Ga verder naar de inhoud

België veroordeeld voor schending van het recht op toegang tot een advocaat

donderdag 16 september 2021

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft op 14 september 2021 een arrest geveld waarin België veroordeeld wordt voor schending van het recht op een eerlijk proces.

Het Hof oordeelde dat de verzoeker niet op afdoende wijze toegang had tot een advocaat en dat zijn strafprocedure niet binnen een redelijke termijn was afgehandeld.

Nico Moons

Jurist studiedienst
Avatar

Deel dit artikel

Feiten

De verzoeker stelde dat hij beroofd was van zijn recht op toegang tot een advocaat gedurende zijn voorlopige hechtenis en tijdens de verhoren in het vooronderzoek. Hij zou in het Frans zijn ondervraagd zonder aanwezigheid van zijn advocaat en onder druk zijn gezet om zichzelf te beschuldigen.

Bijstand van een advocaat als mensenrecht

Het Hof merkt op dat er voor 6 van de 39 aanklachten tegen de verzoeker verwezen werd naar verklaringen die tijdens het verhoor zonder advocaat werden afgelegd. De nationale rechtbanken hadden geconcludeerd dat de veroordeling van de verzoeker uiteindelijk gerechtvaardigd was door de algehele toereikendheid van het bewijsmateriaal.

Het EHRM argumenteert echter dat er daarbij nooit een echte toetsing van de eerlijkheid van de procedure is uitgevoerd maar dat het wel een grote impact kan hebben gehad op de procedure in haar geheel. Zij meent dat er in casu geen dwingende redenen waren die de vastgestelde beperkingen rechtvaardigden en dat de gevoerde strafprocedure het niet mogelijk maakte om procedurele lacunes in de vroege fase van het onderzoek te remediëren. Nochtans was een strikte controle van beperking op het recht op een eerlijk proces en de bijstand van een advocaat vereist. Het Hof besluit dan ook tot een schending van artikel 6, § 1 en 3 c) EVRM.

De feiten dateren van bijna 18 jaar geleden, ruim voor het Salduz-arrest en de daaropvolgende wetgeving dus. We mogen denken dat dit anno 2021 niet meer zou voorvallen en dat ook politie en magistraten beter op de hoogte zijn van de verhoorbijstand. Toch is het arrest een herinnering aan zowel het belang van dit fundamenteel recht als aan het gewicht dat het EHRM eraan vasthangt.

Redelijke termijn

De volledige procedure tot Cassatie nam 13 jaar in beslag. Bij de beoordeling van de redelijkheid van dergelijke termijn houdt het EHRM rekening met de complexiteit van de zaak en zowel het gedrag van de verzoekers als die van de bevoegde autoriteiten. Hoewel het Hof erkent dat het een ingewikkelde zaak betrof en dat er elementen zijn waardoor de duur van de procedure mede te wijten is aan de verzoeker, maar oordeelt dat dit niet alles kan verklaren. Zij stelt vast dat het gerechtelijk onderzoek zes jaar heeft geduurd en dat het vervolgens nogmaals vier jaar duurde voor de zaak voor de rechter kwam. Het Hof besluit derhalve dat de termijn van de procedure niet redelijk was en dat ook op dit punt artikel 6, § 1 EVRM geschonden is.

Ook interessant

Rechtstaat
donderdag 20 juni 2024

"Europa voor Echt" bereikt jongeren met juridische quiz over rechtstaat

In aanloop naar de afgelopen verkiezingen hebben we een campagne gelanceerd genaamd "Europa voor Echt", gericht op jongeren tussen 16 en 23 jaar. De campagne, die plaatsvond tijdens de maand mei, had als doel om de jongere generatie bewust te maken van het belang van de rechtstaat in Europa.

Meer lezen
Persconferentie
Rechtstaat
vrijdag 31 mei 2024

Meerderheid verkiezingsprogramma’s bedreigt de rechtstaat

Het merendeel van de verkiezingsprogramma’s bevatten punten die een rechtstreekse bedreiging vormen voor de rechtstaat, geen enkele partij biedt 100% garantie op de principes ervan. De rechtstaat blijkt geen rustig bezit maar een werkwoord.

Meer lezen