Ga verder naar de inhoud

50 voorstellen voor een snellere justitie

maandag 12 april 2021

De gerechtelijke achterstand is al jaren een groot probleem in ons land. Bij het Brusselse Hof van Beroep moeten rechtzoekenden zelfs al wachten tot 2030, er liggen 15.000 dossiers te wachten. Minister van Justitie Van Quickenborne zegt geld te zullen vrijmaken om de achterstand weg te werken.

Volgens advocaat Simon Deryckere zijn de verouderde procedureregels de hoofdschuldigen. In zijn boek ‘Justice in time’ doet hij 50 eenvoudige én gratis voorstellen voor snellere procedures.

Ulrike Cerulus

Jurist studiedienst
Ulrike Cerulus

Deel dit artikel

De wetgever moet dus niet meer budget voorzien? Zijn de voorstellen ook haalbaar?

Simon Deryckere: “Klopt, ze zijn alle 50 kosteloos te realiseren. En ja, ze zijn effectief haalbaar. Daar ben ik streng op geweest bij mijn selectie en dat onderscheidt mijn boek ook van gelijkaardige boeken. Maar mijn voorstellen zijn niet het abc, eerder het a. Het zijn punten waar quasi iedereen zich kan achter scharen. Dat blijkt ook uit de eerste reacties. Een volgende stap is de verschillen in visie samenleggen.”

Vanwaar uw be­trok­ken­heid tot dit onderwerp?

“Dat is een combinatie van jeugdig enthousiasme en beleidsmatige aanleg. Ik denk al sinds mijn studententijd na over hoe we het beleid kunnen aanpassen. Mijn boek is het resultaat van de juridische lectuur die ik gelezen heb. Daaruit heb ik de beste ideeën gedestilleerd. Ik vind ook dat we als advocaten te weinig wegen op het beleid. Daarom reik ik de hand naar de OVB en anderen.”

België heeft de goedkoopste advocaten van West-Europa en toch worden ze gezien als dure vogels.
— Simon Deryckere

Moeten advocaten schrik hebben van snellere procedures? Welk effect heeft dat voor hen?

“Advocaten zullen niet minder, maar net meer werk hebben. Met snelle procedures krijgen meer rechtzoekenden vertrouwen in het systeem waardoor ze er ook sneller beroep op zullen doen. Voor veel ondernemers bijvoorbeeld gaat justitie te traag en biedt het daarom niet het juiste antwoord.

Door snellere procedures zullen er meer mensen beroep doen op justitie en advocaten. Vergelijk het met onze gezondheidszorg. Dat patiënten sneller en beter geholpen worden leidt niet tot minder werk voor gezondheidswerkers. De belangen van advocaten en cliënten lopen dus gelijk.

Dat advocaten te duur zouden zijn, klopt niet. België heeft de goedkoopste advocaten van West-Europa. Toch worden advocaten door velen gezien als dure vogels. Niet omdat ze een te hoog ereloon zouden vragen, maar door wat de cliënt ervoor terugkrijgt. Een paar duizend euro betalen aan een advocaat en een snelle oplossing krijgen voelt anders dan datzelfde ereloon uitgeven en jaren moeten wachten.”

Zullen snellere procedures geen negatieve impact hebben op een kwa­li­ta­tie­ve rechts­be­de­ling?

“In Nederland en Scandinavische landen gaan procedures tot drie keer sneller dan bij ons, maar die rechtstaten functioneren ook inhoudelijk beter. Snelheid en kwaliteit staan dus niet haaks op elkaar. Meer nog, snelheid is ook deel van kwaliteit. Als iemand al na een jaar zijn straf kent, zal dat beter zijn voor de maatschappij. De principes zoals het recht op verdediging en het vermoeden van onschuld moeten natuurlijk gevrijwaard blijven.

Maar in België zijn we ook niet beter in de bescherming van het vermoeden van onschuld dan in andere rechtstaten. Wie na een procedure van tien jaar vrijgesproken wordt, moest al die tijd leven met een maatschappelijke stempel. Waar rook is, is vuur, gelooft de buitenwereld. We zijn niet alleen slecht in het snel straffen van wie schuldig is, maar ook in het snel uitklaren van wie onschuldig is.”

Hoe staat u daarover in burgerlijke zaken? U maakt vaak de ver­ge­lij­king tussen burgerlijke procedures en straf­pro­ce­du­res, maar die zijn ver­schil­lend.

“Het onderzoek bestaat niet in burgerlijke zaken maar wanneer dat afgelopen is en een rechter het dossier moet beoordelen, is er nog weinig verschil. In die vonnisfase moeten we een gelijkschakeling nastreven tussen de burgerlijke en strafprocedures.”

Is di­gi­ta­li­se­ring ook geen oplossing? Daar lezen we niets over in uw boek.

“Dat was een bewuste keuze. Mijn insteek is: wat kunnen we veranderen door bij wijze van spreken in Brussel een minister of lid van de Commissie Justitie de juiste stempel te laten zetten? Uiteraard moet justitie ook inzetten op digitalisering, maar dat boek moet een IT’er schrijven.

Met digitalisering op zich gaan we ook geen snellere uitspraken verkrijgen. Kijk maar naar het notariaat. Dat is deels gedigitaliseerd maar hun procedures vereffening-verdeling verlopen niet vlot. Efficiëntie door digitalisering komt er pas als we mensen van bepaalde taken halen en inzetten op bottlenecks.”

In uw boek hekelt u het ontbreken van sancties voor notarissen die de termijnen van de vereffening-verdeling niet respecteren. Waaraan had u gedacht?

In uw boek hekelt u het ontbreken van sancties voor notarissen die de termijnen van de vereffening-verdeling niet respecteren. Waaraan had u gedacht?

“Ik stel voor dat de familierechter de dwingende datum bepaalt waarop de staat van de notaris er moet zijn. Is het er niet, dan wordt de notaris opgeroepen. Om de rechtbank te ontlasten, zie ik de opvolging voor de orde van de notarissen. Zij kunnen eventueel ook tuchtrechtelijk optreden. Zo kan de beroepsgroep zelf de nodige actie ondernemen.

Ik ben alleszins geen fan van boetes. Die worden ook maar achteraf gegeven terwijl het doel is om vertragingen tegen te gaan.”

De notarissen zullen advocaten dan weer beschouwen als degenen die eindeloos tus­sen­ge­schil­len aanhalen en de staat niet aanvaarden. Wat kunnen advocaten doen?

“Het bijzondere aan vereffeningen-verdelingen is dat de notaris eigenlijk optreedt als eerste rechter. Op dat punt hoger beroep aantekenen tegen een beslissing van de familierechtbank komt in wezen neer op een derde aanleg. Een dergelijk hoger beroep zou ik dan ook enkel toelaten op het einde van de behandeling in eerste aanleg.”

Advocaten zouden volgens u ook geen hoger beroep mogen instellen tegen tus­sen­von­nis­sen.

“Er mag uiteraard wel beroep worden ingesteld tegen tussenvonnissen, maar pas als er een eindvonnis is. Zo wordt de zaak eerst volledig behandeld in eerste aanleg. Zo doen ze het ook in Nederland. Dat is een van de redenen waarom procedures daar sneller vooruitgaan.”

Het parket moet oordelen of een klacht voldoende ernstig is om de volledige strafrechtelijke machine in gang te steken.
— Simon Deryckere

U pleit er ook voor om burgerlijke par­tij­stel­ling voor zaken die niet gaan over fysieke integriteit af te schaffen. Dat is toch vrij verregaand?

“De wetgever werkt aan een nieuw wetboek van strafvordering. Een van de drastische voorstellen voor het nieuwe wetboek is de volledige afschaffing van de burgerlijke partijstelling. Dus ook voor zaken die gaan over de fysieke integriteit. Dat is volgens mij een stap te ver en bovendien kunnen we bij de burgerlijke partijstelling heel wat efficiënter werken met behoud van kwaliteit.

Het probleem is dat heel wat burgerlijke partijstellingen worden gebruikt in zaken die eigenlijk niet strafrechtelijk zijn, bijvoorbeeld bij echtscheidingen of erfenisbetwistingen. Die dossiers worden zo op de lange baan geschoven en onderzoeksrechters komen niet toe aan hun echte werk. Daarom stel ik voor om burgerlijke partijstellingen te behouden voor wanneer de fysieke integriteit effectief bedreigd wordt.

Rechtzoekenden kunnen dan wel nog een klacht neerleggen, maar een objectieve instantie – het parket – oordeelt of de klacht voldoende ernstig is om de volledige strafrechtelijke machine in gang te steken. Nu moeten onderzoeksrechters sowieso een onderzoek openen, ook al is het meteen duidelijk dat de klacht niet ernstig of strafrechtelijk is.”

In uw boek haalt u het Brussels In­ter­na­ti­o­nal Business Court van onder het stof. Hoe ziet u dat concreet bijdragen tot snellere procedures?

“Grote zaken verhuizen soms naar het buitenland omdat onze justitie niet bij machte is om ze te behandelen. Bij een aantal topics laten we steken vallen en komt het niet tot een procedure, bijvoorbeeld als het gaat over medische aansprakelijkheid of internationale ondernemingszaken.

Dat hof zou die laatste zaken kunnen behandelen. Het is ook in het belang van de advocatuur dat justitie tot meer in staat is. Ik zie voor advocaten ook een rol weggelegd als rechter in dat hof en voor arbitrage.”

Uw boek is uit sinds eind 2020. Hoe wordt het onthaald?

“Zeer positief, zowel binnen als buiten justitie. De werkgeversorganisatie VBO reageert enthousiast en verschillende professoren moedigen me aan. Ook minister Van Quickenborne stelt zich positief op. De gesprekken met zijn kabinet zijn gaande, maar ik moet daar voorlopig nog discreet over blijven. Het is absoluut hoopgevend.

Maar ik ben ook realistisch. Een gemiddeld parlementslid krijgt per legislatuur slechts één wetsvoorstel gerealiseerd. Een derde van mijn voorstellen waarmaken zou dus al een hele overwinning zijn. Het topic heeft ook een breed draagvlak. 98% van de mensen vindt snellere procedures het belangrijkste aandachtspunt voor justitie. Er zijn maar weinig politieke doelstellingen waar 98% van de bevolking achterstaat.”

Het boek 'Just in time' van Simon Deryckere is te koop bij uitgeverij Maklu. 

Bio

  • Actief als advocaat sinds 2007 aan balie West-Vlaanderen
  • Focust op ondernemingsrecht
  • Erkend bemiddelaar in ondernemingszaken en lid van CEPANI
  • Laureaat van pleitwedstrijden