Ga verder naar de inhoud

Griffies wettelijk verplicht tot afgifte van kopieën van ge­se­po­neer­de straf­dos­siers

donderdag 25 februari 2021

Op 24 februari 2021 is de wet van 17 februari 2021 houdende diverse bepalingen inzake justitie in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Die wet neemt onder meer maatregelen in het kader van het Europees Openbaar Ministerie, stelt de griffies verantwoordelijk voor de afgifte van kopieën van geseponeerde strafdossiers en bepaalt dat het overmaken van niet-ondertekende afschriften van uitspraken aan advocaten per e-mail gebeurt.

Nico Moons

Jurist studiedienst
Avatar

Deel dit artikel

Ge­se­po­neer­de straf­dos­siers

Op verschillende plaatsen in Vlaanderen en bij uitbreiding België maakten advocaten de afgelopen tijd melding van problemen om kopieën van geseponeerde strafdossiers te bemachtigen. We hadden u al eerder geïnformeerd dat minister van Justitie Vincent Van Quickenborne van mening was dat dat wel degelijk een taak van de griffie is en dat een snelle wetswijziging aan de orde was.

Die noodzakelijke aanpassing werd als amendement ingediend bij het wetsontwerp houdende diverse bepalingen inzake justitie (DOC55-1696/008), is mee goedgekeurd en inmiddels dus gepubliceerd. De wet voegt volgende zin toe aan artikel 21bis, § 1, zesde lid van het Wetboek van Strafvordering:

“De griffie van het bevoegde hof van beroep of rechtbank is belast met het afleveren van de uitgiften en afschriften.”

Niet-ondertekend afschrift van beslissing via e-mail

Een andere opmerkelijk punt is de wijziging van artikel 32 van de wet van 25 mei 2018 tot vermindering en herverdeling van de werklast binnen de rechterlijke orde. De griffie zal binnen de vijf dagen na de uitspraak en zowel in burgerlijke als in strafzaken, een niet-ondertekend afschrift van de beslissing overmaken op het professioneel elektronisch adres van de advocaat. Als bij de griffier geen elektronisch adres gekend is of indien de kennisgeving aan het elektronisch adres kennelijk niet is geslaagd, gebeurt de kennisgeving bij gewone brief.

De OVB is verwonderd dat de Raad van State in haar advies geen opmerkingen bij die bepaling heeft gemaakt. De Raad van State heeft in het licht van de GDPR immers al eerder kanttekeningen gemaakt bij de mogelijkheid om afschriften en andere documenten bij e-mail te communiceren.

De mogelijkheid om stukken neer te leggen was in eerste instantie een ad hoc maatregel van het College van Hoven en Rechtbanken bij het begin van de COVID-19 pandemie. Hoewel die later een retroactieve grondslag heeft gekregen in de wet van 20 mei 2020, heeft de wetgever de mogelijkheid daartoe onmiddellijk laten uitdoven. In het commissieverslag beaamde de minister toen ook dat e-mails geen GDPR-conform instrument zijn voor het communiceren van dit soort documenten. De OVB heeft daarom enig voorbehoud bij deze maatregel.

Europees Openbaar Ministerie

Het Europees Openbaar Ministerie (EOM) is belast met het instellen van onderzoek naar en het vervolgen van daders van strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden. De start van de activiteiten van het EOM vereisten van de lidstaten de omzetting van Richtlijn (EU) 2017/1371 (PIF-richtlijn) en de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) 2017/1939 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het EOM.

De wet regelt onder meer de praktische organisatie. De Europese aanklager en de gedelegeerde Europese aanklagers, aangewezen op basis van art. 309/2 Ger.W., zullen in België een Belgische onderzoeksrechter moeten vatten om bepaalde onderzoeksdaden te vorderen. Gezien de specificiteit van de materie, wordt daarom in het rechtsgebied van de hoven van beroep één onderzoeksrechter (in Brussel 1NL, 1FR) aangewezen die over de nuttige ervaring beschikt voor het onderzoek van de misdrijven waarvoor het EOM bevoegd is. Zij behandelen dus bij voorrang de dossiers die bij hen aanhangig worden gemaakt door de Europese aanklager.

De Europese aanklager is over het hele grondgebied bevoegd voor de uitoefening van de strafvordering voor de gevallen en volgens de regels bepaald in de Verordening. Wanneer een misdrijf dat de financiële belangen van de Unie schaadt, aanhangig wordt gemaakt bij de procureur des Konings, de procureur-generaal of de federale procureur, brengt deze de gedelegeerde Europese aanklagers onmiddellijk op de hoogte. Zij kunnen evenwel de daaropvolgende beslissing van de Europese aanklagers om zelf de strafvordering uit te oefenen, betwisten bij het College van procureurs-generaal.

Voorts worden artikelen 47quaterdecies en 47quindecies ingevoegd in het Wetboek van Strafvordering. Die bepalingen voegen toe dat de (gedelegeerde) Europese aanklagers bij de uitoefening van hun opdracht over alle wettelijke bevoegdheden van de procureur des Konings beschikken en bijgevolg alle opsporingshandelingen of handelingen van gerechtelijk onderzoek kunnen verrichten of gelasten. Het wetsontwerp verduidelijkt ook wat dient te gebeuren wanneer een politiedienst de Europese aanklager niet het vereiste personeel en de nodige middelen kan bezorgen voor het onderzoek.

De wet is in werking getreden op de dag van publicatie in het Belgisch Staatsblad.

Ook interessant

Strafrecht
vrijdag 07 juni 2024

Nieuwe regels voor plaatsvervangende rechters: voorrecht van rechtsmacht vervalt

De Digitaliseringswet II heft vanaf 28 november 2024 het voorrecht van rechtsmacht op voor plaatsvervangende rechters, rechters in ondernemingszaken en lekenrechters.

Meer lezen
Gevangenis binnen 2
Strafrecht
donderdag 30 mei 2024

Verlengd penitentiair verlof uitgebreid

Om de overbevolking te doen dalen en de omstandigheden in de gevangenissen te verbeteren, is het plafond van de uitgesloten strafmaat voor verlengd penitentiair verlof categorie A opgetrokken van meer dan 10 jaar naar meer dan 15 jaar.

Meer lezen