Ga verder naar de inhoud

Europa overweegt verlaagde btw voor bepaalde prestaties van advocaten

maandag 11 april 2022

De Raad Economische en Financiële Zaken (Ecofin) wil bepaalde prestaties van advocaten toevoegen aan de lijst van diensten waarop lidstaten een verlaagd btw-tarief kunnen toepassen. De CCBE reageert daar positief op, maar vraagt een verruiming van het voorgestelde toepassingsgebied. Mogen we verwachten dat de btw op juridische dienstverlening in België opnieuw teruggeschroefd zal worden?

Nico Moons

Jurist studiedienst
Avatar

Deel dit artikel

Achtergrond

Behoudens enkele uitzonderingen, zijn de prestaties van advocaten sinds 2014 aan de btw onderworpen en moeten zij derhalve 21% btw op hun diensten aanrekenen. In de toelichting bij het relevante artikel 60 van de wet van 30 juli 2013 houdende diverse bepalingen werd toen geargumenteerd dat België nog de enige lidstaat was die diensten verricht door de advocaat vrijstelde van btw. De wetgever verwees daarbij naar Richtlijn 2006/112/EG, op basis waarvan die prestaties in principe volgens de normale regels aan de btw onderworpen worden.

Btw-verlaging voor bepaalde juridische diensten?

Een recent voorstel tot Richtlijn van de Raad Economische en Financiële Zaken (Ecofin) beoogt de wijziging van Richtlijn 2006/112/EG en vult de prestaties waarop verlaagde tarieven (minimum 5%) mogen worden toegepast aan met juridische diensten:

  • aan mensen met een arbeidsovereenkomst
  • aan werklozen in arbeidsrechtelijke procedures
  • in het kader van de rechtsbijstandsregeling

Positief maar halfslachtig signaal

De OVB is steeds sterk gekant geweest tegen de invoering van de btw in 2014 en heeft destijds ook enkele procedures tegen deze wijziging gevoerd. De heffing van btw op erelonen van advocaten belemmert immers de toegang tot justitie.

Ook de CCBE heeft al herhaaldelijk gepleit voor een afschaffing of verlaging van de btw-tarieven. In een statement naar aanleiding van het huidige voorstel stelt ze terecht dat die ontwikkeling positief is, maar ook onvoldoende in het kader van artikel 6 EVRM en artikel 47 EU-Handvest van de grondrechten. Er is geen rechtvaardiging om andere prestaties van advocaten uit te sluiten van de lijst van juridische dienstverlening die in aanmerking komt voor btw-verlaging.

De twee parameters die de Richtlijn gebruikt, namelijk dat het voordeel bij de eindverbruiker terecht moet komen en dat de diensten het algemeen belang moeten nastreven, zijn overduidelijk ook van toepassing op andere situaties van juridische dienstverlening. Er wordt dan ook gepleit voor een uitbreiding van het toepassingsgebied.

Betekenis voor België

Voorlopig moeten we het dus stellen met enkel een mogelijke btw-verlaging van prestaties van advocaten in een arbeidsrechtelijke context. Dat zou vanaf 2025 kunnen ingaan. De bal zal daarvoor in het kamp van de Belgische regering liggen. Als Europa destijds het argument was om de btw-verplichting in te voeren, moet het nu evenzeer het argument zijn om die af te bouwen, dit ten behoeve van de rechtstaat en de toegankelijkheid van het recht voor iedere burger.

… of we kunnen natuurlijk alles inzetten op een heffingskorting voor paarden.

Ook interessant

Rechtstaat
donderdag 20 juni 2024

"Europa voor Echt" bereikt jongeren met juridische quiz over rechtstaat

In aanloop naar de afgelopen verkiezingen hebben we een campagne gelanceerd genaamd "Europa voor Echt", gericht op jongeren tussen 16 en 23 jaar. De campagne, die plaatsvond tijdens de maand mei, had als doel om de jongere generatie bewust te maken van het belang van de rechtstaat in Europa.

Meer lezen
Persconferentie
Rechtstaat
vrijdag 31 mei 2024

Meerderheid verkiezingsprogramma’s bedreigt de rechtstaat

Het merendeel van de verkiezingsprogramma’s bevatten punten die een rechtstreekse bedreiging vormen voor de rechtstaat, geen enkele partij biedt 100% garantie op de principes ervan. De rechtstaat blijkt geen rustig bezit maar een werkwoord.

Meer lezen