Ga verder naar de inhoud

Eindelijk een integrale databank voor rechtspraak van de rech­ter­lij­ke orde?

dinsdag 05 juli 2022

Op dinsdag 5 juli 2022 verdedigden bestuurders Erik Valgaeren (OVB) en Olivier Haenecour (Avocats.be) in de parlementaire commissie Justitie ons gezamenlijk standpunt over het wetsontwerp tot oprichting van een databank van vonnissen en arresten van de rechterlijke orde.

Hoewel we deze langverwachte evolutie zeker toejuichen, is het jammer dat er geen vertegenwoordigers van de advocatuur en de rechtzoekenden in het beheerscomité van de databank werden opgenomen. Verder uitten we kritiek op de ruimere toegang van (parket)magistraten en -juristen tot niet-gepseudonimiseerde uitspraken, wat op gespannen voet leeft met de rechten van de verdediging. Tot slot beklemtoonden we dat iedereen, en niet alleen magistraten, toegang moeten hebben tot dezelfde performante zoekmotoren om deze massieve databank te benutten.

Deel dit artikel

De parlementaire commissie Justitie nodigde de OVB en Avocats.be uit om tijdens een hoorzitting op 5 juli 2022 ons gezamenlijk standpunt uiteen te zetten over het wetsontwerp tot oprichting van het Centraal register voor de beslissingen van de rechterlijke orde en betreffende de bekendmaking van de vonnissen en arresten'.

Bestuurders Erik Valgaeren (OVB) en Olivier Haenecour (Avocats.be) lichtten er onze opmerkingen bij dat wetsontwerp toe.

Standpunt OVB en Avocats.be

We juichen uiteraard de oprichting van het centraal register voor de beslissingen van de rechterlijke orde (CRBRO) toe. Binnenkort zal iedereen, al dan niet met bijstand van een juridisch raadsman, een officiële databank kunnen raadplegen om te weten te komen hoe de hoven en rechtbanken van de rechterlijke orde de wet interpreteren en toepassen.

Zo wordt eindelijk aansluiting gezocht bij onder meer de rechtspraak van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waar dat reeds het geval is. De tijd dat burgers voor de rechtspraak van de hoven en rechtbanken van de rechterlijke orde alleen terecht konden in prijzige juridische tijdschriften en (hand)boeken lijkt dus stilaan voorbij.

Het CRBRO zal op zijn manier bijdragen tot een democratisering van juridische kennis en de burger meer mogelijkheden in handen geven om de werking van het gerecht te controleren.

Sinds de eindejaarsperiode van 2021 zijn we meermaals geconsulteerd geweest bij de uitwerking en verfijning van het voorontwerp tot het huidige wetsontwerp. Hoewel de auteurs met sommige van onze opmerkingen wel degelijk rekening hebben gehouden, zijn we toch teleurgesteld dat ze ons op enkele essentiële punten niet gevolgd zijn. Het gaat om het volgende:

  1. De advocatuur en de rechtzoekenden zijn niet vertegenwoordigd in het beheerscomité

    We hebben beklemtoond dat advocaten als proces-actoren een wezenlijke bijdrage leveren aan de totstandkoming van vonnissen en arresten en dus ook een stem moeten hebben in de wijze waarop die (gegevens in) die uitspraken verwerkt worden. Toch zijn de advocatuur en de rechtzoekenden nog steeds niet vertegenwoordigd in het beheerscomité, onze herhaaldelijke verzoeken daartoe ten spijt. Die vertegenwoordiging is nochtans van primordiaal belang, omdat het beheerscomité over gewichtige bevoegdheden beschikt.
  2. (Parket)Magistraten genieten een ruimere toegang tot niet-gepseudonimiseerde uitspraken dan advocaten

    Verder betreuren we dat (parket)magistraten over een ruimere toegang beschikken tot niet-gepseudonimiseerde uitspraken dan de partijen en hun advocaten. Zo hebben parketmagistraten door een ongelukkige formulering van de wettekst toegang tot vrijwel alle niet-gepseudonimiseerde vonnissen en arresten in zaken waarin ze zelf partij waren.

    Ook rechters kunnen aanvragen indienen om toegang te krijgen tot bepaalde niet-gepseudonimiseerde uitspraken indien dat noodzakelijk is, alleen is momenteel niet voorzien dat dit ook aan de partijen ter kennis wordt gebracht.

    Die situaties staan volgens ons op gespannen voet met de wapengelijkheid tussen advocaten en het openbaar ministerie en het recht op tegenspraak: de (parket)magistraten beschikken immers over meer informatie dan de advocaten.
  3. Informaticatools dreigen alleen ter beschikking te staan van magistraten en niet het ruimere publiek

    Tot slot laat het wetsontwerp toe dat derden op basis van de gegevens in het register informaticatools ontwikkelen ter ondersteuning van de werkzaamheden van de (parket)magistraten, zoals performante zoekmotoren.

    Uit niets blijkt dat die tools ook ter beschikking zullen worden gesteld van het ruimere publiek. Dat is problematisch, omdat zich in het CRBRO weldra miljoenen vonnissen en arresten zullen bevinden, zodat efficiënte zoekmotoren de enige mogelijkheid zullen zijn om door de bomen nog het bos te zien.