Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies

667 aantal items zijn gevonden. U vindt hier 667 items op pagina 9 van de 56.
maandag 11 februari 2019

Advies 629

De Codex bevat geen enkele deontologische bepaling over de financiële gehoudenheid van de advocaat tegenover de gerechtsdeurwaarder die hij een opdracht gegeven heeft namens zijn cliënt. Het betreft een civielrechtelijke kwestie waarvoor enkel de rechter bevoegd is.


Meer lezen
maandag 04 februari 2019

Advies 628

Er dient transparantie te zijn over het feit dat een advocaat de stille vennoot is in een advocatenvennootschap ten aanzien van de advocaten die samenwerken met de advocaat van de vennootschap. Betrokken advocaten mogen niet tegen elkaar optreden volgens artikel 9,§2 van de Codex.


Meer lezen
vrijdag 01 februari 2019

Advies 626

Het gebruik van de term “specialisten cassatie” door een advocaat die geen cassatieadvocaat is, is strijdig met het Wetboek van Economisch Recht, aangezien de onvolledige informatie een cliënt op een dwaalspoor kan brengen met betrekking tot de kwaliteiten van de advocaat.
Een advocaat mag geen misleidende publiciteit mag voeren (artikel 83 van de Codex) - artikel 85 van de Codex verbiedt de advocaat via publiciteit bekend te maken dat hij over een bijzondere deskundigheid beschikt in één of meerdere rechtsmateries, tenzij die deskundigheid op grond van de door hem verworven kennis en/of ervaring aannemelijk kan worden gemaakt.

Meer lezen
vrijdag 04 januari 2019

Advies 625

Artikel 160ter, tweede lid van de Codex - bij gebrek aan gerechtelijke of arbitrale uitspraak over de uittreding, respectievelijk uitsluiting als aandeelhouder van de BVBA, blijft men nog steeds vennoot. Bovendien werkt een gerechtelijke of arbitrale beslissing ex nunc en kan een uitspraak over de uittreding / uitsluiting dus nooit retroactief werken. Het Gerechtelijk Wetboek, noch het lokaal verkiezingsreglement bepalen dat een gewezen raadslid zijn mandaat lopende het gerechtelijk jaar terug kan opnemen. Zo de advocaat terug lid wenst te worden van de raad, moet hij opnieuw worden verkozen.


Meer lezen
woensdag 26 december 2018

Advies 624

Het faillissementsvonnis heeft uitwerking van de dag van het vonnis. Dat strookt met artikel 160ter van de Codex, volgens hetwelk de advocaat die failliet is verklaard ambtshalve wordt weggelaten van het tableau of de lijst van stagiairs of de lijst bedoeld in artikel 58 van de Codex.
De intrekking van het faillissement werkt slechts voor de toekomst en wist niet noodzakelijk alle gevolgen van het faillissementsvonnis uit. Bijgevolg lijkt artikel 160quinquies van de Codex onverkort van toepassing. De betrokken advocaat dient aan de raad van de Orde de inschrijving op het tableau of de lijst van stagiairs of de lijst bedoeld in artikel 58 te vragen. In voorliggend geval komt het niet onbillijk over als de raad van de Orde zou overwegen om de betrokken advocaat de rang van zijn eerste inschrijving te laten hernemen, in afwijking op de tweede zin van artikel 160quinquies van de Codex.

Meer lezen
dinsdag 18 december 2018

Advies 623

Artikel 162 van de Codex bepaalt dat de advocaat belast met een gerechtelijk mandaat onderworpen blijft aan de deontologie van de advocaat, tenzij de deontologische regel onverenigbaar is met dat mandaat. Hoewel de advocaat door de rechtbank aangesteld wordt en zijn opdracht uitvoert onder controle van die rechtbank, blijft hij onderworpen aan het tuchtgezag van zijn Orde. Deontologische fouten in de uitoefening van het gerechtelijk mandaat (in casu de schuldbemiddeling) kunnen dus tuchtrechtelijk bestraft worden.


Meer lezen
maandag 17 december 2018

Advies 619

Een advocate mag een hoofddoek dragen tijdens de uitoefening van haar ambtsverrichtingen. Als ze voor de rechtbank pleit, is de rechtbank terzake bevoegd


Meer lezen
woensdag 05 december 2018

Advies 622

Uitzonderingen op de vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaten dienen restrictief geïnterpreteerd te worden. Uitzondering volgens artikel 114, § 1 van de Codex. Telkens wanneer het Gerechtelijk Wetboek vereist of toelaat dat een advocaat een akte van rechtspleging of een proceshandeling stelt en dit doet door middel van een mededeling aan zijn tegenstrevers, is deze brief officieel uit zijn aard. Het begrip ‘proceshandeling’ omvat een brede waaier van handelingen, niet alleen van advocaten maar ook van magistraten, griffiers en partijen.


Meer lezen
donderdag 22 november 2018

Advies 614

Bewijsstukken voor het bekomen van juridische tweedelijnsbijstand kaderen in de controleplicht van de advocaat en het BJB. Ze hebben aldus geen betrekking op de eigenlijke verdediging in rechte van de rechtzoekende. De advocaat en de BJB-voorzitter, die handelt in het kader van de uitoefening van een overheidsprerogatief, kunnen ten aanzien van de bewijsstukken geen beroepsgeheim inroepen tegenover het arbeidsauditoraat. Het BJB mag derhalve aan het arbeidsauditoraat inlichtingen verstrekken over de bewijsstukken die door een rechtzoekende werden aangewend of door het BJB werden verzameld bij de aanvraag tweedelijnsbijstand en mag desgevallend inzage verlenen in de concrete bewijsstukken. Enkel in de gevallen waarin de bewijsstukken betrekking zouden hebben op de concrete inhoud van de procedure, kan het beroepsgeheim worden ingeroepen.


Meer lezen
maandag 05 november 2018

Advies 621

Briefwisseling tussen advocaat en cliënt die bij vergissing bij een tegenstrever belandt blijft gedekt door het beroepsgeheim.


Meer lezen
vrijdag 19 oktober 2018

Advies 620

Een curator kan zich niet beroepen op zijn beroepsgeheim van advocaat. De curator heeft veeleer ee n zekere discretieplicht. Wanneer de curator betreffende die informatieplicht in het kader van artikel 29 Sv. in gebreke blijft, zondigt de curator tegen de regel van de loyaliteit - die deel uitmaakt van zijn statuut als advocaat- tegenover de gerechtelijke overheden.


Meer lezen
maandag 03 september 2018

Advies 618

Door de toevoeging van de kwalificatie ‘Vermogens-Successieplanner’ schendt de advocaat het artikel 428, laatste lid Ger. W. dat als volgt luidt: “Behoudens de afwijkingen die de wet vaststelt, mag geen nadere bepaling aan de titel van advocaat worden toegevoegd.”
Artikel 82 van de Codex bepaalt dat de advocaat publiciteit mag voeren, voor zover die niet in strijd is met enige rechtsnorm.

Meer lezen