelling tot de meldingsplicht voor witwasactiviteiten, was deze UBO-meldingsplicht echter niet omringd met waarborgen ter bescherming van het beroepsgeheim van de advocaat. Dat bracht de Raad van State ertoe te oordelen dat artikel 19, §1 van het UBO-KB strijdig was met het beroepsgeheim van de advocaat:

"[E]lke afwijking van het beroepsgeheim van de advocaat [is] strikt op te vatten en [moet] bovendien, duidelijk en ondubbelzinnig - dit is zonder ruimte voor interpretatie - omringd zijn met de wettelijke waarborgen die essentieel worden geacht om afwijkingen op dat beroepsgeheim in een rechtsstaat te billijken, te weten eensdeels de vrijwaring van het beroepsgeheim van de advocaat bij rechtszaken en adviesverlening, en anderdeels de vereiste tussenkomst van de stafhouder bij het meedelen van gegevens door de advocaten die een wezenlijke waarborg is - zowel voor de advocaten als voor hun cliënten - die de zekerheid biedt dat alleen in de gevallen waarin de wet op strikte wijze voorziet het beroepsgeheim zal worden geschonden."

Download hier de wet

Ook interessant

GDPR Kantoororganisatie Witwaspreventie
donderdag 20 juni 2024

Nu ook een modelovereenkomst en informatieformulieren voor advocaten en cliënten (niet-consumenten)

We introduceren niet alleen een modelovereenkomst tussen de advocaat en de private cliënt (consument), maar ook een modelovereenkomst voor de samenwerking met de cliënt (niet-consument). Daarnaast bieden we u diverse formulieren aan die specifiek zijn ontworpen om te voldoen aan uw informatieverplichtingen.

Meer lezen
Deontologie
donderdag 20 juni 2024

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen