Ga verder naar de inhoud

OVB laakt formulering van wets­voor­stel over DNA-analyse bij seksueel geweld

maandag 31 mei 2021

De OVB schreef een advies bij het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van strafvordering betreffende het DNA-onderzoek bij seksueel geweld. Met dat voorstel wordt de noodzaak om een DNA-profiel van sporen aangetroffen bij het slachtoffer te laten opstellen, steeds geacht te bestaan.

We hebben geen principiële bezwaren tegen deze aanpassingen.

Nico Moons

Jurist studiedienst
Avatar

Deel dit artikel

Weinig DNA-analyses

Het wetenschappelijk evaluatierapport naar aanleiding van het pilootjaar van de Zorgcentra na Seksueel Geweld illustreert dat de DNA-stalen van slechts 14% van de slachtoffers die een forensisch onderzoek ondergingen en klacht indienden, waren geanalyseerd.

Het komt momenteel toe aan de procureur des Konings of de onderzoeksrechter om bij een met redenen omklede beslissing een DNA-onderzoek van aangetroffen stalen te vorderen. De bevoegde magistraat moet dus motiveren waarom een DNA-analyse noodzakelijk is.

De indieners willen er met dit voorstel tot wijziging van artikelen 44sexies, §3 en 90duodecies, §4 Sv. voor zorgen dat de noodzaak om een DNA-profiel te laten opstellen steeds geacht wordt te bestaan.

Mo­ti­ve­rings­plicht

De memorie spreekt daarom van een omkering van de motiveringsplicht. De bevoegde magistraat zou niet langer moeten motiveren waarom noodzakelijk maar wel motiveren waarom niet noodzakelijk.

Uit de memorie van toelichting volgt inderdaad dat een analyse niet langer gemotiveerd moet worden. Het is echter inaccuraat om te spreken van een omkering van de motiveringsplicht. Bij weigering bestaat die verplichting namelijk nu al. Wel zou die motivering schriftelijk moeten gebeuren.

Hoewel de memorie dus onzorgvuldig is, hebben we geen principiële bezwaren tegen deze aanpassingen. We merken wel op dat deze wijzigingen niet of nauwelijks aan bod komen in de voorgestelde artikelen.

Pro­ble­ma­ti­sche formulering

Wat wel aan bod komt in de voorgestelde artikelen 44sexies, §3 en 90duodecies, §4 Sv. achten we problematisch geformuleerd:

“In het kader van een dossier inzake aanranding van de eerbaarheid of verkrachting beveelt de procureur des Konings/onderzoeksrechter (…) een DNA-profiel te laten opstellen van sporen (…), tenzij de procureur des Konings/onderzoeksrechter dit met een met redenen omkleden beslissing weigert.”

Hoewel een uitzondering dus mogelijk blijft, vinden we dat deze concrete beschrijving te veel raakt aan de exclusieve bevoegdheden van de procureur des Konings en de onderzoeksrechter. Het behoort tot de prerogatieven van de rechterlijke macht om te beslissen welke maatregelen er in het kader van het strafonderzoek genomen moeten worden.

Ook interessant

Strafrecht
vrijdag 07 juni 2024

Nieuwe regels voor plaatsvervangende rechters: voorrecht van rechtsmacht vervalt

De Digitaliseringswet II heft vanaf 28 november 2024 het voorrecht van rechtsmacht op voor plaatsvervangende rechters, rechters in ondernemingszaken en lekenrechters.

Meer lezen
Gevangenis binnen 2
Strafrecht
donderdag 30 mei 2024

Verlengd penitentiair verlof uitgebreid

Om de overbevolking te doen dalen en de omstandigheden in de gevangenissen te verbeteren, is het plafond van de uitgesloten strafmaat voor verlengd penitentiair verlof categorie A opgetrokken van meer dan 10 jaar naar meer dan 15 jaar.

Meer lezen